Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

vrijdag 15 september 2017

* Rederijkerspoëzie : Anthonis de Roovere Brugghelinck "zotte refreinen" BRUGGE






Titelbladzijde van De Rooveres 'Rethoricale Wercken', Antwerpen, 1482.


"In 't amoureuze en het zotte"

'Gheen maetken vol voort overloopt'

Hy lutste// hy clutse//
noch wat aent bommeken/
Sy crevelde// hy stevelde//
sy speelden mommeken/
Hy greepse// doen peepse//
recht als een gans
Int donckere// den Jonckere//
wijsde zy tblommeken
Hy dancktese// doen janctese//
rechts als een stommeken/
Hy swichte// sy lichte// tvat stappans
Hy duchte//sy suchte// en sprach
och hans
Al leket// versteket// doch nederwaert
Ghy sult// ghevult// noch vinden bijcans
Mijn cruycxken// o buycxken//
den wijn niet spaert... 

Uit hierboven vernoemd werk, blz. 399-401, maar verschenen in: "Vlaanderen", jg.31, mei-juni 1982,  nr. 188, p.160.


Verliefd paar. Houtsnede uit de prozaroman 'Historie  van Floris ende Blancheflour'. Gedrukt bij J. van Doesborch - Antwerpen, ca. 1517. 
Het paar houdt een anjer - symbool van liefde - in de hand.

Verder over de poëzie van hierboven.
We moeten hiervoor naar zijn Rethoricale Wercken. Daarin verscheen 'Gheen maetken vol voort overloopt'.
Het is een scabreus gedicht waarin  sex tussen een 'fraey' en 'frisch ioncwyveken' en een 'rutere /  een clutere' ( clute:  grap, aardigheid, zotternij; een klucht, een ten toneel gevoerde grap) in termen van wijntappen beschreven wordt.
De jongen moet haar'maetken' of 'cruycxken' met wijn vaatje  vullen. De vrouwelijke onverzadigbaarheid wordt te kijk gezet. In de stokregel roept ze uit: "geen maetken vol voort overloopt", zodat  de drie eerste strofen steeds voortgang vinden.

We kennen uit de rederijkersliteratuur sex-refreinen, die de beeldspraak ontlenen aan een beroep, een ambacht of een spel. Het refrein van De Roovere is  het oudst(relatief-) dateerbare van deze refreinen.(1)

crevelen: haar hart ophalen
stappans: op staande voet 

BIOGRAFISCHE NOTA
De Roovere werd te Brugge geboren (De Dene noemt hem een ingheboren Poorter van Brugge)
zijn geboortejaar komt nergen aan de oppervlakte, maar er is een vermoeden dat dat ca. 1430 is.
Dat hij talentrijk was blijkt volgens De Dene dat hij op zeventienjarige leeftijd een rederijkerswedstrijd won die hem de titel van Prinche der Rethorijcken opleverde.
In het burgerleven was De Roovere een vry metselaar van zijnen ambachte, en bij heel wat feestelijke gebeurtenissen in de Bourgondische tijd werd een beroep op hem gedaan door het stadsbestuur voor de opsmuk van de Brugse straten.
Men vroeg hem ook om mee te helpen aan de enscenering, uitwerking( en regie?) van allerlei vertoningen zoals pantomines, spelen en 'togen' die in de stad  n.a.v. de feestelijkheden werden vertoond.
In 1466 viel hem een speciale eer te beurt. Omwille van bewezen diensten aan de stad en aan de bevolking kreeg hij een jaargeld toegekend  van zes pond groten, dat hem jaarlijks in twee schijven van drie pond uitbetaald werd  in september en maart. Van dat jaargeld kon hij niet leven.
Hij overleed in 1482.

BIBLIOGRAFIE

F. Van Vinckenroye, Anthonis De Roovere als wereldlijk dichter",  in: "Vlaanderen", nr. 188, jg. 31,1982, blz. 160. (1)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten