Roald DAHL publiceerde in 1975 het schijnbare kinderboekje
DE TOVERVINGER
Met een kritisch oog wordt de wereld van de jagers aan ons en anderen op een fantasierijke wijze duidelijk gemaakt.
Hier krijg je de centrale tekening uit het boekje. Tekening van Tom Eyzenbach.
Hieronder de tekst van Roald die betrekking heeft op de tekening:
" 'Help!' riep ze, 'Kijk! kijk daar es beneden!'
'Wat is er dan schat?' vroeg meneer krijtjes
Hij stond op en tuurde over de rand.
Hij kreeg de schok van zijn leven.
Beneden hen op de grond stonden de vier reuze-eenden, zo groot als mensen, en drie van hen hadden geweren in hun handen. De een had het geweer van meneer Kreitjes, de ander het geweer van Filip en de derde dat van Willem.
Alle drie de geweren waren op het nest gericht.
'Nee! Nee! Nee!' riepen meneer en mevrouw Kreitjes tegelijK. 'Niet schieten! Alstublieft!'
'Ja, maar, dat is niet hetzelfde,' zie meneer Kreitjes.
'Wij mogen op eenden schieten!'
'Van wie mogen jullie dat dan?' vroeg de eend.
'Dat mogen we van elkaar,' zei meneer Kreitjes.
'Heel goed,' zei de eend, 'dan mogen wij nu van elkaar op jullie schieten.'
(Wat zou ik toen graag het gezicht van meneer Kreitjes gezien hebben)
'O, alstublieft!' riep mevrouw Kreitjes.
'Mijn twee kindertjes zijn er ook bij! Jullie willen toch zeker mijn kindertjes niet doodschieten!'
'Jullie hebben gisteren mijn kinderen doodgeschoten,' zei de eend, 'jullie hebben alle zes mijn kinderen doodgeschoten.'
'Ik zal het nooit meer doen!' riep meneer Kreitjes.
'Nooit, nooit meer een eend doodschieten zolang ik leef!'
......
Roald DAHL, De tovervinger, vert. uit Engels: Harriët Freezer; ill.: Tom Eyzenbach, Baarn: Fontein, 1990, 8ste druk, 43 p., p. 35-38.
Roald klaagt hier ht misbruik van de machtigen ( met geweren aan);
zij schieten de onmachtigen zomaar dood.
Een dergelijk houding zie je heden ten dage vanuit het Vlaams Gewest wanneer het over de cultuur en de heemkunde en de volkskunde en .....van de vrijwilligers gaat; zij worden onderuit gehaald met veel geld dat naar zogenaamde professionelen gaat . Die 'onmisbare' (sic) vrijwilligers moeten dan naar de pijpen en de 'carrière planning' en politieke agenda van die mannetjes en vrouwtjes dansen.
DE TOVERVINGER
Met een kritisch oog wordt de wereld van de jagers aan ons en anderen op een fantasierijke wijze duidelijk gemaakt.
Hier krijg je de centrale tekening uit het boekje. Tekening van Tom Eyzenbach.
Hieronder de tekst van Roald die betrekking heeft op de tekening:
" 'Help!' riep ze, 'Kijk! kijk daar es beneden!'
'Wat is er dan schat?' vroeg meneer krijtjes
Hij stond op en tuurde over de rand.
Hij kreeg de schok van zijn leven.
Beneden hen op de grond stonden de vier reuze-eenden, zo groot als mensen, en drie van hen hadden geweren in hun handen. De een had het geweer van meneer Kreitjes, de ander het geweer van Filip en de derde dat van Willem.
Alle drie de geweren waren op het nest gericht.
'Nee! Nee! Nee!' riepen meneer en mevrouw Kreitjes tegelijK. 'Niet schieten! Alstublieft!'
'Ja, maar, dat is niet hetzelfde,' zie meneer Kreitjes.
'Wij mogen op eenden schieten!'
'Van wie mogen jullie dat dan?' vroeg de eend.
'Dat mogen we van elkaar,' zei meneer Kreitjes.
'Heel goed,' zei de eend, 'dan mogen wij nu van elkaar op jullie schieten.'
(Wat zou ik toen graag het gezicht van meneer Kreitjes gezien hebben)
'O, alstublieft!' riep mevrouw Kreitjes.
'Mijn twee kindertjes zijn er ook bij! Jullie willen toch zeker mijn kindertjes niet doodschieten!'
'Jullie hebben gisteren mijn kinderen doodgeschoten,' zei de eend, 'jullie hebben alle zes mijn kinderen doodgeschoten.'
'Ik zal het nooit meer doen!' riep meneer Kreitjes.
'Nooit, nooit meer een eend doodschieten zolang ik leef!'
......
Roald DAHL, De tovervinger, vert. uit Engels: Harriët Freezer; ill.: Tom Eyzenbach, Baarn: Fontein, 1990, 8ste druk, 43 p., p. 35-38.
Roald klaagt hier ht misbruik van de machtigen ( met geweren aan);
zij schieten de onmachtigen zomaar dood.
Een dergelijk houding zie je heden ten dage vanuit het Vlaams Gewest wanneer het over de cultuur en de heemkunde en de volkskunde en .....van de vrijwilligers gaat; zij worden onderuit gehaald met veel geld dat naar zogenaamde professionelen gaat . Die 'onmisbare' (sic) vrijwilligers moeten dan naar de pijpen en de 'carrière planning' en politieke agenda van die mannetjes en vrouwtjes dansen.