Amboise BERCE (1842 - ca. 1914), Woordenboek van de Duivel (The Demon's Dictionary; ook The Devil's Dictionary). De auteur was veteraan van de Amerikaanse Burgeroorlog.
AANHANGER: een volgeling die nog niet alles gekregen heeft waarop hij gerekend heeft.
BEHAGEN: de fundamenten storten voor een bovenbouw van misbruik.
EGOÏST: een vulgair persoon die meer belangstelling heeft voor zichzelf dan voor de anderen.
ENVELOP: de doodskist van een document,
de schede van een rekening;
de schil van een cheque;
het nachtgewaad van een liefdesbrief.
GELD: een zegening waaraan we niets hebben tenzij we het uit handen geven.
Bewijs van beschaving[niets is minder waar] en een paspoort tot betere kringen.
GELEGENHEID: een gunstig ogenblik om teleurstelling te grijpen.
GEWOONTE: de boeien van de vrije mens.
GODDELOOSHEID: uw gebrek aan eerbied voor God.
HOFNAR: de aanklager.
INVLOED: in de politiek: een hersenschimmig quo geven in ruil voor een tastbaar quid.
KIKKER: reptiel met eetbare poten.
ONGESTRAFT: rijk.
OPPOSITIE: de patij die de regering verhindert op hol te slaan door haar kniepezen door te snijden.
Bron/
Ben SCHOTT, Schotts Curiositeiten, Het spectrum, Nederland, 2003, p.34.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten