Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

vrijdag 27 juli 2012

"Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen" eindelijk de 21ste eeuw binnengetreden...




Het bestuur, versie 2011:

Bekijk de foto in het laatst uitgegeven tijdschrift.

Zittend op de eerste rij: Marcel Kocken, Raphaël De Smedt, Herwig De Lannoy (Voorzitter), François Van der Jeugd;
tweede rij: Jean Paul Peeters, Axel Vaeck, Bart Stroobants, Jan Meutermans;
derde rij: Willy Van de Vijver, Jeroen Van der Auwera.
(ontbreekt op de foto: Heidi De Nijn). Foto: Luc Perdieus. (1)

Op de foto staan tien mannen. Er is EEN vrouw in het bestuur.
Wanneer we de foto beter bekijken stellen we vast dat het een kleurenfoto is met vijf mannen met een das en vijf zonder das. Ze zijn op de goede weg om er wat minder stijf bij te staan of te zitten.
Er is schijnbaar toch enige vooruitgang om een moderner en opener bestuur te voeren. Maar het bestuur staat wel open om vrouwen op te nemen.


Laat ons eens een kijkje nemen in dat waarin ze schijnbaar het sterkst waren/zijn de uitgave van de "Handelingen".
En of daar enige evolutie is te bespeuren.





Deze handelingen dateren uit 1949
en zijn het 53-ste boekdeel.
We zien er een dubbelganger van de Nederlandse titel, een Franse;
even groot als de Nederlandstalige .
Het secretariaat: 137, Koningin Astridlaan.
Kan. R. Tambuyser was voorzitter.
Vooraan is een lijst van zes pagina's met de werkende leden en 13 aangesloten instellingen.
Het is een  grijze kaft zoals die in die tijd moest ogen en binnenin heel wat zwart/wit platen.

We vinden er tien wetenschapelijke teksten waarvan één in het Frans.
De Franse tekst van J. Lefèvre, "Le grand Conseil de Malines sous Albert et Isabella" (1598-1621) . Er was helemaal geen blokje waarin de tekst in het Nederlands werd geduid.


Het ontvangstbewijs van lidmaatschap:

Ontvangstbewijs van het Lidmaatschap (75 franken) van J. Torfs (bibliothecaris) betaald aan L. Caers, schatbewaarder in 1950.(2)


We hebben het hier waarschijnlijk te maken met J. Torfs de latere hoofdbibliothecaris die de stadsbibliotheek nieuwe impulsen zou bezorgen. Het lidmaatschap was behoorlijk hoog. Het bewijsje was versierd met een kroon die verwees naar Koninklijk.(voor verenigingen die 50 jaar bestaan)





Deze handelingen dateren uit 1970
en zijn het 74-ste boekdeel.
De Franstalige benaming van de kring is heel wat kleiner dan in 1949.
Het secretariaat bleef:137, Koningin Astridlaan

H. Joosen was voorzitter.
Vooraan is een lijst met 10 blz. met leden en en 25 aangesloten instellingen. Een stevige toename door de strekking van de voorzitter.

Het bleef een wat grijze afstandelijke kaft waarbij het zegel van de Mechelen verkleind werd en grafisch is weergegeven.

We vinden er achttien wetenschappelijke teksten waarvan er vijf Franstalig zijn. Weer zonder enige vorm van duiding in het Nederlands. Nog altijd "pour les Flamands la même chose."

Handelingen van 1996. 100-ste boekdeel, Mechelen 1997

Het formaat bleef hetzelfde, maar de kaft werd wat minder grijs.
Het gaat hier om het 100-ste boekdeel.
Aloïs Jans was voorzitter . Het secretariaat was bij Paul Delbaere.

Vooraan een lijst met 16 blz. leden en 45 instellingen die lid zijn waren. We zien een stevige toename i.v.m. 1970.
We noteren zeven wetenschappelijke teksten waarvan één in 't Frans, nl. over Kardinaal Suenens.
Het Mechelse zegel werd nogmaals hertekend en werd nogmaals kleiner.

En dan nu de VERNIEUWING:



De "Handelingen" deel 115, Mechelen, 2011, afl. 1.
Daarnaast is er nog een aflevering 2.
en van Erik VAN MINGROOT, "Over de oudste Schriftelijke getuigenissen (870-1008/25) uit de ontstaansgeschiedenis van de stad Mechelen", in: Studia et Documentata Mechliensia,  dl. 10, Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, Mechelen 2011.

Eindelijk is het zover een nieuw lay-out, andere kleuren, kleurenfoto's en het zegel in de kaft verwerkt.
Het Frans is eindelijk van de kaft verdwenen.
Herwig De Lannoy is voorzitter.
In aflevering 1, staat de ledenlijst achteraan  en bevat 11 blz. voor de leden (personen) en vermeldt 35 instellingen die lid zijn. 't Zijn er 10 minder dan voorgaande; is dit het gevolg van de vernederlandsing of de iets kleinere tekst?
De inhoudstafel staat vooraan en vermeldt vier wetenschappelijke teksten in het Nederlands .
In aflevering 2 staan een antal toespraken t.g.v. het 125-jarig bestaan.
Er is ook een biografische lijst van 125 jaar bestuursleden.

De vereniging is duidelijk de goede weg op.
Nu nog wat meer openheid naar niet rechtstreeks geschiedkundig academisch  geschoolden en onderwerpen die regionaal aansluiten en  vrouwen die  deelnemen aan het bestuur en het wordt één van de dynamische  verenigingen van de stad.

Kijk ook bij januari 2011 in deze blog voor een vroeger bericht over deze kring.


Referenties:

Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, Mechelen 2011, dl. 115, aflevering 2, p.29.(1)
Uit eigen documentatie.(2)

dinsdag 24 juli 2012

Mechelen ST-ROMBOUTSTOREN beiaardconcerten TOM VAN PEER



In de maanden juli-augustus-september zijn er beiaardconcerten te beluisteren op maandagavond om 20 u30 vooral  door gastbeiaardiers. Dit verslag gaat over 24 juli 2012, een aangename zomeravond.Beiaardconcerten georganiseerd door "Toren en Beiaard".


Toren in dubbelzicht. Foto: H.F.E. VERMEIR

De éné toren is de andere niet.De toren met twee beiaarden en een valkenfamilie kon op de belangstelling van een 150 belangstellenden rekenen onder een blauwe lucht en een aangename temperatuur. Op de toren zien we de Belgische vlag in duplo. Vlag die er opgehangen werd op 21 07 2012 ...

Een luisteraarster:

Alice De Potter. Foto: H.F.E.VERMEIR


 Vol aandacht luistert deze dame naar het concert. Merk op: zij draagt een glazen klokje als oorbel. Van een "freak" gesproken.. Zij kocht die speciale oorhanger bij Michiels op de Korenmarkt in  Mechelen.

 Tom Van Peer stuurde zijn beiaardklanken over ons. Hij speelde o.a. "Andalusische Impressies", "What een wonderful world" en nog een aantal andere gekende melodieën. Men hoorde dat hij een uitzonderlijk pianist is door zijn beiaardspel door.


Tom Van Peer en Eddy Marien na het concert. Foto: H.F.E. VERMEIR
De Mechelse toekomst op beiaard gebied:
Tom Van Peer, titelvoerend beiaardier van O.L.V.-Vrouw-over-de-Dijle
Eddy Marien, stadsbeiaardier.


Zelfde avond, toren met Leeuwevlag. Foto: H.F.E.VERMEIR
Toen we daar zaten vol aandacht te luisteren en te kijken zagen we de Belgische vlag met veel "wellust" wapperen.
Een tijdje later keek ik terug naar boven en er was geen vlag meer. Oei..
Ik volgde verder het  muzikale gebeuren maar ook het werdervaren van de lege vlaggestok  boven op de toren.
Ineens gebeurde het wonder en DE vlag schoof naar boven. Eéne Michel moest dit hebben meegemaakt...


En dan de kroon op het werk met een kunstwerk dat ons kijken naar de toren enigszins vertroebelde :


Gijs Van Hee, Inktvis. Foto: H.F.E. VERMEIR
 Het oog van de OCTOPUS IS EEN VERSPIEDINGSCAMERA ; vergelijkt de ontwerper het publiek controlerend gebeuren van een stad zoals Mechelen  met een OCTOPUS die met zijn tentakels overal aanwezig is en elk gebeuren probeert te controleren?

Is grafitti vandalisme?
Was grafitti kunst?
Is grafitti kunst?
Is grafitti kunst geworden?
Waarom is grafitti kunst?
Waarom is beiaardspel kunst?

VRAGEN, altijd maar VRAGEN.
MAAR MEN KAN EEN MENS NIET VERHINDEREN NA TE DENKEN.
Zou er dan toch noch democratie zijn?

maandag 16 juli 2012

ZIN in ONZIN in KWATRIJNEN " de spiegel"




Titiaan di Gregorio Vecellio (ca. 1488-90  -1576), Vrouw tussen twee spiegels, Louvre, Parijs, 1512-15.
Het schilderij komt uit de collectie van van de Gonzaga in Mantua.

We zien een mooie dame die staat tussen twee spiegels die  door een jonge aantrekkelijk man vastgehouden worden. Zij toont haar naakte schouders, haar mooi blond haar en houdt een vinger op een reukflesje.

In de Renaissance bestond er onder de schilders een grote wedijver om in schilderijen spiegels weer te geven, die de erbij afgebeelde mensen mooier uitbeeldden dan ze op dat ogenblik in de spiegel zouden geweest zijn, een contradictie. Bij Jan Van Eijck vinden we daar al een vroeg staaltje  in Arnolfini en zijn echtgenote; daar ging het erom dat de schilder zichzelf  op "gecamoufleerde" wijze binnensmokkelde in het schilderij.


" Hun spiegel 
   Was te klein
   Maar dat lag 
   Aan hun lijn..."(1)


" Sinds hij in 
   Een spiegel zag,
   Leeft de uil
   Niet meer overdag..."(2) 

" Toen hij in 
   De spiegel keek
   Gaf de dokter 
   Zich een week..."(3)

 " Een spiegel is
   Soms een bezwaar
   Want wat men er
   In ziet is waar..."(4)



 Referentie:

Peter Boshoef, Zin in Onzin in  Kwatrijnen, dl. X, 2001.p.26. (1)
Peter Boshoef, Zin in Onzin in  Kwatrijnen, dl. VII, s.d..p.4. (2)
Ibidem. p.13.(3)
 Peter Boshoef, Zin in Onzin in  Kwatrijnen, dl. VIII, s.d..p.4. (2)


vrijdag 13 juli 2012

OPSINJOORKE (deel 2) de Mechelse spotfiguur in een geschiedkundige kontekst




Prent uit de feestmenu van de "25ste verjaring der Instelling van de Oudheidkundigen Kring" (1911).
De prent bevat rechtsonder de naam van de maker Jos Hunen, met er onder:

SIGNOORKEN

Oudsten borger der Stad Mechelen

Den vuylen Bruidegom

Le mauvais Mari   1644

Met de datum is er iets mis, daar we in deel 1 lazen dat Valentijn van Lanscroon in 1647 een pop sneed in hout,  zo blijkt uit de oorkonden van het Mechels stadsarchief, voor de Ommegang.


Sinds de Middeleeuwen werd in de Mechelse praalstoeten en ommegangen een 'smijtpop' meegedragen, die door middel van een groot lijnwaden doek in de hoogte werd geworpen.  De bovenstaande tekening stelt wel degelijk  de 'Sotscop', de 'Vuylen Bras", de "Vuylen Bruidegom" of de "Vuylen Bruid voor. De naam SIGNOORKEN die er op gedrukt staat doet vermoeden dat de prent van later stamt.

De Mechelse praalstoeten lokten steeds ontzaglijk veel volk naar de gewezen hoofdstad der Nederlanden. Zij gaven dikwijls aanleiding tot allerlei voorvalletjes waarvan één der meest kenschetsende zich voordeed op 4 juli 1775.

Toen de ommgang in de St.-Katelijnestraat aangekomen was, geraakte "Sotscop" buiten bereik van het doek en kwam tussen de menigte terecht. Eén van de toeschouwers, een zekere Jacobus de Leeuw, een Antwerpenaar, stak zijn armen uit om de pop af te weren, maar werd er van beschuldigd de  "Sotscop" te willen roven. De Mechelaars ranselden de dader duchtig af. Hij werd te Mechelen gevangen gehouden, wist echter te ontsnappen en keerde naar de Scheldestad terug "van den hoofde tot den voet bebloet". In de maand augustus richtte Jacobus de Leeuw een protestbrief tot de Mechelse magistraat, waarin hij zijn onschuld bepleitte.

Dit avontuur was de oorzaak van de benaming 'Signoor" of "Opsinjoorke". Dit laatste is hem tot op onze dagen bijgebleven. Van dat ogenblik af, namen de Mechelaars hun voorzorgen tegenover alle mogelijke weerwraak van de Antwerpenaars en "Opsinjoorke" werd steeds in een koffer, voorzien van sterke sloten, geborgen.



 Prent uit dezelfde bron als de prent hierboven. Deze staat op de voorzijde.
We zien hoe vier mannen "Opsignoorke" opgooien en roepen:

HAY - OPPA  SIGNOORKEN

Hier ziet men dat ik niet en lieg:
't is zoo dat ik ten hemel vlieg!
Die mij bevryd van wederval,
bezit de grootste kunst van all!

We zien verde de St.-Romboutstoren met groot uurwerk dat nu al een hele tijd verdwenen is en in de gemeentewerkhuizen staat...
Op de toren de Mechelse vlag, nu is er die ook vergezeld door een vlag die de Vlaamse Leeuw voorstelt. Geen andere vlaggen, dit is één van de stokpaardjes van de huidige burgemeester.

De Antwerpenaars werden vanaf het midden van de 16de eeuw "sinjoren" genoemd omdat zij de toenmalige bezetters naäapten in kledij en manieren. Vandaar  stelt de smijtpop dan toch maar kwa naam een "chauvinistische" Antwerpenaar voor en dit zou leiden tot een reactie van een aantal Antwerpenaars, want ze waren op hun ziel getrapt door die achterlijke "Maneblussers". Daarover meer in deel 3.

Deel één vind je op datum van 10.07.2012
Deel drie vind je op datum van 13.08.2012

dinsdag 10 juli 2012

OPSINJOORKE (deel 1) de Mechelse spotfiguur in geschiedkundig perspectief

De oudste bron die ik terugvond die verwijst naar een gebeuren dat de bron kan zijn voor het ontwikkelen van OPSINJOORKE vind ik in de Romeinse tijd  in teksten van Martialis en Suetonius.
De aanleiding was de lezing in "Vita Romana, het leven in het oude Rome" van U.E. Paoli, waaruit hier een fragment van p.74.
" Soms haalden zij met een eenzame voorbijganger wel eens de volgende, onder het krijgsvolk gebruikelijke grap uit, welke men segatio noemde. Zij dwongen de arme man dan op een soldatenmantel te gaan liggen die ze stevig gespannen aan de uiteinden vasthielden, waarna ze hem hoog in de lucht wierpen en weer opvingen, een spelletje dat ze net zo lang herhaalden tot ze van vermoeidheid niet meer konden en de arme drommel geradbraakt was. "(5)


Over de figuur van  “Opsignoorke” te Mechelen  publiceerde Marcel Kocken het als volgende :
In dezelfde jaren  [ca. 1647] ontstaat ook  de huidige nog bestaande smijtpop ‘Opsignoorke’. Opmerkelijk is wel, dat beide, dit wil zeggen (1)‘simme jaegen’ en ‘Opsignoorke in volle Spaanse periode opduiken.
‘Opsignoorke’ of ‘den vuylen Bras’ zal bovendien een erg Spaanse fysionomie en kledij krijgen. Onzes inziens is er een correlatie tussen ‘simme jaegen’ en ‘Opsignoorke’ enerzijds, en tussen ‘Opsignoorke’ en de Spaanse overheersing anderzijds. Is er dan ook een correlatie tussen de Spaanse overheersing en het ontstaan van het ‘simme jaegen’ in Mechelen? Heeft de aanwezigheid van Spaanse sinjeurs zowel het ontstaan van het ene als van het andere bevorderd?(2)


 



Alfred OST(1884-1945), Op-Sinjoorken, prentkaat uit de reeks  “De Ommegang”.(3)

De wortels van Opsinjoorkes bestaan bevinden zich in Spanje. Het land kent een soortgelijke traditie rond een mannetje genaamd El Pelele. In het Madrileense Pradomuseum valt op een schilderij van Francisco de Goya overigens ook een tafereel te zien waarbij een stroopop door vier dames bij middel van  een doek de lucht in gesmeten wordt.(4)
 
 

Francisco José de GOYA Y LUCIENTES(Fuendetodos 1748 – Bordeaux 1828), El Pelele(stropop), Pradomuseum, Madrid, 1791/92.

Op-Sinjoorken werd in 1647 door Valentijn Lanscroon gebeeldhouwd en hij gaf hem de naam “Sotscop”. Later veranderde die in denigrerende namen als : Vuilen Bras, Vuilen Bruidegom of Vuilen Bruid.
Het origineel rust in een zware archiefkoffer van het Hof van Busleyden. Hij kreeg ook een standbeeld op de Mechelse Grote Markt, voor het stadhuis. Frans Van den Brande  (° 1935 te Mechelen) ontwierp het bronzen beeld en het werd geplaatst in 1988..
Opschrift:
Die mij bevrijdt van wederval, bezit de grootste kunst van al.
Hier ziet men dat ik niet en lieg, 't is zo dat ik ten hemel vlieg.
Tegenwoordig wordt hij door de volksdansgroep “Tijl Uilenspiegel” van St.-Katelijne-Waver als smijtpop bij bepaalde plechtigheden rondgedragen.


 WORDT VERVOLGD

deel twee vind je d.d. 13.07.2012
deel drie vind je hier d.d. 13.08.2012

Segatio: naar SEUTONIUS, Otho, 2: Ferebatu.... vagari noctibus solitus, atque invalidem quemque obviorum, vel polulentum corripere ac distento sago impossitum in sublime iactare (Men vertelde van hem, dat hij 's nachts door de straten placht te zwerven en dan mensen die zwak waren of dronken, op een uitgespreide mantel jonaste).
Simme(aap) jaegen , de Mechelse verwoording voor “charivari”, volksrechtspraak bijna in heel Europa toegepast.(1)


Referentie:
Harry F.E. VERMEIR, "De legende van 'Meneerke van Buizegem", in: Gouwtijdschrift Heemkunde Gouw Antwerpen, jaargang 47, 2010, p.4 e.v.
Marcel KOCKEN, “Charivari te Mechelen tijdens de nieuw tijden” in: Volskunde 93 (1992)4, p. 286.(2)
Ugo Enrico PAOLI, Vita Romana, het leven in het oude Rome, Lieverlee, Amsterdam, s.d., p.74. (5)
 ST. VANDENBERGHE, Alfred Ost, Mechelen : de vlietjes – de ommegang – de Hanswijkprocessie, J. Stevens, Mechelen, 1980, p. 76.(3)
 http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Goya.pelele.prado.jpg (4)