"De blinde vlek", uit: "Gij en de Kunst", van W. WAETZOLDT, Amsterdam, s.d., p.43. |
Het is de bedoeling dat men het linkse oog sluit, en het rechtse oog fixeert op het het linkse oog van de kat; daarna is het de bedoeling de afbeelding tot op ca. 20 cm van het eigen rechtse oog te brengen, zonder het linkeroog van de kat los te laten, op dat ogenblik verdwijnt de muis. Zij is dan terecht gekomen op de z.g. "blinde vlek", dat is de plaats waar de gezichtszenuw uitkomt.
Het beeld dat wij op ons netvlies opvangen staat omgekeerd, maar in ons gewoon zien hebben we daar geen last van. Die verandering gebeurt in de hersenschors zodat het beeld weer overeind komt. De kijkende mens merkt niet op dat twee platte beelden op het netvlies tot één geheel versmelten en er zo een driedimensionale ruimte ontstaat.
Het komt niet in ons bewustzijn op dat een gedeelte van ons oog niets ziet, n.l. de plek dichtbij het punt waar de waarneming juist het duidelijkst is, waar n.l. de gezichtszenuw in de oogbol treedt, de z.g. blinde vlek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten