bijgewerkte versie: 16 aug. 2016
Het eerste dat in mij opkomt bij het begin van de nieuwe maand is :
IN MEI LEGGEN ALLE VOGELS EEN EI
Dit laatste verwijst naar de titulatuur:
HEBBAN OLLA VOGALA NESTAS HAGUNNAN
HINASE HI(C) (e)NDA THU
UU(AT) UNBIDA(A) (UU)E NU
UU(AT) UNBIDA(A) (UU)E NU
Deze verzen worden gezien als het begin van het Nederlands.
Ze werden ontdekt op het laatste schutblad van het handschrift Bodley 340, in 1932 te Oxford.
ALLE VOGELEN ZIJN MET HUN NESTEN BEGONNEN,
BEHALVE IK EN JIJ.
WAAR WACHTEN WE NOG OP?
WAAR WACHTEN WE NOG OP?
Een losse krabbel uit de XIde eeuw, nog stafrijmend.(2)
Een klein, volledig of slechts het begin van een minnedicht, van een naar Engeland uitgeweken West-Vlaamse student, die over zijn boeken gebogen in de blije Mei, als alle vogelen hebben een ei, aan de geliefde denkt; vol naïef verlangen, met de smachtende h van de vier stafrijmen, die het vers niet alleen prachtig aaneen doen klinken, maar bovendien een model zijn van Oudnederlandse klankexpressie.(1)(p.32) (de versie van Van Mierlo)
De tweede versie:
"Op een dag omstreeks het jaar 1100 hadden de monniken van de abdij van Rochester in het Engelse graafschap Kent nieuwe inkt gemaakt en nieuwe pennen gesneden uit vogelveren. Om hun schrijfgerei uit te proberen schreven ze op een bladzijde van een boek [handschrift] allerlei flarden tekst op die hun toevallig te binnen schoten. Een van hen, een kloosterling uit West-Vlaanderen, pende ook een versje neer in zijn moedertaal.
OM het voor zijn medebroeders in het schrijfatelier begrijpelijk te maken, schreef hij woord voor woord de Latijnse vertaling erboven:
abent omnes volucres nidos inceptos
nisi ego et du
quid expectamus nu(ne). " (6)(p.11) [zie boven]
(2) stafrijmen (alliteraties) zijn zeer gezocht in de Germaanse poëzie: ze bestaan in een herhalen van dezelfde beginmedeklinkers. V.B.: Met zwart- en zware zwaai aan 't werken. (G. GEZELLE) (3)
Gebroeders van Limburg, Les Très Riches Heures van de Hertog van Berry, de maand mei, Chantilly, Musée Condé, besteld in 1410. |
Jonge mensen, gezien hun rijke kledij behorend tot het hof, gaan uit
rijden op een mooie dag in mei. Zij worden op hun vrolijke rit begeleid door
muzikanten. Drie vrouwen zijn gekleed in het groen, wat suggereert dat het hier
gaat om een traditie die op 1 mei werd uitgevoerd: jonge mannen gaan het bos in
om jonge groene takken te verzamelen en aan te bieden aan hun dames, die dan
ook in die kleur gekleed gaan.
Groen was in die tijd de kleur van de jonge, hoopvolle liefde.
We vonden dit terug in een Frans lied:
Il te fauldra de vert vestir,
C'est la livrée aux amoureulx.(4)(p.299)
Gij zult u in 't groen moeten kleden,
Dat is de livrei van de verliefden.
Groen was in die tijd de kleur van de jonge, hoopvolle liefde.
We vonden dit terug in een Frans lied:
Il te fauldra de vert vestir,
C'est la livrée aux amoureulx.(4)(p.299)
Gij zult u in 't groen moeten kleden,
Dat is de livrei van de verliefden.
Het is gelijklopend met de meiklokjes die op één mei worden aangeboden als geluksbrengers.
Over de identificatie van de gebouwen op de achtergrond is enige onzekerheid. Het zou een weergave zijn van het kasteel van Riom, de voormalige hoofdstad van Auvergne, een provincie die aan de hertog van Berry was geschonken door zijn vader, Jan de Goede.
Het zou volgens een andere versie een afbeelding zijn van het Paleis de la Cité in Parijs en nog enkele bestaande gebouwen op het Ile de la Cité, waaronder de Conciergerie.
In het hemelgewelf in het midden Helios, de zonnegod in zijn wagen, met links van hem het sterrenbeeld Stier en rechts het sterrenbeeld Tweelingen. (5)
Guillaume DE LORRIS en Jean CLOPINEL DE MEUN, Tuin der Liefde, miniatuur uit Roman de la Rose, Vlaanderen, einde 15de eeuw.(4) |
De prent hierboven speelt zich duidelijk in de meimaand af.
"De dichter gaat vroeg in de meimaand uit om de nachtegaal en de leeuwerik te horen. Zijn pad brengt hem langs een rivier tot de muur(hortus conclusus) van de geheimzinnige tuin der liefde...
Dame Oiseuse (Ledigheid), de vriendin van Déduit(Vermaak), opent hem de poort. ..."
De symboliek is alom aanwezig: de narcissusfontein,, de sleutel van de liefde, de luit, de liefdesbrief, ...
De kale bomen met de zwarte vogels in paartjes en dan de fruitbomen in volle dracht. Heden en toekomst in één prent.
" De tuin der levensvreugde is slecht voor uitverkorenen, en door liefde toegankelijk. Wie hem betreden wil, moet vrij zijn van haat, trouweloosheid, dorperheid, hebzucht, gierigheid, nijd, ouderdom,huichelarij."(4)(p.120/121)
Meiklokjes op 1 mei bij OLV onder stolp. Foto: H.F.E.VERMEIR |
Mijn vrouw gaf een tuiltje aan onze buurvrouw die het geluk erg nodig heeft
en onze dochter vroeg een tuiltje om de aangename geur.
Mei is ook de Mariamaand. In OLVrouw van Hanswijk (Mechelen - België) kan je de prachtige bloemenstoel en de kaarsen gaan bewonderen voor OLV.
Ook is het de maand waarin moederdag gevierd wordt.
Benamingen van de maand:
Latijn Maius, Duits Mai, Frans mai, Iers Bealtaine, Italiaans maggio, Portugees Maio, Scots Gaelic an Cèitean, Spaans mayo, en het Welsh Mai.
Maius verwijst naar Maia, de godin van de groei (cf. maior, 'groter', van magnus). Zij is niet dezelfde godheid als Maia, de moeder van Hermes en één van de Plejaden. De Romeinen verwarden de spelling van Maiia of Maia met Maea.
Referenties:
J.W. DE VRIES, R. WILLEMYNS, en Peter BURGER, het verhaal van een taal, negen eeuwen Nederlands, Amsterdam, 1994. (6)
C. VAN GENECHTEN en A. DEMUYNCK, Nederlandsche Letteren, bloemlezing, Brussel, 1943, p.13.(3)
Johan HUIZINGA, Herfsttij der middeleeuwen, uitgeverij Contact, eerste druk 1919, éénentwintgste druk 1997, p.116. (4)
J. VAN MIERLO, Beknopte Geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandse Letterkunde, Standaardboekhandel, Brussel, 1942.(1)
(5)