Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

zaterdag 19 juni 2010

Abdij Rozendael besproken 19 juni 2010

R_PHOTO_ID_5484545849329926498" />

Foto van het huisje(wc) en hondenkwartier voor het koetshuis.
De gebouwtjes zouden na 1913 dateren. Foto: H. Kado

Lezing over geschiedenis van de voormalige abdij Roosendael en haar bewoners

Paul Van Schoors maakte een wandeling doorheen de geschiedenis van de voormalige abdij van Roosendael.
François Van der Jeught had het over 1. knechten en dienaren
2. religieuzen (koornonnen en lekenzusters)

Voor een publiek van een dertigtal geïnteressseerde aanwezigen werd de lezing verwoord.

Bij de vraagstelling bleek dat de "rijke" knechten en dienaren feitelijk proveniers waren van de abdij die in het gastenkwartier verbleven en daar rijkelijk voor betaalden.


Dit was een organisatie van de "Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen en de vzw Roosendael.

Lezing over geschiedenis van voormalige abdij Roosendael en haar bewoners


Op zaterdag 19 juni 2010 hielden Paul Van Schoors en François Van der Jeught een lezing in de vergaderzaal van het gerenoveerde Koetshuis van de abdij voor een dertigtal aanwezigen.

Paul Van Schoors had het over:
1) ontstaan van vrouwenkloosters
2) stichting van de abdij Roosendael en evolutie: hij had het over de dertiende eeuw, Oda Berthout, het pesthuis, de 16de eeuwse kazuifels, het wapenschild van Agnes Haegens dat gevonden werd onder de vloer van het gerenoveerde Koetshuis, enz...
3) Godsdienstoorlogen en de Refugie te Mechelen
4) Verwoestingen en heropbouw: daarin ging het over de barokke abdij, bierbrouwen, het Caertenboek en de 20 hoeven in het bezit van de abdij onder Agnes Haeghens.
5) Chateau de Roosendael: met de verkoop als zwart goed aan De Meulenaere, de beiaard van 32 klokken,het Engelse landschapspark, baron Van Reynegom de Buzet en de ijskelder (19de eeuw).
6) Roosendael nu: met juffr. Pirard, de overdracht aan het bisdom, het Jeugverblijfcentrum, van pesthuis tot orangerie en het Koetshuis.

François Van der Jeught sprak over de voormalige bewoners van de abdij.
Daarbij had hij het schijnbaar over knechten en dienaren en over de religieuzen.

Voor het eerste punt van zijn betoog probeerde hij aan te tonen dat de abdij rijke knechten en dienaren had, maar bij de vraagstelling bleek dat het over proveniers ging, mensen die in het gastenkwartier verbleven en daarvoor rijkelijk betaalden aan de abdij.

Waarbij verslag,

H. Kado