Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

maandag 27 juni 2016

Nieuwe BREXIT op VOETBALGEBIED voor de Engelsen .. totaal gebrek aan creativiteit



Vandaag 28.06.20016 verloren de Engelsen op voetbalgebied tegen IJsland.
Het land  waar het op dat gebied "The premier league" bulkt van geld voor de voetballers tegen een land met 330.000 inwoners en 100 beroepsvoetballers, IJsland.
Engeland bulkt van het geld en het kapitalisme,
maar de maatschappij, de gewone mensen boeren achteruit,
terwijl vele vooraanstaanden zoals Cameron tot de 100 rijkste Engelsen behoren.
Hij misrekende zich...

En toch verliezen ze tegen de IJslanders. 

Maar die superrijken denken dat ieder naar hun belangen,
hun pijpen MOET dansen,
ze proberen van hun werknemers lijfeigenen te maken.
Ze ontnemen hen elke vorm van creativiteit ,
elke vorm van eigen cultuur.

En toch verliezen ze tegen de IJslanders. 

Ze kennen van kunst meestal niets maar investeren toch veel geld in "veilingkunst" omdat hun kapitaal z'n waarde zou behouden. Maar waar is de creativiteit en het levensgenot. Kijken we maar naar het Engels voetbal, levenloos en stereotiep en vergeven  van het geld,
maar voor mensen in armoede daar heeft men bijna niets voor over.

En toch verliezen ze tegen de IJslanders. 

Leve Engeland, leve de Brexit , leve de EXIT van hun voetbal.
Misschien beginnen ze nu eens na te denken in Engeland en Europa en de Wereld...

En toch verliezen ze tegen de IJslanders. 

Maar bij ons is het niet veel beter,
wat doen die ongelooflijk "slimme" bestuurders,
ze gingen zogezegd de provincies afschaffen,
maar nee cultuur, creativiteit wordt afgeschaft,
en zal moeten herrijzen volgens de levensloze ideeën van die politiekers,
die zo goed kunnen manipuleren,
maar de creativiteit, de cultuur zal verdwijnen,
en wordt vervangen door de "waardeloze" subsidies
of koopgeld van zovele kapitalisten manipulators die de verwijderde cultuur moet vervangen door hun eigen kortzichtige cultuur,
zij die zo goed weten hoe ze iemand moeten dienstbaar maken...

En toch verliezen ze tegen de IJslanders.

vrijdag 24 juni 2016

Britten BREXIT een feit * * "Wij gewone mensen worden niet beter van Europa." *

IN OPBOUW

" WIJ GEWONE MENSEN WORDEN NIET BETER VAN EUROPA " (naar 'De Standaard)

Een goede zaak voor de doorsnee-inwoners van Europa, de brexit ?!?
Een minder goede zaak voor de kapitalisten ?!? van Europa, maar minder voor de Engelsen.
De belastingontduiking zal nog toenemen, maar misschien krijgt het sociale betere rechten.

De Engelsen hebben altijd geprofiteerd van Europa in de Europese Unie maar ook in de geschiedenis, sedert 1066, de slag bij Hastings.

De gewone Europeaan kreeg sedert de invoering van de euro steeds hogere prijzen te betalen en de kapitalisten werden almaar egoïster en rijker. Joepie met ons veel geld dat we verdienden op de kap van de Europese Unie en haar bewoners, hop  naar de belastingsparadijzen.
De gewone Europeanen moeten besparen maar de mannekes en vrouwkes , 1 % van de bevolking, die zoveel bezitten als de hele bevolking, die mogen hun spelletjes voortspelen.

Europa het voorbeeld voor de wereld...
Het sociale Europa bestaat niet, wel het kapitalistische Europa,
en dan de vakbonden maar zwart maken ...
Indien er geen sociaal Europa komt,
zitten we binnen afzienbare tijd in een TRUMP Europa,
een man die op korte tijd 4.500.00.000 dollar vergaarde op de kap van de massa: lage lonen, hoge prijzen en lage renten, alles in functie van één groep.

Een sterk America omdat ik de massa nog beter zou kunnen uitbuiten en mezelf nog meer verrijken.

Ga eens kijken in Antwerpen naar het FotoMuseum, daar loopt en tentoonstelling over het "profitariaat" van het kapitalisme en de nefaste gevolgen ervan...

donderdag 23 juni 2016

VERLANGEN ... een rivier Edward Douwes Dekker *


in opbouw

" Verlangen is als een rivier die steeds dezelfde naam behoudt,
   maar waarin het water voortdurend verandert."

Edward Douwes Dekker                  Multattuli (ik heb veel geleden)


Foto uit 1875

Edward Douwes Dekker [ MULTATULL, 1820 - 1887]
Als zoon van een zeekapitein, volgde hij de Latijnse school, met de bedoeling prediker te worden.
Toen hij 18 jaar oud was werd hij samen met zijn broer Jan, door zijn vader meegenomen naar Java om daar fortuin te maken.
Hij verloofde zich met de Caroline Versteegh.
In 1842 werd hij controleur in het oproerige Natal op Sumatra. Daar aakt hij verwikkeld in een intrige van inlandse hoofden. Hij werd door het Nederlands bestuur valselijk beschuldigd van een kastekort en de laan uitgestuurd. Het ging hier over een jongen van 22 jaar, de wreedheid van de bestuurders tegenover hem en de inlanders zou hij in zijn boek Max Havelaar aanklagen.
Geniaal, hartstochtelijk en pathetisch, geestig en spotlustig,
sociaal voelend  en hekelaar van van de machtigen als onderdrukkers  van armen en gewone mensen.
Eén van de grootste prozeschrijvers uit het Nederlands taalgebied, wiens invloed verder ging dan zijn eigen taalgebied.
Zijn voornaamste werken: De Max Havelaar (1860), Minnebrieven (1861), en zeven bundels Ideeën (1862-1877), waarin Vorstenschool en Woutertje Pieterse.

Tweede druk , bij Ad. Donker, Rotterdam, s.d.
 "In 1860 verscheen de Max  Havelaar. Het boek is bedoeld als een aanklacht tegen wantoestanden in het toenmalige Nederlands Oost- Indië, en het was tevens een rechtvaardiging van zijn belevenissen in het koloniaal gebied waarbij hij als ambtenaar betrokken was. De Max Havelaar deed een rilling door het land gaan. De beschrijving van de wedervarens van Saïdjah en Adinda, een verzonnen verhaal dat de context van het gebeuren in die kolonie beschrijft.


" Ik weet niet waar ik sterven zal.
  Ik heb de grote zee gezien aan de Zuidkust,
  toen ik daar was met mijn vader om zout te maken.

  Als ik sterf op de zee, en men werpt mijn lichaam

  in het diepe water, zullen er haaien komen,
  ze zullen rondzwemmen om mijn lijk,
  en vragen: 'wie van ons zal het lichaam verslinden
  dat daar daalt in 't water?'

  Ik zal het niet horen.


  Ik weet niet waar ik sterven zal.

  Ik heb het huis zien branden van Pa-ansoe,
  dat hijzelf had aangestoken omdat hij mata-glap(1) was.
  Als ik sterf in een brandend huis,
  zullen er gloeiende stukken hout neervallen op mijn lijk.
  en buiten het huis zal een groot geroep zijn van mensen
  die water werpen om het vuur te doden.

  Ik zal het niet horen.


  Ik weet niet waar ik sterven zal.

  Ik heb den kleinen Si-oenah zien vallen uit de klappaboom,
  toen hij een klappa plukte voor zijn moeder.
  Als ik val uit een klappaboom, zal ik dood neerliggen
  aan de voet, in de struiken, als Si-oenah.
  Dan zal mijn moeder niet schreien, want zij is dood.
  Maar anderen zullen roepen: 'zie, daar ligt Saïdjah!',
  met harde stem.

  Ik zal het niet horen.


 Ik weet niet waar ik sterven zal.

 Ik heb het lijk gezien van Pa-lisoe,
 die gestorven was van hoge ouderdom,
 want zijn haren waren wit.
 Als ik sterf van hoge ouderdom,
 met witte haren zulle de klaagvrouwen om mijn lijk staan,
 En zij zullen misbaar maken als de klaagvrouwen bij Pa-lisoes lijk, en ook de kleinkinderen zullen schreien, zeer luid.

 Ik zal het niet horen.



 Ik weet niet waar ik sterven zal.
Ik heb velen gezien te Badoer, die gestorven waren.
Man kleedde hen in een wit kleed, en begroef hen in de grond.
Als ik sterf te Badoer, en men begraaft mij buiten de dessah,
oostwaarts tegen de heuvel, waar het gras hoog is,
Dan zal Adinda daar voorbijgaan,
En de rand van haar sarong 
zal zachtkens voortschuiven langs het gras...

Ik zal het niet horen. "

Gepubliceerd i bovenstaand boek blz. 226.

 Verwijzing:

F. BAUER, J. DEN HAAN, e.a. , "De Nederlandse Letterkunde in honderd schrijvers", de Sikkel, Antwepen, tweede druk,s.d.,  p.103.
C. VAN GENECHTEN, A. DE MUYNCK, "Nederlandsche Letteren", bloemlezing, Brussel, 1943,  p.350.


1. mata-glap:waanzinnig.

woensdag 22 juni 2016

Mechels aftelrijmpje van de Fons






"Ie wie wa weg,
 vodden van de weg,
 vodden van de baan,
 en gij zijt er (h)eerlijk
 en wonderlijk aan."


wa: waar

voor het verstoppertje spelen.

variante en andere zijn welkom.

dinsdag 21 juni 2016

ANTWERPEN , merkwaardige prenten en AFFICHES, oude en tweede 1/2 helft twintigste eeuw





Het stadhuis van Antwerpen in volle glorie.


Frans Ertinger (1640 -ca. 1700), "Redegezicht", in almanak van 1986.


't Kan mijn schip niet qualik gaan,
't Kan mijn schip niet qualik gaan,'Ksie mijn sterre in het Oosten staen,
Mijn Morgensterre;
Het land en is niet verre.

Constant Huyghens







J. Linnig, "St.-Andrieskerk en kwartier", tekening 24.

In Antwerpen waren er in de 19de en 20ste eeuw verschillende leden van de familie Linnig actief als kunstenaar. De stamvader was Peter Jozef Linnig (Asbach, 1777 - Antwerpen, 1836) die in 1810 huwde met Catherine Leys. Dit paar kreeg vijf kinderen, twee dochters en drie zonen die kunstschilder werden. Vooreerst was er Jan Jozef Linnig (1815 - 1891), de auteur van deze romantische ets, vervolgens Willem Linnig (1819 - 1885) en Egide Linnig (1821 - 1860). Willem Linnig senior kreeg zeven kinderen waarvan er twee schilder werden (Willem Linnig junior en Egide Linnig junior) en een fotograaf, Benjamin Linnig. Benjamin Linnig kreeg twee dochters die ook weer kunstschilder werden, Zoë Linnig en Diane Linnig. De familie Linnig was dus bijzonder creatief.(weekend.knack.be/lifestyle/wonen/antiek/antieke-ets-jan-linnig/article-normal-446585.html)




"Hedendaagse architectuur", Jordaenshuis, 1981. Als cultuurhuis verdwenen...




Dieter Hacker in het Internationaal cultureel Centrum op de Meir in 1981.
De toenmalige moderne kunst die wegen moest openen en wegen moest sluiten.
Het publiek keek er tersluiks naar...










Volkskundemuseum, toen achter het stadhuis,
"Middeleeuwse houten gevels te Antwerpen", affiche 1982.
Het museum is verdwenen en waarschijnlijk ook het volk ..
De wijze waarop men in Vlaanderen met volkserfgoed omgaat is beneden elk niveau.










Middelheim, "Autobiennale 18", Antwerpen, 1985.

A.Parades in Galerij "De Eik" op de Meir, s.d.





Een merkwaardige affiche uit het jaar 2000 dat een voorafbeelding moet zijn van de vrijzinnige inhoud van de galerij en van de kunstenaar Milmon. Nu verloren gegaan in de nevelen van de tijd.

Het toppunt van Antwerpse cultuur...

zaterdag 18 juni 2016

VOETBAL: Waarvoor gaat België vandaag? Spelen tegen Ierland....ZE WONNEN MET 3-0



Indien de coach er  in slaagt om afstand te doen van zijn dada's en om een goede mix van  spelers met  karakter en de creatieve spelers  op te stellen, zou het wel eens EEN NIEUWE BOOST kunnen geven met de ploeg op dit tornooi.

Laat ons hopen.

Stevenen de Belgen af op ...
Een pyrrusoverwinning is een overwinning die zoveel inspanning kost dat ze dezelfde uitwerking heeft als een nederlaag. Anders gezegd betekent het dat soms iets een overwinning kan lijken, terwijl het eigenlijk een verlies is; een "valse" overwinning. De uitdrukking is ontleend aan de veldslagen die Pyrrhus leverde tegen de Romeinen.

De Pyrrhus die hier bedoeld wordt, was koning van Epirus (nu een provincie van Griekenland). Hij verloor een groot aantal mannen in een tweetal gewonnen veldslagen tegen de Romeinen. Toen een van zijn generaals hem met zijn overwinning wilde feliciteren zou hij in woede zijn uitgebarsten en opgemerkt hebben "Nog één zo'n overwinning en ik ben verloren."(Wikipedia)


Nicolas POUSSIN, Pyrrhusoverwinning, http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/de-teevendeal-de-pyrrusoverwinning/

of op een  SPAANSE olé-OVERWINNING.

Het werd dit laatste. PROCIAT!!!


Quinarius van Caius Octavius Augustus reg 27 voor Chr.-14 na Chr. met op de keerzijde VICTORIA (godin van de overwinning) Afbeelding  (Bron: Google)

en nu Zweden en de "halve" god Zlatan, komen er aan..

donderdag 9 juni 2016

afkoeling/opwarming/afkoeling... van de aarde * * * * * * *



Er wordt tegenwoordig over de opwarming van de aarde nogal eenzijdig bericht, vooral  door de mondelinge pers, die gewoon navertelt van wat hun gebriefd wordt, de onderzoeksjournalistiek is ver weg. Er zijn instellingen of mensen die er een winstgevend handeltje proberen van te maken door de mensen schrik aan te jagen. Anderen proberen op een objectieve wijze info te brengen. Men moet zich wel hoeden voor mensen die redeneren vanuit een eenzijdige richting, het nieuwe geloof...
Daarom dit overzicht om een beter zicht te krijgen op het verleden, het heden en de toekomst.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De grote ijstijd: Het leven i.v.m. de klimaatsverandering tijdens de meest kritische periode  van de menselijke ontwikkeling.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Preglaciale tijden
gedurende de aeonen van het Plioceen, had Europa een klimaat dat kouder en kouder werd naarmate de Grote IJstijd  naderbij kwam. Deze voorbeelden zijn typisch  voor de fauna, die door het ijs verdreven werd: de sabeltandige tijger, de mastodon, de neushoorn, de tapir, de gazelle en de reebok. Op Java leefde de aap-mens (Pithecanthropus erectus) en waarschijnlijk even primitieve typen in Europa.(1)(p.328)

Eerste ijstijd
Deze, de zogenaamde Günz-ijstijd, was gelijk men verwachten zou, de zachtste der vier ijstijden. Het door ijs bedekte gedeelte, is groen gekleurd. Let op de afwijkende kustlijnen: al het gele was land zonder ijs. Bemerk ook de landbruggen: oversteekplaatsen voor mens en dier. De Middellandse Zee was opgedeeld. Ysland maakte deel uit van het Europese continent. Skandinavië werd belast met een zware ijskap.


IJstijden
Telkens als de gletsjers zich over Europa verspreidden, werd de fauna, die van warmte hield, door een groep dieren, die zich aan de koude wisten aan te passen, vervangen: de mammoeth, de behaarde neushoorn, de holenbeer, de hyena, het muskusrund, de bizon, het rendier, de wilde hit. Ook de mens paste zich in de latere ijstijden  aan de veranderende omstandigheden aan: boven de moesterische jagers.



Tweede ijstijd
De tweede ijstijd was erger dan de eerste, de z.g. Mindei-ijstijd. Heel Nederland en het noorden van België w.o. de huidige Kempen was er door bedekt. Waarschijnlijk was het land rond IJsland ook bedekt met ijs.


Interglaciale tijden
Tussen de ijstijden waren er perioden dat het klimaat weer zachter werd en andere fauna verscheen. Het oude type van de echte olifant, de neushoorn, het nijlpaard, de oeros, de beer, de wolf, het paard en het edelhert, hierboven afgebeeld, karakteriseren de langen Tweede Interglacial Periode, toen ook de mensen van de Chelleense en Acheuleense culturen leefden; maar van hun uiterlijk weten we niet veel...




Tweede Interglaciale Periode
De langste en warmste tussenperiode.
Vroeger dacht men dat het land destijds zeer hoog was, tegenwoordig neemt men het tegenover-gestelde aan. België en Nederland zijn hier als zee gekleurd. De landbruggen verdwenen.


Moesterische Cultuur
Tijdens de Tweede Interglaciale periode ontwikkelde zich in midden-Europa een cultuur, die later typisch werd voor de Neanderthaler, die zich aan de vierde ijstijd aanpaste. De ontdekking van het vuur en de bereiding van huiden tot kleding stelde deze stoere jagers in staat de toenemende koude te verdragen.


Derde ijstijd
Het Rissijs bedekte vermoedelijk minder land dan het Günzijs (eerste ijstijd). Zo allen het oosten van Nederland. Het groen geeft gletsjers aan. De aangrenzende gebieden hebben een Poolkli-
maat.


Aurignacsche Cultuur
Na de vierde ijstijd maakte Europa een periode van koude, maar versterkende steppegesteldheid door. Jagers van moderne bouw vervingen de Neanderthalers. Verschillende  typen zijn te onderscheiden - Cro-magnon, Grimaldi, Predmost, Combe Capelle - allen of van Aurignacsche  of van Magdaleense cultuur, die daaruit ontstond, of van een Solutreense , die uit het oosten binnendrong.


Vierde ijstijd
Noord- en Midden-Europa waren in die tijd bedekt met gletsjers en landijsmassa's.
De zeespiegel lag veel lager dan nu, omdat de watermassa's verbonden aren door landijs.
De Britse eilanden vormden nog een eenheid met het Europese continent, en Noord-Amerika en Azië tegenwoordig gescheiden door de Beringstraat waren met elkaar verbonden door een landbrug. (2)(p.9 en 12)

De landbruggen die tijdens de ijstijden bestonden, speelden vooral een belangrijke rol in de geschiedenis van de mensheid tijdens de Wurmijstijd. Vanuit Azië staken in twee groepen bewoners over het ijs, nu Beringtraat naar Noord-Amerika. Een eerste groep zou alleen de bloedgroep O hebben en een andere groep O en A.

Op de uitgestrekte steppen van Europa leefden grote kudden  dieren. Wissenten, mammoets en reuzenelanden, één van de vele soorten rendieren en arctische zilvervossen breidden hun zwerfgebied uit tot in de Pyreneeën.
Links de hoofdverrijzing, rechts de secundaire fase, die als Bubi-ijstijd bekend staat. Deze ijstijd eindigde ca. 10.000 jaar geleden. De voorlopig laatste ijstijd heet het Weichselien en duurde van 100.000 tot 10.000 jaar terug.
Toen op het einde van de laatste ijstijd het klimaat terug opwarmde en het ijs begon te smelten
liep het gebied dat later de Noordzee zou vormen, geleidelijk weer vol. De meeste prehistorische landschappen liggen daarom nu begraven onder de bodem van de zee.


Dageraad van de landbouw
De groei van bossen maakte een einde aan de cultuur van de Magdaleense jagers, toen de koude afnam. Verspreide en gedegenereerde culturen worstelden voort, de mensen uit die cultuur leefden van visvangst. Toen ontstond in het Oosten, in Mesopotamië en Egypte de uitvinding die de maatschappij zou vernieuwen, in de prent de zaaitijd langs de Nijl.

Deze kaart is samengesteld onder toezicht van prof. H.J. FLEURE.
De reconstructies van het dierenleven zijn van prof. D.H.S. WATSON.
De ijskaartjes berusten  op de door de professoren PEAKE en FLEURE verschaft materiaal in hun
 "Condors of time".
De volle periode is ontvouwd in het onderstaande diagram.



De kleine ijstijd

Met de Kleine IJstijd wordt de relatief koude periode bedoeld die duurde van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. Gemiddeld lag de temperatuur tijdens de Kleine IJstijd in West-Europa zo'n 1 à 2 graden onder de waarden die tegenwoordig worden bereikt. Wereldwijd lagen de gemiddelde temperaturen 0,5 tot 1 graad lager dan tegenwoordig. Met "tegenwoordig" wordt hier de klimatologische periode 1960 tot 1990 bedoeld.

Klaes MOLENAER, (°Haarlem VOOR 1630 - 1676), Winterlandschap, paneel, onderaan rechts getekend, 23x31 cm, geschatte waarde in 2003:  € 23000 / 25.000, in: "Paris Drouot", veiling van 2 april 2003, p.20,  hun cataloog, zie : www.gazette-drouot.com
Klaes schilderde vele winterlandschappen meest met bevroren rivieren. In die periode waren er in de Nederlanden een plejade schilders die aan dit onderwerp verdienden. We zijn hier in de tweede helft van de zeventiende eeuw.

We zien een bevroren rivier, met links de kerk en rechts twee huizen waarvan de schouw niet rookt.
De bevroren vlakt heeft drie functies:
1. ze gebruiken als een oversteekplaats, weg om zich van hier naar daar te begeven al schaatsend.
2. Als weg om goederen te vervoeren op sleden: vaten, witte zakken
3. Gewoon als vermaak, om op te schaatsen.
In het ijs is een soort wak gemaakt. In steden zoals Goes(Zuid-Beveland) was er een waterloop en bij vriesweer moesten wakken worden opengehouden om bluswater te hebben bij brand. Deze wakken werden zolang het vroor gecontroleerd door de brandmeester.(4)( 16-de eeuw)
De wolken zijn typische voor deze weersomstandigheden.

Verwijzing
Rien POORTVLIET, "De tresoor van Jacob Jansz. Poortvliet", [ill. van de auteur] - Kampen, 1991, p.7.(4)
Jan ROMEIN, J. SUYS, S. VAN PRAAG en J. SMEDING, "Nieuwe Geïllustreerde Wereldgeschiedenis", Amsterdam, dl.I, 1929. (1)
"Speurtocht door het verleden", Reader's Digest, Brussel, 1986. (2)
Veilingcatalogus van Drouot, Parijs,  2 april 2003, p.20.

zaterdag 4 juni 2016

een LIED / een GEDICHT per maand: "Daer ghingen twee gespeelkens goet..." * *


IN OPBOUW

Daer ghingen twee gespeelkens goet

1. Wie wil hooren een goet nieu liet?
     En dat sal ic ons singhen:
     Met dat te Wittenberch is geschiet
     Van alsoo vreemde dinghen



1.  Daer ghingen  twee gespeelkens goet
     So verre aen gheen groene heyde.
     Die een die voerde eenen huebschen moet,
     Die ander weende seere.

2.  'Ghespeele, wel lieve ghespeelken goet,
     Waer om weende ghi so seere?
     Mer weent ghi om uws vaders goet,
     Oft weent ghi om u eer?'

3.   - 'Ic en ween niet om mijns vaders goet,
      Ick en ween niet om mijn eere;
      Wi twee wi hebben eenen lantsknecht lief.
      Rijck God wie sal hem werden?

4. -'Ghespele, wel lieve ghespele goet,
    Laet mi den lantsknecht alleene,
    Ick sal u mijnen broeder gheven,
    Mijns vaders goet een deele.'

5.  -'Och dijnen broeder en wil ic niet,
     Noch dijns vader goet en deele;
     Ic hebbe veel liever mijn soet lief
     Dan silver oft root gulden.'

6.  Die lantsknecht al onder der linden stont,
     Hi hoorde der reden een ende:
     'Och rike God van shemels troon,
     tot wie sal ick mi wenden?

7.  'En neme ick dan die rijcke,
     So truert die suyverlijcke,
     Die rijcke wil ic laten varen,
     Ende nemen die suyverlijcke

8.  Een luttel goeds is haest verteert,
     Dan heeft die liefde een eynde;
     Dan zijn wi twee noch jonc ende sterck,
     Meer goets mach ons ghewerden.'

9.  Hi nam dat maechdelen bi der hand,
     Bi haer snee witte handen,
     Hi voerdese door dat groen wout,
     Dat groene wout ten eynde.

10. Daer vonden si twee een bedde
      Van peerlen ende van siden,
      'Adieu, adieu, mijn soet lief,
      Het gaet sich aen een scheyden.'

11. Maar die dit liedeken  eerstwerf sanck,
      Hi hevet wel ghesongen.
      Hi hevet alle vroukens lief.
      God scheynde die verraders tonghen!

Dateert: 1532.

In: Schoon Liedekens Boeck, nr. 162, melodie: Souterliedekens, 8ste psalm,
Uit: "Het Vlaamse volkslied in Europa",  door Albert BOONE, s.j., lannoo, dl. 1, p.409.





Een detail van de "Hooiwagen" van Bosch op de kaft van het boek. Een jong paar ingt van een partituur maar een engel en een duivel slaan dit gade of begeleiden het "zondige" gezang. Een boek geschreven door een j.s.


BEGRIPPEN

eerstwerf: eerst
ghespele / gespeelken: 1. het aanhoudend spelen 2. Dicht. speelgenoot
lantsknecht: landsknecht, wapen-, voetknecht, huursoldaat.
linde: boom, hij zorgde voor schaduw op ontmoetingsplaatsen, vooral in het centrum van dorpen. Symbool van breekbaarheid. Hij was gewijd aan de godin Freya en heette de bliksem af te weren en gold als teken van lokale jurisdictie. "Er staat een linde in het hemelrijk" klinkt in één van de volkslied uit het begin van de 15de eeuw.(1)(p.403) Het was de boom waaronder de jonge verliefden mekaar ontmoetten.
maechdelen: waarschijnlijk foutief gekopieerd. Mogelijk moet er staan maagdeken.
siden: zijde.
scheynde: schijn, afsnijden, ontvellen.
Wittenberg: het stadje in Duitsland waar Luther zijn 94 stellingen aan de kerkdeur spijkerde.

SITUERING

De eerste strofe is later toegevoegd
Het lied wordt meestal met het eerste vers (zie titel) als incipit voorgesteld.
De strofe 6 komt uit het Duits, ze ontbrak in het 'Schoon liedekens Boeck'.
Hoffman von Fallersleben vulde aan met een vertaling uit het Duits.
Deze strofe maakt het verhaal duidelijker.
F. Van Duyse nam de strofe op in zijn bundel.

INHOUD

Het gaat hier dus over twee mannen, rijk /arm;
over twee vrouwen , rijk/arm.

In het lied worden de voorwaarden tot een goed huwelijk naar voor geschoven: geld van vader moet er zijn en het meisje  moet maagd gebleven zijn.
Wie van beiden wint het hart van de landsknecht?
De rijke wil hem afkopen met een broer als bruidegom en een deel van haar vaders erfgoed.
Maar de kandidaat luistert het gesprek af en verkiest de mooie al is zij arm. Maar na een nachtje in het groen verlaat hij haar.



VERWIJZING

Albert BOONE, s.j., "Het Vlaamse volkslied in Europa", lannoo, dl. 1.(1)