Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

zondag 22 december 2013

Poëzie: lied/gedicht ... "karamellenverzen"




Zo... dichtten ze 
en vergaten de tijd

                                                      Daan ZONDERLAND (zie in deze blog op datum 28.02.2012)

"Kees, de schildpad,
en Isidoor, de ezel,
waren met een gezelschap van andere dieren op reis.
Maar Kees zocht naar een gelegenheid om met Isidoor een apartje te hebben.
Want Kees wou hem zo graag vertellen dat hij een GROOT DICHTER was.
Nu, ten slotte kreeg hij zijn kans."


Hieronder komen een aantal "karamellenverzen" die behoren bij bovenstaande tekst:

Ik ben een schildpad, geheten Kees,
Ik hou van bloemkool, maar niet van vlees.


Een borduurwerk uit  "Haas en schildpad" waarbij zij een wedstrijd aangaan om ter snelst een doel(but) te bereiken.

Een langere versie:

Ik ben een schildpad, geheten Kees,
Ik hou van bloemkool, maar niet van vlees,
Een kat is een poes en een duif is een tortel,
Ik hou niet van koolraap, maar wel van wortel.

Kees doet nog een poging:

Een schaap zegt: bé! en een beer  zegt: brom!
Maar ik heb liever kommerkom.

Hij gebruikt kommerkom omdat komkommer niet rijmt .

Een gekloond schaap!
Daarna is Isidoor terug aan het dichten:

Ik ben een ezel en denk aan niets,
Ik zit in een wagen en niet op een fiets,
Ik zit in een wagen en niet op een paard,
Ik heb geen knevel, maar wel een staart.

Een variante:

Ik ben een ezel en heet Isidoor,
Het komt niet uit mijn neus en niet uit mijn oor,
Het is geen kat en het is geen hond
maar het is een gedicht en het komt uit mijn mond.


In 2012 stonden er tijdens de nachtmis van Kerst ezels achteraan in de kerk van OLV-Waver.



Kees, die het langste dichter is, komt aan het woord:

Ik ben een schildpad en word al vrij oud,
Een beek is van water en een boom is van hout!

De ongeduldige Isidoor gaat vlug weer aan het dichten:

Als ik loei
ben ik een koei;
maar als ik ritsel
ben ik een ditsel.

ditsel en niet distel, wegens de dichterlijke vrijheid.

En daarna hebben ze het gevonden: ze gaan samen aan de slag.

"Ja," zei Isidoor, "van buiten en van binnen."
"Ha," zei Kees. "Je bent al begonnen."
"En of," zei Isidoor. "Dat was vlug verzonnen."
"Kijk!" zei Kees. "De lucht wordt lichter."
"Jij bent een schildpad," zei Isidoor. "En ik ben een dichter."
"Ik ben een dichter," zei Kees, "en jij bent een grauwtje."
"en als mijn vel blauw was," zei Isidoor, "dan was ik een blauwtje."


Uit:: "De Dichters" van Daan ZONDERLAND, in: De Ring 1, W. Huygebaert, F. Ickx en M. Thys, Nederlands taalboek, Plantijn, Antwerpen, 1966(!), p.155 e.v.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten