Pissijn, piscine, urinoir.
De drie begrippen staan in "van Dale" , 1992.
Plaats: tussen St.-Pieter en St.-Pauluskerk en de stadsschouwburg,
op de scheiding van Keizerstraat en Veemarkt te Mechelen.
Verdwenen.
We lazen in een boek van Frans Vermoortel het volgende liedje over "pissijnen":
In Mechelen moogt ge niet pissen als in
een pissijn
opdat de stad van Mechelen zou
proper zijn.
De ene pist langs hier;
de ander pist langs daar.
Uw broek is nog niet open,
of de gardevil is daar." (1)(p.111)
Vermoortel vermeldt daarbij:
"Wij kennen nog het liedje uit onze jeugdjaren dat we zongen op een melodietje van Saint Nicolas, patron des écoliers."
Op de bovenstaande foto zien we het "pissijn" op het voetpad, rondom een reclamezuil. Degenen die de affiches aanplakten konden twee dingen tegelijk doen. In de steden waren er vroeger wel nog meer "pissijnen". Aan een aantal kerken waren er "pissijnen" zodat de mannen voor ze de kerk binnengingen nog een plas konden doen. Ik heb er lange tijd één geweten langs de kant van de Groenplaats in Antwerpen, maar voor de ingang van de OLVrouw-kathedraal daar.
Trouwens er is niet veel nieuws onder de zon. Wanneer K.V. Mechelen thuis speelt zie ik aan het kerkhof moderne "pissijnen" verschijnen.
Wanneer er onder de lezers zijn die mij nog afbeeldingen van "pissijnen" in Mechelen kunnen bezorgen,
kunnen we er nog op deze blog zetten.
Ik keek ook een in "Woordenboek van Platte Taal".
Daar vond ik de volgende woorden uit deze context:
pis, pisbak, pisbakseks, pishoer, piskijker (door te kijken naar de urine van een patiënt een diagnose stellen), piskut, pislucht, pisnicht (scheldwoord voor een zich vilain gedragende homo), pisnijdig (zo nijdig dat men zich bepist), pispaal (iem. die zich alles moet laten welgevallen), pispot (nachtspiegel), pisseks, pissemuis (vrouwelijk geslachtsdeel), pissen (klanknabootsend), pisser, pissig( onvriendelijk, kwaad, ontstemd), pisvrijer.(2)(p.208)
Referentie:
Heide AALBRECHT& Pyter WAGENAAR, Woerdenboek van platte taal, 's-Gravenhage, 2007.(2)
Frans VERMOORTEL, het Mechelen van toen, Marc Van de Wiele, Brugge, 1984.(1)
Woorduitleg:
de gardevil: garde(fr) voor garder, bewaken
en vil val ville (fr) stad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten