schreef Saturae één van de oorspronkelijkste boeken van de Latijnse letterkunde. Het is een kostelijk document voor de kennis van bepaalde kringen onder het vroege keizerrijk.
Petronius, Het gelag bij Trimalchio, Paul Verhoeven (vertaling uit het Latijn), Klassieke Galerij, nr.16, 1944 |
HET GASTMAAL VAN TRIMALCHIO
De gehele geschiedenis, zoals die in de ons bewaarde delen der Satyrae verhaald wordt, speelt zich af rondom drie jongelui, die ieder een gelatiniseerde Griekse naam dragen: Encolpius, de verteller, wiens naam betekent: ,,hij die aan iemands boezem rust'', Ascyltos, ,,de onvermoeibare'', en Giton, ,,het buurjongetje'', een schone lievelingsslaaf en onafscheidelijke metgezel van Encolpius. Zij combineren het vak van rondtrekkende avonturiers met dat van zakkenrollers en zijn er steeds op uit, ergens gastvrijheid te genieten. Zoals uit de eerste hoofdstukken blijkt, hebben zij kennis gemaakt met een zekere Agamemnon, een leraar in de welsprekendheid. Nadat zij allerlei avonturen hebben beleefd, komt een slaaf van deze Agamemnon er zijn meester en de drie jongelui aan herinneren, dat het tijd is naar het feest van Trimalchio te gaan, waarvoor zij alle vier een uitnodiging hadden ontvangen.
Hier nu begint het verhaal van de maaltijd ten huize van de vrijgelatene Trimalchio. (1)
VERTAALD DOOR PROF. Dr. P. J. ENK
MCMXLVII
G. A. VAN OORSCHOT - UITGEVER
AMSTERDAM
Gevleugelde woorden
" Wee ons, hoe nietig is het arme mensenkind!
Zo zullen we allen zijn als Dood ons schaakt:
Leven wij dus zo lang als duurt 't genot!" (p.19)"Veel koks bederven de brij
en eens de zaken verkeerd lopen
zijn de vriendjes de pijpuit." (p.24)'Gij kunt niet zeggen dat ik geen Bacchus heb!"(p.28)
"Wie lichtgelovig is kan nooit iets goeds doen,
vooral niet een zakenman." (p.31)"Als het u belieft", zei Echion, de lompenkoopman, "wat beter spreken!".
"Dan zus, dan zo", zei de boer: hij had een bont varken verloren.
Wat vandaag niet is, kan morgen zijn: zo gaat het leven... (p.34)Referentie:
http://www.koxkollum.nl/petronius/Het%20gastmaal%20van%20Trimalchio.htm (1)
p. 28. Trimalchio zegt: Non negatis me habere liberum patrem, wat betekent wat hierboven staat, maar ook: "Gij kunt niet zeggen dat mijn vader geen vrij man was".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten