Rond, glad, blinkend, roos, rood en zwart, hangen ze smaak te zijn tussen het groen van de kerselaar. Zij zijn als het ware het symbool van de mooie dagen en van de gelukzaligheid van onze jeugd. We worden al bijna melancholisch bij de gedachte dat ze weldra van de markt zullen zijn, maar toch zullen ze volgend jaar wederkeren des te smakelijker en dikker van vorm en nog dieper van kleur.
Het plukken ervan laat ons al genieten van al hetgeen we er zullen kunnen van koken, distilleren, .......
Er worden lekkere taarten mede gebakken en ze worden wel eens samengebracht met alcohol. Zij worden vruchtenmoes, confituur, siroop en limonade. In de Alsace maken ze er lekkere kirsch van.
De kinderen vormen bij het zien van zoveel lekkers zelfs een kersenmond.
Wij eten al lange tijd kersen.
De kerselaar kwam in de eerste eeuw voor Chr. in Egypte reeds in bloei.
Het was de Romeinse generaal Lucullus die in Armenië oorlog voerde , die een plant meenam van Cérase of Cérasonte .... Vandaar de naam.
Lucullus liet de planten die hij meerbacht planten in de tuinen van het Pincio. Hij was fier over die aanplanting.
Volgens Plinius zou de plant reeds 25 jaar later in Bretagne zijn toegekomen.
Er ontstond einde 19de eeuw een uitzonderlijk lied rond de kersentijd
Le temps des cerises
Tekst: Jean-Baptiste Clément - Muziek: Antoine Renard
Het prachtig Frans lied werd op een magistrale manier gezongen door Yves Montand
Vertaling Harry F.E. Vermeir...
De Kersentijd
Wanneer we zingen over de kersentijd
dragen we met ons mee:
De vrolijke nachtegaal en de spottende merel
we vieren allen dit feest !
De schoonheden worden een beetje gek
En het hart van de verliefden klopt zonnig!
Wanneer we zingen over de kersentijd,
zal de spottende merel beter fluiten.
Maar de kersentijd duurt niet lang
daar men per twee dromend kersen plukt
met kersen aan de oren...
Liefdes kersen zoals de rozen
Al vallend onder de blaren tot rode bloedvlekken...
Maar de kersentijd duurt niet lang,
Hangers van koraal die men oogst al dromend!...
Wanneer we terug in de kersentijd zullen zijn,
Indien je liefdesverdriet vreest,
vermijd de schoonheden!
Ik vrees de indringende pijn niet,
Ik zal niet leven zonder één dag lijden...
Wanneer we in de kersentijd zijn.
Zullen jullie ook liefdesverdriet kennen!
Ik zal altijd houden van de kersentijd:
het is die tijd die in mijn hart verwijlt
Een open wonde!
Dame Fortuna aan mij aangeboden,
kan nooit mijn smart beëindigen...
Ik zal altijd houden van de kersentijd:
en de herinnering die ik in mijn hart bewaar!
De tekst werd geschreven door een arbeider in de bronsindustrie.
Hij werd geboren op 31 mei 1836 in Boulogne-sur- Seine.
Na de beëindiging van de 'Commune' te Parijs, waaraan hij deelnam, werd hij ter dood veroordeeld. Hij vertrok in ballingschap en verbleef in Londen en in Brussel. Het was in de laatste stad dat hij de tekst schreef.
Hij verkreeg gratie in 1880 en vertrok naar Parijs.
Hij overleed in 1903 te Parijs en de stad liet op de 'place de la Butte-Montmartre' een kerselaar planten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten