Uit: "Almanak van O. L. V. van het H. Hart", 14de jaargang, 1903, p.159. |
Voltaire schreef reeds over mode: "De meeste nieuwe modes hebben haar ontstaan meer te danken aan de grillen dan aan de smaak." Hoewel er kunnen nog een aantal andere redenen zijn.
Om gebreken te verbergen of te compenseren.
Zo zou Lodewijk XIII de pruik in voege gebracht hebben om littekens te verbergen van een verzwering aan het hoofd. Natuurlijk volgden de hovelingen het voorbeeld aan het Franse hof eerst en daarna aan de andere hoven. Zo speelde het ontstaan van de hoge hakken een rol om kleine vrouwen (mannen) wat groter te doen lijken.
De mode van het kanten zakdoekje in de hand kwam van keizerin Joséphine, de echtgenote van Napoléon. Zij hield het zakdoekje voor de mond wanneer ze lachte omdat ze lelijke tanden had.
Koningin Louise van Pruisen, een tijdgenote van Joséphine voerde keelbanden en dassen uit tule in , om de klieren onder haar kin te verstoppen.
De crinoline(hoepelrok) kwam in de mode tijdens het Tweede Keizerrijk (Frankrijk) wegens de pronkzucht van keizerin Eugenie. Zou het de bedoeling geweest zijn haar dik achterste te verstoppen?
Dan nu een moderne versie van een hoed...
Hier de turban hoed van koningin Mathilde, versie 2014. www.royalglitter.com
De motieven van de hoedenmode spelen nog steeds, vooral het glamour aspect van de "happy-few".
Nog versjes:
Mijn hoed die heeft vier deuken,
Vier deuken heeft mijn hoed,
en heeft mijn hoed geen vier deuken
dan is het mijn hoed niet meer
******
Mijn hoed heeft drie hoeken,
Drie hoeken heeft mijn hoed...(1)(p.44)
We hebben zeker één van de twee of alle twee de versjes boven gehoord.
Welke hoed heeft vier deuken?
Welke hoed heeft drie hoeken?
Het laatste gaat over de tricorne, een hoed met drie kanten, die vroeger bij uniformen hoorde.
Een opvallende muts is die van de wacht van Buckingham Palace, die kolbak genoemd wordt.
Verklaring begrippen:
kolbak: m. (ken), beremuts, hoge pelsmuts, als onderdeel van een militaire uniform
tricorne: m.(s), steek, hoed met drie punten.
In de mode komt ook wel wat humor om het hoekje kijken.
Overleg
A.: "Hoe kunt ge toch bij zulke koude met uw vrouw gaan wandelen?"
B.: "Ik kies de koudste dagen om te wandelen. Dan zijn de ruiten van de modemagazijnen bevroren!"
Dit probleem is reeds lang opgelost.
Was het maar waar!
Boer, die in de stad in een vitrine een pankarte "laatste mode" leest.
"Goddank, dat het eindelijk met die zottigheden uit is."
Waar moet het naartoe!
Heer tot een dame , die met grote haast de hoedenwinkel verlaat.: "Waarom zo'n haast?"
Dame: "Anders is mijn hoed uit de mode voor ik thuiskom."
'n Kwaal
"Hoe gaat het met uw vrouw?"
"Vrij goed; maar ze sukkelt nog al met haar hoofd."
"Zenuwhoofdpijn?"
"Neen, ze heeft elke veertien dagen een nieuwe hoed nodig."
Vogelmode
A.: "Dat is een aardige verzameling opgezette vogels, die ge daar hebt."
B.: "Ja, ze hebben me heel wat geld gekost."
A.: "Waar hebt ge ze vandaan?"
A.: "Van de afgedankte hoeden van mijn vrouw."
VERWIJZING/
F. Pauwels, R. Perck, e.a., Wat Wij Leren, Taalboek voor de eerste pre-industriële en oriëntatieklas, De Sikkel, Antwerpen, 1957. (1)(p.44)