Ik heb de indruk dat men in deze tijd vooral de "eigen aard" van bevolkingsgroepen in onze maatschappij probeert weg te stoppen, terwijl juist aspecten van die aard een bijdrage kunnen leveren tot een aangenamer toerisme en een aangenamere diversiteit. Het wegmoffelen gebeurt vooral in het politieke circuit waar onze "dappere politiekers" somtijds niet verder zien dan hun neus lang is.
Voor deze inhoud ben ik vooral op zoek gegaan bij K.C. Peeters,
Eigen AARD, grepen uit onze Vlaamse Folklore, Antwerpen, 1946(?), 2de druk.
TAALEIGEN
"De Mechelse a in tegenstelling met de Antwerpse (een klank tussen a en o) klinkt zuiver als de Nederlandse en men bespot in het Antwerpse de Mechelaars door in zinnen als deze hierbij de a opzettelijk lang te rekken: 'Daar staat alle zaterdagen veel water, van aan de statie tot aan 't Seminarie'."(p.107)
het (oude) seminarie: aan Merode- en Varkensstraat.
zie ook hieronder.
SPOTNAAM
In de iconografie van de spotnamen neemt de Mechelse maneblusserij een opmerkelijke plaats in. In de nacht van 27/28 januari 1687 was er schijnbaar een maneschijnbrand van de St.-Romboutstoren te Mechelen. De Mechelaars die die wilden blussen haalden hun spotnaam daar vandaan: maneblussers. Reeds op 2 februari verscheen er een Vlaams satirisch gedicht van 72 verzen, getiteld "Openen brieven van daegement". In dit ultra komisch stuk daagt Mechelen 14 andere gemeenten (Antwerpen, Brussel, Vilvoorde, Lier, Leuven, Aalst, Dendermonde, Gent, Lokeren, Diest, Dinant, Balen-Kempen, Weert en Poperinge) voor de Geheimraad van Geel, ten einde die gemeenten te zien veroordelen tot het stoppen van hun gespot met de Mechelaars, die voortdurend voor Maneblussers uitgescholden werden... (p.137)
Een beschrijving vonden we in 't Swanekoeriertje van 2008:
"Volgens geschiedschrijvers gebeurde het in de nacht van 27 op 28 januari 1687. De Sint-Romboutstoren was in de mist gehuld. Een dronkaard, die tamelijk laat naar huis terugkeerde, zag plots dat die toren in brand stond en sloeg onmiddellijk alarm
Buren, uit hun diepste slaap opgeschrikt, trokken hun vensters open en konden alleen hetzelfde vaststellen.
In een mum van tijd stond de hele stad in rep en roer en werd de noodklok geluid. Het stadsbestuur, de burgemeester op kop, snelde naar de plaats van het onheil en begon in ijltempo de bluswerken te organiseren.
Langs de torentrap (514 trappen) gingen emmers water als een ketting van hand tot hand, maar nog vooraleer de top werd bereikt, schoof de maan doorheen de nevel en moesten de moedige Mechelaars toegeven, dat ze slechts de rossige nevelgloed van de maan hadden gezien. Hoewel ze geprobeerd hebben de zaak stil te houden, konden ze niet verhinderen dat er zelfs over de landsgrenzen heen hartelijk om gelachen werd. De spotnaam "Maneblussers" zouden zij voor altijd bewaren."(5)
Tekening: H. Lievens.
VOLKSFIGUUR / IDENTIFICATIE "op-sinjoor"
Hierover publiceerde ik ruim in voorgaande items op dit over
"op-sinjoor" zie daar.
Het gaat hier o.m om de strijd tussen Antwerpenaars en Mechelaars.
WAPEN VAN MECHELEN
Het wapen van Mechelen, drie palen van keel op een veldvan goud, vertoont treffende gelijkenis met dat van Aragon, vier palen in keel op een veld van goud)..
Nu de sage-uitleg daarrond:
De dubbele zwarte arend van het Keizerrijk,die in het wapen voorkomt, is er maar bij gekomen toen keizer Maximiliaan de heerlijkheid Mechelen tot graafschap verhief.
De drie palen in het Mechelse wapen hebben een roemrijker geschiedenis:
Walter Berthout de Grote, die heer van Mechelen was,ijlde de koning van Aragon ter hulp toen de Saracenen Aragon bedreigden. Berthout was zo ondernemend dat hij de Saracenen zelfs driemaal versloeg. Als beloning mocht hij aan de koning een uitzonderlijke vraag stellen. Berthout vroeg het derde deel van het koninklijk wapen (dit had negen rode palen als herinnering aan de negen bloedige veldslagen die de koning won. De koning vond dit verzoek heel vreemd. Hij kon niet weigeren daar hij zijn erewoord gaf. Walter kreeg drie van van de rode palen. (p.192)
Walter of Wouter
HEILIGE
Sint-Rumoldus, feest op 1juli
De patroonheilige van de kathedraal.
"LAMOTTIGE" BRUG
Een vijftal jaar geleden werd aan de Lamotsite een brug over de Dijle gelegd. Dat moest de Van Beethovenbrug worden. Op de lelijke metalen brug staat Lamot en de Mechelaas maakten er de "Lamottige" brug van daar die brug het zicht ontneemt op de historische omgeving. zie vroeger op deze blog.
SINTE-METTE ZINGEN
Op 11 november zingen de Mechelse kinderen Sint-Maarten. Ze gaan als bedelaar of sint de straat op, verkleed met een mantel en een mijter. Af en toe zie je zelfs een 'kruk' opduiken (een soort zitstoel die gedragen werd), een zwaard of muziekinstrumentjes. Aanbellend bij de mensen zingen ze dan het oeroude liedje
Sinte-Mette van de ruggenuchte. Ze worden beloond met wat snoep of kleingeld.
Sinte Mette van de ruggenuchte
Ha me zane grazen baad,
Uffrake wilde me kabaske is vulle
En leut ons ni lang nemie staan
Want ha hust, a ei en valling
Gèft em e pastilleke, 't zal overgaan
Sinte Mette oep de kruk
Gèft nen appel of e stuk
Gèft een peir of een smeir
Sint Mette den beideleir
Hij hé Zenne mantel deurgesneeje
Oem an den erreme te geeve
E beloofde an zen vraa dattem
koekebakke zou
Ivo, Ivo dattem koekebakke zou.(6)
Alle elementen van het gegeven zijn terug te vinden:
wanneer ze gaan zingen: "ruggenuchte" , voor de middag..
hoe sinte-mette er uit ziet: "grazen baad", een grijze baard; een "beideleir" die z'n mantel doorsneed en da stuk aan een arme gaf.
waarvoor ze komen: om hun "kabaske" (handtas) te vullen
waarmee: een appel een peer of een smeer (een 'mot' rond hun oren...)
en er worden koeken (pannekoeken) gebakken als ze thuis komen.
DRIEKONINGEN ZINGEN
Driekoningen, Driekoningen,
Koop mij een nieuwe hoed,
Mijn ouwe is versleten,
Mij vader mag 't niet weten,
Mij moeder heeft het geld
Op de rooster geteld.(2)
Genoteerd te Mechelen in 1963.
In het Mechels klinkt dat enigszins anders:
Drau keuninge, drau keuninge
Ze dragen ne neven (h)oot,
Den auwen is versleite
Ons moder mag et nie weite
Ons vader (h)eit et geld
Oep den rooster geteld.(4)
Er kunnen nog beperkte varianten bestaan. Het is goed om weten dat het dialect van het Begijnhof en dat van Nekkerspoel wel wat verschillen vertoonde.
PASEN
Bim, bam, beieren,
De koster lust geen eieren,
Wat lust hij dan?
spek in de pan,
O wat een lekkere koster dan?(3)
Deze laatste lijn heb ik er nooit bij horen reciteren.
Knipsel van mevr. J. de Jong-Brouwer (Jantje III) in Tjaard W.R. de Haan, p.31.
In deze blog vind je nog Mechelse items op:
10.11.2011 over "Sint-Maarten
19.01.2012 "Oud rijmpje over Antwerpen, Mechelen en Leuven"
12.04.2012 "Over pissijnen"
Nog andere EIGENAARDIGHEDEN over Mechelen,
breng ze op deze blog. Meld hieronder de inhoud...
Verwijzing:
Tjaard W.R. de Haan,
Onze Volksrijmen, Het Spectrum, Antwerpen, 1978.(2 , p.17), (3 p.32)
Jan Smets, "Het is belangrijk om deze traditie in ere te houden", in:
Gazet van Antwerpen, 31.10/01.11.2013, p.16. (6)
Eric Van Loo, "Een 300 jaar oud lied over de Mechelse Maneblussers", in:
't Swanekoeriertje, maart-april 2008, p.51.(8)
"Waar is de tijd", Mechelen 1000 jaar Mechelaars en hun volksleven, Waanders/Diogenes, Zwolle, 2001; Op tekst van M. Kocken en Patrick De Groof. (4 p. 123)