Jan Frans Cantré, "Het dorp", gravure.(1) |
Winterstilte
Een witte spree
ligt overal
gespreid op 's wereld akker;
geen mense en is,
men zeggen zou,
geen levend herte wakker.
Het volgelvolk
verlegen en
verlaten, in de takken
des perebooms
te piepen hangt,
daar niets en is te pakken!
't Is even stille
en stom, alhier
aldaar; en ondertussen
en hoore ik maar
het kreunen meer,
en 't kriepen, van de mussen. (2)
Albert Verwey (Amsterdam 1865 - Noordewijk-aan Zee 1937)
In 1890 ging hij wonen in Noorderwijk; daar stichtte hij met Lodewijk Van Deyssel het "Tweemaandelijks Tijdschrift" dat in 1902 herdoopt werd in "De Twintigste eeuw". Er ontstond onvrede met Van Deysel en Verwey richtte dan in 1905 "De Beweging" op.
Hij was hoogleraar in de kunstgeschiedenis te Leyden.
In zijn "Nieuwe Gidsperiode" (1881-1890) dichtte hij impressionistische poëzie. Zeer mooi zijn de gedichten "Persephone" (1881), de cyclus "Van de liefde die vriendschap heet", "Demeter" en "Cor Cordium". Dit laatste is een hymne aan het individualisme.
Na 1890 ontwikkelt de impressionist zich tot intellectualist.
"De nieuwe tuin" is één van zijn beste dichtbundels.
Hij vertaalde de "Divina Commedia" van Dante in het Nederlands.
Verwijzing:
Louis LEBEER en Clem BITTERMIEUX, "Prenten en verzen uit België", t.g.v. gouden jubileum Etablissements plantin Antoine Dansaertstr. 66-72, Brussel, 1911-1961, (1)(p.6)
Desiré PISSENS en Juliaan FESTRAETS, "Taalgroei", bloemlezing, dl.1, Procure, Brussel, s.d. (2)(p.82)+(3)(p.8).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten