Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

vrijdag 26 september 2014

Een gedicht / een lied per maand: Jan Luykens gedicht ... muziek in de oren!


IN OPBOUW



" 't Zedig aangezicht" van Jan Luyken (Nederland) , 2de dr. van 's Menschen Begin, Midden en Eynde,  1719.(1)


La Duchesse Rojaa

In 't rijzen van de koelen dach,
Als yder nog te slapen lach,
Zat Appelonia, die ik sach
('t Zijn my geen dromen)
In de schaauw der bomen,
 En streelde een Luyd,
Terwijl sy uyt
Een heldere boesem song.
Stil hield de tong
Die 't geveert
Van het hele Woud braveert;
Het singen,
't Springen,
't Fluyten,
't Tuyten
En 't Swieren,
Gieren,
Dat
In de 
Linde
Leefde,
Sweefde,
Was nu stil, en sat
Te luysteren;
't Fluyst'ren
Van de blaan ging sacht,
O Goon, 
Zo schoon
Een Zang
Haar dwang
Heeft my verkracht.


Uit: Duitse Lier, T'Amsterdam, 1671, 8-ste verdeling.(2)

Jan Luyken, 1649-1712.
Dichter en etser.
Zijn eerste bundel is een verzameling minneliederen, vol arcadische natuurlyriek, luchtig en lieflijk, zinnelijk en werelds.
Dat was de Duytse Lier (1671). 
Nadat hij o.i.v. de mystieke Jakob Böhme was gekomen, kreeg hij spijt van zijn wuftheid en kocht hij zoveel mogelijk exemplaren van zijn boekje weer op.
Zijn ommekeer weerspiegelt zich in de rest van zijn poëzie: stichtelijke verzen met didactische inslag. Bij deze verzen, op de wijze der dichters van de emblemata, graveerde hij zelf zijn prenten. Daardoor is zijn werk zo fraai: het is in alle opzichten een eenheid.
Met hem eindigt voor lange tijd een eeuwenlange reeks dichters van godvruchtige poëzie.
Hij schreef o.a. Jesus en de Siel (1678), Het Menschelijk Bedrijf (1648),  De Bijkorf des Gemoeds (1711) en vele andere bundels.(3)



Uit: Voncken der Liefde Jesu, 1687. Na Luyken is het met de populaire emblemata-literatuur gedaan.(4)



Verwijzingen

(1) F. Bauer, Jacques Den Haan,J. Hulsker, Ger Schmook en Garmt Stuiveling, De Nederlandse Letterkunde in honderd schrijvers, De Sikkel, Antwerpen, 1953, 2-de dr., p.61.
(2) M.C.A. Van der Heijden, De ziel van den poëet vertoonst zich in zijn dichten, Lyriek van vier Amsterdamse dichter uit de 17de eeuw, Het Spectrum, Antwerpen-Utrecht, 1967, p.296.
(3) F. Bauer, o.c., p.61.
(4) Ibidem.

zondag 14 september 2014

De maand MEI beschreven... in verleden, volkskundig, gravures en met Venus




DE BENAMING

is niet zomaar voor de hand liggend.
Volgens sommige etymologen is het afgeleid van het Latinse Majus, dit op zijn beurt van Magnus(= groot), wat er schijnt naar te verwijzen dat in deze periode van het jaar alles "groot wordt".
De maand werd door de Romeinen toegewijd aan de ouderen, de Majores, ook afgeleid van Majus.
In de Salische wetten is er spraken van Meo.
Volgens de Comptoir-almanak (Brugge, 18de eeuw) is de naam van de maand afkomstig van Maia, de naam van de moeder van Mercurius:
"Mijnen naem gaf 't heydens volk,
  naer Maia de godin van allerlei gewas."

Over de naam zelf:
"Becanus leidt  den naam af van het woord mei, bloemtak, en Wachter laat in 't midden of dit , ofwel het omgekeerde, dal nl. de tak den naam aan de maand ontleent, 't geval is, ... dat beide woorden uit één bron zijn voortgevloeid, t.w. maehen, ons maaien." (1)

Besluit:


Bartholomeus Spranger, Maia, 1580.  http://www.romeinspompeii.net/plaatjesoudnieuws/maia.jp

Volgens de Oud-Romeinse kalender de derde, volgens de Juliaanse de vijfde maand van het jaar; ze telt 31 dagen.
Genoemd naar de Romeinse godin Maia, de godin van de aarde. Hierboven voorgesteld met Vulcanus. Ook in verband gebracht met het Latijnse woordje magnus, (= groot) omdat alles tijdens deze maand in de natuur groter wordt, m.a.w. groeit.
Andere benamingen: Mariamaand, Vrouwenmaand, Bloeimaand, Bloem- of Bloeimaand (in het oud-Fries Blommenmoanne), wonnemaand (= vreugde volgens het Oud-Germaans).(2)


BASISELEMENTEN VAN DE MAAND




Door de kerstening van onze gewesten kreeg Mei  de naam van O.-L.-VROUW- of MARIAMAAND, omdat zij was toegewijd aan de H.Maagd, op wie de verering van Freya, in de Germaanse tijd, was overgegaan. In de Christelijke streken werden vele grote en kleine kapellen en kapelletjes aangebracht langs de wegen op oude hoeven en, de huizen of boomstronken. In de maand mei werden deze moei versierd en werden processies gehouden die die kapelletjes aandeden. Aan elk oord werd dan stilgehouden gebeden en gezongen.

Waar men ga langs Vlaamse wegen,
Oude hoeve, huis of tronk,
Komt men u, Maria, tegen,
Staat uw beeltenis te pronk... (15)


Bedevaartsoorden ter ere  van Onze-Lieve-Vrouw kregen zowat 50 jaar geleden in deze maand een massale toeloop, nu is dat wat minder maar Scherpenheuvel en Hanswijk in Mechelen worden in de maand Mei toch nog druk gefrequenteerd.

De MEIGEBRUIKEN

Meinacht
Meinacht is een wonderlijke nacht. Naar het volksgeloof reden in de Walpurgisnacht (tussen 30 april en 1 mei) katten en heksen op bezemstokken en mestvorken door de lucht. Al bij de Germanen vierde men de heksen-sabbat.
De Luikse meisje plantten dan op de Sint-Walpurgisberg drie twijgen van gelijke grootte. Elke twijg was omwonden met een draadje van verschillende kleur: het zwarte draadje betekende dat ze niet zou huwen,het rode draadje was de uitdrukking van de jongen van haar keuze, de groene draad, het zinnebeeld van de hoop. De twijg die het hoogste groeide, werd door de meisjes beschouwd als een voorteken (omen) van hun komende levenssituatie.(14)


Meiavond/Meivuren
Deze laatste zijn voor onze gewesten terug te voeren tot de oude Germaanse gewoonten bij het Lentebegin.
Op de meiavond vierden de oude Grieken en Romeinen de jonge Mei.
Ook onze Germaanse voorouders organiseerden vreugdefeesten op de Meiavond. Offers van lentegroen werden "Wodan, den eersten dag der Meimaand in Germanië wedergekeerd van zijn huwelijksreis" (5) opgedragen. Op hoger gelegen plaatsen ontstak men Meivuren waarrond gedanst werd.

Op Texel (eiland in Nederland) ontsteekt men nog steeds  een lentevuur, de zogenaamde meierblis.(4)

Elk jaar op 30 april worden tegen zonsondergang op diverse plaatsen op Texel de zogenaamde 'Meierblissen' aangestoken.Cultuur_meierblis
In de weken voorafgaand hieraan wordt door kinderen brandbaar materiaal verzameld. Het bijeengebrachte materiaal wordt op 30 april aangestoken, waarbij de aanwezigen rondom het vuur staan en aan ijzerdraad geregen aardappelen poffen. De kinderen smeren elkaar met roet in. De 'Meierblis' vormt een vreugdevuur, waarmee de komst van de lente en het licht gevierd wordt. 'Blis' is het Texelse woord voor vuur.(6)



Meibruid
Bij de oude Germanen werd de Mei ook gevierd door het feestelijk kronen en plechtig inhalen van een jong meisje, met bloemen versierd en met loverkransen opgesmukt. Zij werd de Meibruid of de Meikoningin genoemd. In Limburg, maar ook Heist-o/d-Berg  was het tot voor enkele jaren het gebruik dat de jongens hun Meikoningin of Meilief kozen op Meiavond. Te Hasselt kozen de gezellen der Rederijkerskamer hun Meigraaf en werd het aloude Meyliedje gezongen. Het Mei-zingen gebeurde nog lange tijd door kinderen.(8)

Meigilden
Deze belastten zich met het planten van de meiboom. Bij deze gelegenheidwerd een meigraaf of meikoning en een meigravin of meikoningin gekozen. Nadat de meigraaf door de leden van de gilde was aangedid en wanneer de mei was geplant werden er liedeen gezongen, terwijl de meigraaf het meisje van zijn keuze twijfelend een loverkrans omhing:

'k Heb een meitak in mijn hand,
Aan wie zal ik hem geven?
Aan mlijn liefste X,
Zal ik hem prezenteren!

In 1830 werden derlijke gilden opgericht te Dendermonde, Gent, Hasselt en Wieze.
Een maal de mei geplant werd er uitbundig gefeest.

De meiboom wordt geplant,
Versierd met groene kransen;
De jonkheid hand aan hand,
Ziet men met vreugde dansen,
Sa, meiskens, wiegij zijt,
Neemt acht op uwe tijd,
Want in de ouderdom,
Krijgt gij geen jeugd weerom!(10)

Meiboom
De versierde meiboom , die men heden ten dage nog veel ziet in Oostenrijk en Beieren had vroeger ook zijn plaats in onze gewesten, bekijk maar eens sommige schilderijen van de Breugels. De boom is een symbool van de vruchtbaarheid  van mens, dier en akker en vindt zijn oorsprong in de Germaanse lentefeesten.In het volksgeloof werd hij gewaardeerd om de heilaanbrengende kracht en daarom werd hij aanvankelijk voor de woning van machthebbers geplant. Dit geschiedde hier te Haacht voor het huis van de koning van de St.-Sebastiaangilde en te Wieze  stak men de mei voor het kasteel in de grond. 
Andere plaatsen waar meibomen geplant werden in de St.-Walpurgisnacht(de heksennacht)  zijn: Aalst, Assent, Brugge, Deftinge, Heist-op-den-Berg, Leuven, Schendelbeke en Tongeren.
Ook op andere tijdstippen werden meien geplant als oogstmei (o.a. te Brussel), als richtmei, als schutsmei(op een huis), als liefdemei en als bruidsmei.(9)

Een liefdemei werd door de jongens voor de woning van hun geliefde geplant.
Een denneboom of een eglantier, een berk of een laurier duidden een blijvende liefde aan,
met de wilg wilde men de babbelzucht van het meisje onderstrepen,
een doorntak wees op haar kwaadaardig karakter,
een vlier of een notelaar op haar ontrouw,
en een populier of een kerselaar op haar onstandvastigheid.
Zij die van geen vrijen wilden weten, werden schimpend een "sloor" genoemd.
De hagedoorn, de hulst of de kale doorn waren de schandmei  voor boosaardige, zotte, nukkige meisjes, met wie geen huis te houden was.
Een stropop werd aan de gevel gehangen van een dartel meisje of een meisje dat het met vele jongens deed of overspelig was. In Idemgem, Moerkerke, Onkerzele en Haspengouw kwam dat voor.
Sommige meien kregen een opschrift mede, zoals:


Hier hebt ge een dorren,
Dan kunt ge knorren.

Het gaat hier waarschijnlijk om een jongen die een blauwtje liep.

Meitak bedelen

Te Hansbeke, het Brugse en het Gentse gingen de kinderen met een meitak van deur tot deur, wijl ze bedelliedjes zongen:

Ik plantte mijn mei,
en ik brak een ei,
en de dochter viel uit mijn schale,
vrouwke, wilde mij geen ander eike geven?
Ik zal uw dochterken niet halen;
schiet diep in de nest,
de zwarte hoenderkens leggen best,
de witte niet te min,
schiet er tot over de kop de elleboog in.
Vrouwke van de neste,
langt er van de beste,
'i Zal er wel verdienen,
'k Zal er mee naar huis gaan
en in mijn moeders koekepanneke slaan! (12)

In Ooost-Vlaanderen klonk het als volgt:


Mei, mei, koele mei,
Vrouwke, geef mei een pasei,
Wilt ge mij iets geven?
Geef er mij een stuk of zes,
Tot mijn korf vol es! (13)

De kinderen kregen dan een ei, een koek of een muntstuk.

.

                                                                                                                                                                                                                                              
Prent met als opschrift hier "De vreugden van het leven" en bijgevoegd uit een middeleeuws boekwerk, in: De sexuele zeden en gewoonten der volkeren in de loop der tijden: AANVAL EN VERDEDIGING, uitgev. Nooitgedacht , Hilversum, s.d. , p. deel 2, p.127.

 In feite gaat het over een prent die één van de Zodiacprenten is van een gravurereeks einde 16-de - begin 17-de eeuw. De voorstelling is die van de maand MEI
Op de prent zijn heel wat koppeltjes weergegeven.
Links vooraan is er  een bad in open lucht  met een naakte man en vrouw. Ze zijn mekaar heel behulpzaam.Bij het bad een oude "kwene" die de badgasten voorziet van spijs en drank.
Vooraan 4 paren die een dansje uitvoeren op de tonen  van de muziek links. Nog meer links drie personen, waarbij de vrouw de man  de kin streelt.Rechts bovenaan een liggend paartje dat de omgeving goed observeert. Het is een prent die inhoudelijk de maand mei weergeeft.
Links en rechts bovenaan de balans en de stier. In het midden Venus met de rug naar ons gekeerden een speer in de hand?

Horoskoop:
- Stier (20 april - 23 mei).
- Tweelingen (24 mei - 22 juni)



VENUS


Onderschrift: "Déesse de l'amour et de la sensualité, Vénus gouverne le Taureau. In:  L'Astrologie, L'histoire, les symboles, les signes, door Solange de Mailly Nesle, éd. Fenand Nathna, s.d., p.135.


WEERRIJMPJES

- Mei koud en nat,
   Vult zak en vat.

- Een natte mei,

   Boter in de wei.

- Meiregen,

   Meizegen.

- Een koude mei,

   Een gouden mei.

- Een goede mei,

   Telt voor drij.(drie)

- Het staartje van mei is het staartje van de winter.


- Is het weer in mei zeer mooi,

   In de schuur weinig hooi.

Bovenstaande weerrijmpjes zie bij André VER ELST.

- Mei koel en nat
   brengt koren in het vat;
   of : vult de schuur en vat.

- Mei koel en wak

   brengt veel koorn inden zak.

- Wil Mei koele zijn,

   hij geeft veel hooi en goeden wijn.

- Is de Mei een hovenier,

   dat is ook boerkens plezier.

- Een bij in den Mei

  Is zo goed als een ei.

Zie bij Adolf Ulens. (3)

- In Mei,
   Leggen alle vogeltjes een ei,
   Behalve de kwartel en de griet,
   Die leggen in de meimaand niet.(11)

Illustratie van Gerard Huysser(7)




VERWIJZINGEN/

(1) F.W. DRIJVER, Mozaïek, I, P. Noordhoff, Groningen, 1898, p. 106.
(2) André VER ELST, Folkloristische Tijdspiegel voor België, Is. Mertens, Brussel 1, s.d., p.150.
(3) Adolf ULENS, De tijd in de folklore, Drukkerij L. Braeckmans, Brecht, 1931, p.67.
(4) Dr. Schrijnen, Nederlandse Volkskunde, I, p.192.
(5) Lod. Rock; in "ons Volk", 1920, p.264.
(6) http://www.texel.net/nl/over-texel/historie/cultuur/
(7) Jan VRIENDS, Juni is de maand der vogels, in: "Zonnewijzer, almanak voor het Katholieke gezin", Spectrum, Utrecht,1939, p.256.
(8) Adolf ULENS, o.c., p.65.
(9) André VER ELST, o.c., p.151
(10) Albert VAN HAGELAND, Hendrik Conscience en het volksleven, Leuven, 1953, p.275..
(11) Tjaard W.R. de HAAN,  Onze Volksrijmen, Het Spectrum, Antwerpen/Utrecht, 1978, p.231.
(12) Laura Hiel, Zing mee,  IV delen, Brussel, 2de dl., 1942, p.385.
(13) Ibidem, p.397.
(14) Lod. Rock, in "Ons Volk", o.c., p.265.
(15) Gust MÜLLER, Van Nieuwjaarsochtend tot Oudejaarsavond, Goede Pers, Averbode, s.d., p.53.

maandag 8 september 2014

Wie weet het antwoord? Het antwoord is er.



In welke stad staat een kerk met :

"quatre sans cloches"

het zou ook kunnen zijn

"quatre cents cloches"

of "één toren met een klok".


Bij oplossing komt een afbeelding van de situatie

Zoek bij de stad DOORNIK .....


De foto verschijnt bij"leven en welzijn" op 20.10.2014

Op dit ogenblik ben ik herstellende van een medische ingreep.





Rond de centrale toren van de OLV-kathedraal staan vier torens waarin geen klok huist.
De middentoren heeft die wel. (15.11.2014)

vrijdag 5 september 2014

ERF & HEEM: " 100 jaar WO I. De gevechten en de gesneuvelden tussen Walem en Lier" SINT-KATELIJNE-WAVER



 Op vrijdag 29 augustus 2014 tentoonstelling in 't Grom.



Vanaf 19 uur werd een replica van een Minerva nr. 7 pantserwagen "automitralleuse"" met soldaten uit 1914, aan de toegang tentoongesteld





Het zaaltje van 't Grom zat weliswaar vol. Er waren naast de burgemeester nog drie schepenen opgedaagd. Ook Harry F.E. Vermeir, voorzitter van de sector Erfgoed van de Provincie Antwerpen was aanwezig.


Voorzitter Jan Segers verwelkomde het talrijke publiek. Hij hield een korte beschouwing over 100 jaar terug en dankte alle medewerkers voor hun belangeloze inzet.


René De Munter schetste chronologisch de evolutie van de eerste twee maanden van de "Groote Oorlog" op Belgisch grondgebied.
Hij had het daarbij natuurlijk over de forten en van Luik, Walem, Lier en sint-Katelijne-Waver.
Het was een levensechte en historisch verantwoorde uiteenzetting. Hij kreeg een waarderend applaus.









Alfons Busschots bracht een dodenappel voor de omgekomen Katelijnenaars, waarvan voor deze gelegenheid  de kruisjes ten toon staan buiten aan 't Grom.


Burgemeester Kristof Sels verklaarde de tentoonstelling voor geopend en als receptie werd er een jenevertje of likeurtje met peperkoek aangeboden door Erf & Heem.

