Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

maandag 26 juni 2017

SINT - ROMBOUT (Rumoldus) viering laatste zondag van juni ST.-Romboutskathedraal Mechelen




Op de laatste zondag van juni wordt jaarlijks in de St.-Romboutskathedraal te Mechelen de heilige gevierd. Hoewel in de kerkelijke kalender staat die op 1 juli.


R. Cramer, Rumoldus, in: “Missel Quotidien et Vesperal”, Dom Gaspard Lefevre, deAbdijen van St.-André en Zevenkerken, Loppem-Brugge, 1930. ( achteraan Propre de Belgique, begin)

Biografische gegevens

H. Rombout (Rumoldus)

Titelheilige van de metropolitane kerk van Mechelen.
Patroon van de stad Mechelen en van het aartsbisdom Mechelen-Brussel.
Feest op 1 juli.
Monnik van Ierse afkomst; tweede helft zevende of eerste helft achtste eeuw. De tweede/Ierse evangelisatie
Stichtte een klooster nabij de nederzetting waaruit later de stad Mechelen verder ontwikkelde.
Verkondigde het geloof in de omgeving.
De traditie kent een ontmoeting tussen Rombout en Gummarus, halfweg tussen Mechelen-Lier, te Duffel, Stadeyken(?). De kapel in het huidige 'boske' van 'Morieau' te Duffel uit 1688 herinnert aan deze bijeenkomst.
Hij leefde als kluizenaar - priester te Mechelen.
en werd vermoord door twee metgezellen; 
om zijn geld of omdat hij ze hun verkeerde manier van leven verweet.

De NAAM

 Rommout, nadien Rombout - het zou een geleende of kloosternaam kunnen zijn -  kan geïnterpreteerd worden als beroemde (hruom = roem) heerser (-bout of bald = stoutmoedig) en is Germaans van oorsprong; het eerste lid (romh = Rome) kan ook Iers zijn. (1)(p.36)


De zondag (25.06.2017) van de viering.
Eucharistie met kardinaal Jozef De Kesel (° 1947/ en aanstelling tot aartsbisschop 2015) om 10u30.






St.-Romboutskathedraal, viering van  St.- Rombout.   Foto: ©  H..F.E. Vermeir
De kathedraal is voor deze gelegenheid versierd met vier rode vanen.
In het midden zien we het zilveren schrijn van de heilige.
Achteraan het altaar waarin het schrijn meestal opgesteld wordt.

In 1302 was er als een schrijn uit cypressenhout met goudlaken bedekt.
Houten schrijn uit de 17de eeuw.


Relikwiekast, in: Marcel KOCKEN, "Zo was ... Mechelen",  Antwerpen,  1972, p.55.

Toen werd dergelijke cederhoutenkast gedragen in de processie. Zij is in het bezit van het Museum "Hof van Busleyden". In de vroege  middeleeuwen bewaarde men het gebeente van de heilige in deze kast in een kapel buiten de kathedraal.
In 1369 werd het in een zilveren schrijn geplaatst, dat in 1578, door het calvinistisch stadsbestuur werd verkocht om de stadswallen te versterken 
Men maakte een nieuw schrijn in 1631 en plaatste het op het huidige hoofdaltaar (1665).
In 1797, onder het Frans bewind, werd het in de Munt in Brussel gesmolten. De reden: de Franse bezetter  eiste een overdreven oorlogsschatting en aldus hielp men de stadsmagistraat.


Relikwiekast, de recente, gereed om gedragen te worden in de Hanswijkprocessie. Foto : © H.F.E. Vermeir 
De Mechelse goudsmid  J.-Fr. Van Deuren,(1776-1835) bijgestaan door A.J. van Beveren (1773-1853) leverde in 1825 (Hollands Bewind) deze neoclassicistische relikwiekast in de vorm van een sarcofaag af. Ze moet een Griekse tempel voorstellen en is uit verzilverd koper. De vier zijvlakken brengen episodes uit het leven van St.-Rombout: een engel leidt Sint-Rombout naar zijn missiegebied; Sint-Rombout verkondigt in Mechelen het evangelie; Sint-Rombout wekt Libertus op uit de verdrinkingsdood en het lichaam van de vermoorde heilige teruggevonden. Tussen de Dorische zuiltjes staan de doodsengelen. Bovenop ligt sedert 1875 het beeld van de heilige, werk van Jozef Willems (1845-1910), leraar aan de Mechelse academie.(2)(p.39)
Tijdens WO I was het schrijn opgesteld in de kapellen van de Antwerpse kathedraal. Vooraleer terug te keren naar Mechelen was er een restauratie nodig van de Antwerpenaar Lambert Van Rijswyck in 1919. Daarna werd het  teruggevoerd naar Mechelen waar  het met veel luister werd ontvangen.
In 1998 werd het schrijn  gerestaureerd door Xavier Aertgeerts, zilversmid te Itegem.(3)(p.13-16)
Het woog toen 340 kg.
Nog drie andere parochies hebben St.-Rombout tot patroon: Humbeek, Schepdaal en Steenokkerzeel.

De kermis te Mechelen is eerste drie zondagen van juli  en ontstond uit de processie waarbij de relikwie van St. -Rumoldus processiegewijs werd rondgedragen. Dit zou in oude tijden de ommegang genoemd geweest zijn. De stadsrekeningen van 1554-1555 vermelden dat de processie door reuzen en andere uitgebeelde volkse onderwerpen gevolgd werd, die geen rechtstreekse betrekking meer hadden met de godsdienst.(4)(p.26)
























Bronnen:

Aloïs JANS, Rumoldus in geschiedenis en legende, in: "Sint-Romboutskathedraal, gestalte van de gotische droom", VKW - Mechelen, 1990. (1)
Jan DE SCHUYTER, Op, Signorken, in: "Tijdschrift voor Geschiedenis en Folklore IV", Antwerpen, 4de jg. nr. 1 en 2., 1941.(4)
Karel VAN BETS, Schrijn voor de stadspatroon, in: "Sint-Romboutskathedraal, gestalte van de gotische droom", VKW - Mechelen, 1990. (2)
Bert VERRIEST, Het Sint-Romboutsschrijn", in: tijdschrift "Vrienden van de Sint-Romboutskathedraal",  Mechelen, 9de jg. nr.2. (3)

vrijdag 23 juni 2017

EIERDANS/ boekverbrandingen * nazisme * nationalisme* uitschakelen van volkscultuur

IN OPBOUW

Op 10 mei 1933, het jaar dat hij aan de macht kwam, beval Hitler de boekverbranding  te Berlijn.

Diefstal: tussendoor liet hij de bezittingen van de joden (o.a.) plunderen om ze op te nemen in eigen bezit.

Censuur: Op 18 juli 1942 kregen de Belgische boekwinkeliers een lijst van 1470 titels van boeken die zij niet meer mochten verkopen, want meneer Hitler had het gezegd.

Op 1 jan 2019 wordt alle cultuur en steun aan volkscultuur overgeheveld naar het Vlaams gewest. Dat geld gaat in de zakken van Vlaanderen en komt niet terug naar volkscultuur. Terwijl is men op cultuur  aan het centraliseren dat het niet mooi meer is, de invloed van de politiek op cultuur..  was nooit zo groot  en was nooit zo klein in geld. Behalve als het over concerten gaat op markten: BROOD EN SPELEN
Centralisatie is de vorm van macht die leidt naar dictatuur.
Kijk maar eens nar  Erdogan. De man van de eenheidsworst  om zijn eigen macht te vergroten.
Waar zijn bij ons de mooie principes van de liberalen gebleven!!!
In Afrika de arme mensen helpen is heel mooi,
maar hetzelfde doen in eigen land gebeurt bijna niet...

Uit het blad dat bij onze belastingen zat,  leren we dat 2.2 % naar recreatie, cultuur en godsdienst gaat.
Hoeveel krijgt dan cultuur? 0.6 % voor de elitecultuur (?) en 0.1 voor de volkscultuur (?).
Voor huisvesting en gemeenschappelijke voorzieningen 0.6 % .

Voor elitecultuur is er nog wel geld maar des te minder voor volkscultuur, die dan voor het weinige geld dat ze goed zouden kunnen gebruiken allerlei beleidsplannen, budgetten, begrotingen moeten indienen, op een niveau dat voor de gemiddelde KMO geldig is .... Voor zogenaamde vrijwilligers sportvereniging is er een vzw die voornoemde drukkingsmiddelen in orde brengt.
Waarom wordt dat geld van de provincie niet terug gebruikt voor de koepels....
Zouden we dit een vorm van diefstal durven noemen...
Men zegt dat dat van de gemeenten moet komen, maar als ik  goed rondkijk zijn een aantal gemeenten grondig bezig met de afbraak van de traditionele cultuur om ze daarna des te beter te kunnen vervangen door de cultuur van degenen die aan de macht zijn....

CULTUUR MOET KUNNEN GEDIJEN BUITEN DE POLITIEKE DRUK....
Voor het goed OVERLEVEN van de DEMOCRATIE is DIVERSITEIT IN CULTUUR  van LEVENSBELANG.


Pieter Aertsen, "De eierdans', 1557, in:  "De Europese volkscultuur , De wording van Europa", door  Wim Blockmans e.a., Nederland, 1993,  p.10.
Deze dans weerspiegelt de levenslust van het gewone volk.
Eieren al dan niet gebroken, waren symbolen van seksueel gedrag.
Dat de eieren bij het paar aan de linkerzijde zullen breken ligt voor de hand.

Wij zijn ook in een tijd waar de eierdans wordt opgevoerd, de eieren van de massa worden zonder rancune gebroken, maar de eieren van de luxe worden zonder scrupels met des te meer steun gebroed.



woensdag 14 juni 2017

Poëzie: Paul Van Ostayen(1896-1928) dichtte Guido Gezelle (1830-1899)



Speelse poëzie en modernisme
begrepen mekaar beter
dan vele geleerde heren...

Zo schreef  Paul Van Ostayen 
      over    Guide       Gezelle



Guido Gezelle (1830-1899), portret door Hendrik De Pondt.(Kortrijk)

" Plant
  fontein
  scheut die schiet
  straal die spat
  tempeest van alle diepten
  storm over alle vlakken
  wilde rozelaars waaien
  stemmen van elzekoningen bloot
  Diepste verte
  verste diepte
  bloemekelk die schokt in de kelke van bei' mijn palmen
  en lief als de madelief
  Als de klaproos rood
  o wilde papaver mijn".

Uit: "Vlaamse Arbeid", juli-augustusnummer, 1926

Paul van Ostayen (1896-1928). De dichter in uniform (WOI)

"Hij beschrijft Gezelle als de bron, de fontein van de dichtkunst,
als de alles overschaduwende/ overwoekerende poëet,
als de allround verzenbouwer van wilde en kleurige bloemen  
en  van diepe ontboezemingen."
H.F.E. Vermeir (15.06.2017)

Erlkönig (Elzenkoning, juister Elfenkoning) is een ballade, in 1782 geschreven door de Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe.
De ballade vertelt het trieste verhaal van een vader die ’s nachts te paard naar huis rijdt met in zijn armen zijn zoon. De jongen (die vermoedelijk doodziek is) ziet in zijn koortsdromen de elfenkoning, een symbool van de dood, die hem probeert mee te lokken naar de ‘andere zijde’. Het angstige kind roept naar zijn vader om hulp. De elfenkoning probeert het opnieuw, uiteindelijk dreigt hij het kind met geweld mee te nemen. Als de vader en het kind op hun bestemming komen, blijkt de jongen gestorven te zijn. Hij is voor de elfenkoning bezweken.

Het Duitse woord Erle betekent elzenboom. Dit is ontstaan door een foutieve vertaling vanuit de Deense tekst van Johann Gottfried Herder: de oorspronkelijke tekst ging over een elfenkoning. (Jacob und Wilhelm Grimm: Deutsches Wörterbuch 16 Bde. in 32 Teilbänden. Leipzig: S. Hirzel 1854-1960. Band 3. Spalte 906)

zondag 4 juni 2017

de mooiste poëzie/bloemen om van te dromen




Bloemenveld, tuin pastorie OLV-over-de-Dijle, Mechelen. (2013) Foto: © H.F.E.Vermeir

De gulheid van de natuur

" De bloem, vermoeid haar geuren
  te aêmen,
  buigt neer en vouwt 
  haar blaadjes zamen."

Johannes IMMERZEEL JR. (1776-1841)


" In het paradijs staat de plant
                      die openspringt
              als de dauwdruppels
   van zijn bladeren druppelen."

Ui: Sir Gawayne and the Greene Knight.(p.49)

" Alles waar de mens van droomt,
  wat hij zich helder voorstelt,
  wat het geloof schept
  of waarnaar de liefde verlangt,
  bestaat uit verschrikkelijke, vreemde,
  sublieme en prachtige vormen."

Percy Bysshe Shelley (1792-1822) p.86.

EGO FLOSS...

"Ik ben een blomme
en doe des morgens open,
des avonds toe mijn blad,
om beurtelings, nadien,
wanneer gij, zonne, zult,
heropgestaan, mij nopen,
te ontwaken nog eens of
mijn hoofd den slaap te biên."

Guido Gezelle (Brugge 1830- 1899)
Tweede strofe van de zeven. In: "De mooiste gedichten van Guido Gezelle", samengesteld door Jozef Deleu, lannoo, 1998, p.56. Gedicht uit 1898.

Ego Flos: Ik ben een bloem (Hooglied 2,1: Ego flos campi, et lilium convallium = ik ben een bloem van het veld, een lelie der dalen) eeuwig onontaard: niet veranderd van aard

Verwijzing: (eerste drie teksten)
 Edward Lucie-Smith, "Flora in de kunst en de literatuur", Librero, Hedel, 2001.