Ook de twee boekdelen werden nog voorgesteld door Willy Van Hoof.
Boekdeel 1: De strijd tussen Walem en Lier
Boekdeel 2: De 1000 gesneuvelden


INFO

Per boek € 25, na de inschrijvingsdatum en niet leden.
rekeningnummer IBAN: BE 16 7330 0078 0474
                         bic: KREDBEBB met vermelding boek 1 - 2 WOI (te verhogen buiten de gemeente) SKW: + € 7 per boekdeel portkosten, tenzij de boeken worden afgehaald tijdens de tentoonstellingsuren of in het Gemeentelijk Documentatiecentrum Marcel Dillen.

Mocht uw vereniging in groep de tentoonstelling bezoeken, dan neem je contact op met René De Munter: rene.demunter@gmail.com of 0485 577 436

maandag 1 september 2014

Een gedicht / een lied per maand: TEERFEESTEN, Sint-Katelijne-Waver, "Elzestraat".



In het midden van de 20-ste eeuw werd er wat af geteerd.
Volgens "van Dale": TEREN:
in het GR. derein (villen); Oudkerkslavisch dirati (scheuren).
1. doen verdwijnen, te niet doen; vgl. terend.
2. verteren (voedsel).
3. in  zijn levensonderhoud voorzien; van de hoge boom teren: op zorgeloze wijze grote verteringen maken, zijn kapiltaal opsoeperen.
4.teren op, steunen op zijn huidige positie, kracht te danken hebben aan.
5.goede sier maken, overdadig leven.
6. verteren van voedsel.
7. verteren verrotten.
8. met teer bestrijken.


In de volkstaal sprak van "tairen", "teiren". Eten en drinken(in Verdam) van de leden van een vereniging, zowel mannen als vrouwen, in overvloedige mate, bij gelegenheid van de jaarlijkse feestmaaltijd, in januari of februari, van eerbiedwaardige verenigingen zoals muziekmaatschappijen, landelijke gilden, supportersclubs e.a.Het "teren" begon altijd met een eucharistieviering.

We brengen u hier gelegenheidspoëzie tgv. zo'n teerfeest op 8/9 januari  1951.


"Zucht naar Kunst"- Elzestraat
 TEERFEEST 1951

wijze: ouwe taaie

1.
Ja, leve de fanfare! hier in ons Elsestraat
De mannen van 't muziek en de mannen van de daad!
Muziek verheft het hart:: gij staat in ieders gunst.
Gij verdient uw naam van Zucht naar Kunst.
   Zucht naar Kunst ja, juppie, juppie, jee. (bis)

2
Den voorzitter zij eer, den Dokter Luysterborgh!
Die aan de leiding wijdt zijn beste kracht en zorg.
Verloor hij zijn humeur, bij zieken in den dag
dan hervindt hij hier zijn gullen lach.
   Heil den Dokter, juppie, juppie, jee. (bis)

3
De voorzitter zijn taak, wordt vriendelijk verlicht
Door Gastonneke Guilmot, die ook voor 't werk niet zwicht.
Daar is geen oefenstond of Guilmot is er bij
En dan is zijn Tinne content en blij.
   Heil Gaston, ja, juppie, juppie, jee. (bis)


4.
Lewieke Verstraeten, de schrijver in 't bestuur,
Besteedt aan zijn fanfare, zo menig vrije uur.
Hij droomt van de muziek, die goeie brave man
En hij doet zijn best zo goed hij kan.
   Heil Lowieke, juppie, juppie, jee. (bis)


5.
En Watje Van Dessel, een flinke financier,
Die zorgt voor zaad in 't bakske en voor een goed glaasje bier.
En als het bakske leeg is, dan weet het heel 't bestuur,
Want dan kijkt ons Watje zo maar zuur.
   Heil ons Watje, juppie, juppie, jee. (bis)


6.
Aan alle bestuursleden brengen wij hulde graag,
Op ons gezellig feestje, ja past het toch wel vandaag
Zij werken met zo'n iever, en allen even puik,
't Zijn zoveel handen op een buik.
   Heil 't bestuur,  ja, juppie, juppie, jee. (bis)


7.
Ja, heil de muzikanten! het kruim van d'Elsestraat!
De chef doet ze marcheren, en hij staat altoos paraat
En plechtige processie, bij ieder feestgetij,
Brengen zij steeds vreugde en luister bij.
   Muzikanten,  juppie, juppie, jee. (bis)



8.
Zij spelen even keurig, de bugel en piston,
De clarinet en tuba, trombon en bombardon.
Om kunstmuziek te maken staan allen in de bres,
Ook de kleine trommels en de grosse caisse.
   Muzikanten, juppie, juppie, jee. (bis)



9.
De trouwe supporters met muzikaal gevoel,
De mannen allen samen, beogen maar één doel:
Van "Zucht naar Kunst" te voeren, steeds hoger, hoger op
en dan stijgt hun vreugde ook ten top.
   Hoger op, ja, juppie, juppie, jee. (bis)



10.
Wij wensen U te samen, een smakelijk souper
en als 't U goed gesmaakt heeft, zingt dan ons liedje mee,
Ja zingen wij te samen, hier op dit vrolijk feest,
Laat ons blijven één van hart en geest.
   Eensgezind ja, juppie, juppie, jee. (bis)

Hendrik VERSTRAETEN, "Geen drank, geen klank",
in: "Pro Memorie", dl. 4, Erfgoedcel Mechelen, 2004, p.7.


De Elzestraat: is een deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver. In die periode stond  de plaatselijke samenleving cultureel op een hoog niveau en er leefden zelfs duidelijke tendensen om af te scheuren van de gemeente Sint-Katelijne-Waver. (Voor de fusies van gemeenten).
De naam "Hellestraete" kwam reeds voor op de kaart van Ferraris 1771.

Op 1 maart 1904 werd de oprichting van de nieuwe fanfare bekendgemaakt.
Voorzitter: E.H. Dobbeleers, onderpastoor;
Ondervoorzitter: Alfons Gaspar;
Muziekchef: Edmond Slagmolen;
Secretaris-schatbewaarder: J. Slickx;
Boetmeester: August De Vos;
Commissarissen: Johannes Cuypers en Jos Faes.
Bestuursleden: Corneel Wiwadier, Jos De Belder, Frans Van Gijsel, Frans Op de Beeck,Johannes Van Loock en G. Andries.

Voor de namen die in het lied vernoemd werden, moeten we terug naar de bestuursverkiezingen  van 6/7 januari 1946 in de zaal "Matador".
Voorzitter: Dr. Luysterborgh;
Ondervoorzitter: G. Guilmot;
Schatbewaarder: E. Van Dessel;
Boetmeester: J. Faes;
Secretaris: L. Verstraeten;
Commissarissen: Frans Mertens en Jozef Van Santfoort;
Bestuursleden: Louis De Vos, J. Andries, F. Bossaerts en J. Claes.
Gaston Guilmot woonde in de Clemenceaustraat 136, Sint-Katelijne-Waver.
Louike Verstraten woonde in de Clemenceaustraat, rechtover de huidige zwemkom. Hij was de vader van Hendrik Verstraeten. En Hendrik Verstraeten is de vader van Luc Verstraeten de huidige beheerden van het Domein Rozendaal.

"Zucht naar Kunst" ging ter ziele in 2007 en het archief kwam terecht in het Gemeentelijk Documentatiecentrum van Sint-Katelijne-Waver.

Verwijzingen:

Hendrik Verstraeten, Beknopte geschiedenis van de Koninklijke Fanfare "Zucht naar Kunst", Elzestraat, 1904 - 1989", extra editie, Erf en Heem, sint-Katelijne-Waver, maart 1989.
en het Tijdschrift van de Kring voor Heemkunde Sint-Katelijne-Waver, 3de jg. nr. 1, 1971.






+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++