" 'k Was eertijds Sextilis, maer Roomen hoog beroemt
heeft my Augustus tot hun keizers eer genoemt.
Draegt nu uw schueren vol om 's winters van te eten,
ik doen nu onderwyl als in de badstoof zweeten."
Sextilis, is een verwijzing naar de Romeinse tijd, waar het de zesde maand was.
De maand werd naar de eerste keizer Augustus (27 v.Chr. - 14 n.Chr.) genoemd.
In het derde vers is er een verwijzing naar het waarom van de benaming "oogstmaand",
en het vierde vers verwijst men naar de warmte in deze maand met het begrip de badstoof.
Vandaag 02.08.2013 toen ik dit samenstelde bedroeg de temperatuur 34 °C.
De maand: evolutie
Voor de invoering van de Juliaanse kalender telde deze maand 29 dagen, naar analogie met de omwentelingen van de maan.
45 jaar voor Christus voerde Julius Caesar een aangepaste kalender in. De derde maand werd maart, i.p.v. de eerste.
Quintilis (vijfde) werd de zevende maand en de naam ontleende men aan voornoemde keizer, dus juli(us).
Caeser maakte sextilis(zesde maand) tot de achtste maand, die maand kreeg er twee dagen bij.
Toen de glorie van keizer Augustus begon (zie boven) schreef men in de oorkonden mensis sextilis (zesde maand) maar Augustus.
Zilveren Denarius, met een afbeelding van een jonge keizer Augustus(4 na Chr.?)
---------------------------------------
De denarius (meervoud: denarii), was een zilveren munt, een van de meest gangbare munten in het Romeinse Rijk, vooral ten tijde van de Romeinse Republiek en de eerste twee en een halve eeuw van het Romeinse keizerrijk. De naam denarius leeft nog voort in dinar, de munteenheid die in verschillende Arabische landen wordt gebruikt, en in dinero, het Spaanse woord voor geld. Ook de oude Franse munteenheid denier is van denarius afgeleid. Prijzen in Engeland werden tot de invoering van het decimaal systeem uitgedrukt in L/s/d, voor resp. pond, shilling en penny, waarbij de afkorting L van Libra (Latijn) voor pond en d voor penny van denarius afkomstig is.
De munt staat ook bekend als zilverling en is bekend onder die naam omdat Jezus Christus door Judas Iskariot zou zijn verraden voor 30 zilverlingen.(1)
------------------------------------------
Augustus werd vroeger op den buiten ook Sint-Joachimsmaand, vader van Maria, genoemd.
De symboliek van de maand
Deze miniatuur is afkomstig uit het getijdenboek van Henry VIII, ca 1500 vervaardigd door Jean Poyet.
Toelichting en bijzondere details:(2)
- Het centrale thema op deze afbeelding is het binnenhalen van het graan en het dorsen ervan. Augustus is de oogstmaand!
- Het graan is hoog opgestapeld op een kar met twee houten wielen. De kar wordt getrokken door een span ossen. Voor veel boeren waren paarden te duur.
- De lading op de kar wordt op zijn plaats gehouden door een touw dat er van voor naar achter over heen is gespannen.
- In de schuur is een drietal mannen bezig met dorsen van het graan met behulp van een z.g.dorsvlegel. Een zwaar karwei! Door de klap van de dorsvlegel vallen de graankorrels uit de aren.
Onderaan is een deel van de kalender van augustus te zien.
Daarop wordt o.a. aangegeven:
- augustus telt 31 dagen (XXXI)
- de maan (Luna) telt 29 dagen (XXIX)
- op elke dag is er een kerkelijk feest bijvoorbeeld op 1 augustus het feest van Petrus’-Banden
De figuur aan de linkerkant is St.- Petrus
Aanvullende opmerkingen:(2)
1 Let op de andere manier van bespannen van de ossen. Het juk is aan de horens bevestigd en kan daardoor niet naar achter schieten en de adem van de beesten afsnijden.
2 Bij de oogstdag in De Locht gebruiken we dezelfde dorsvlegels als die op de afbeelding worden getoond.
- Het centrale thema op deze afbeelding is het binnenhalen van het graan en het dorsen ervan. Augustus is de oogstmaand!
- Het graan is hoog opgestapeld op een kar met twee houten wielen. De kar wordt getrokken door een span ossen. Voor veel boeren waren paarden te duur.
- De lading op de kar wordt op zijn plaats gehouden door een touw dat er van voor naar achter over heen is gespannen.
- In de schuur is een drietal mannen bezig met dorsen van het graan met behulp van een z.g.dorsvlegel. Een zwaar karwei! Door de klap van de dorsvlegel vallen de graankorrels uit de aren.
Onderaan is een deel van de kalender van augustus te zien.
Daarop wordt o.a. aangegeven:
- augustus telt 31 dagen (XXXI)
- de maan (Luna) telt 29 dagen (XXIX)
- op elke dag is er een kerkelijk feest bijvoorbeeld op 1 augustus het feest van Petrus’-Banden
De figuur aan de linkerkant is St.- Petrus
Aanvullende opmerkingen:(2)
1 Let op de andere manier van bespannen van de ossen. Het juk is aan de horens bevestigd en kan daardoor niet naar achter schieten en de adem van de beesten afsnijden.
2 Bij de oogstdag in De Locht gebruiken we dezelfde dorsvlegels als die op de afbeelding worden getoond.
----------------------------------
Ze staat vooral in het teken van de oogst.
"Zo keerde ieder jaar de tijd van het zaaien en van het maaien terug.
Schoon en groots was het schouwspel, wanneer de boer met brede armzwaai het koren in de voren strooide - maar één vreugd, één lach lijkt hij, wanneer hij met rood geblakerd gelaat en bezweet, glimmend voorhoofd de oogst binnenhaalt..."(3)
De Romeinen noemden deze maand ook Mensis messionum, maand van de oogst.
In hun veelgodendom wijdden zij de maand toe aan Ceres, godin van de oogst en landbouw.
Zij beeldden haar af met in haar eene hand een scepter, lijkt een vlammende toorts, en op de andere arm een garve. Voor haar troon een mand met de halmen van de gewassen van de aarde.
Karel de Grote veranderde de naam van de maand in Aranmanoth d.w.z. arenmaand, oogstmaand.
Vergelijk Aran met het Duitse Ernte, dat oogst betekent.(4)
Augustus maakt deel uit van de warmste periode van het jaar, hoewel de gemiddelde warmtegraad lager is dan die van juni en juli. Tijdens de Franse Revolutie ontleende ze daaraan haar naam: warmtemaand. Thermidor (oorspronkelijke Franse benaming voor Warmtemaand) valt bijna geheel samen met de Hondsdagen. daar publiceerde ik reeds vroeger over in deze blog), die beginnen op 20 juli en eindigen 18 augustus.(3)(p.76)
Gezelle noemde ze in "Duikelalmanak" koornmaand. Ook het begrip weddemaand vinden we terug in "Rijmsnoer". Wedde naar het Duitse Gewitter, hitte onweer, dat in deze maand meestal voorkomt
De Romeinen noemden deze maand ook Mensis messionum, maand van de oogst.
In hun veelgodendom wijdden zij de maand toe aan Ceres, godin van de oogst en landbouw.
Zij beeldden haar af met in haar eene hand een scepter, lijkt een vlammende toorts, en op de andere arm een garve. Voor haar troon een mand met de halmen van de gewassen van de aarde.
Karel de Grote veranderde de naam van de maand in Aranmanoth d.w.z. arenmaand, oogstmaand.
Vergelijk Aran met het Duitse Ernte, dat oogst betekent.(4)
Augustus maakt deel uit van de warmste periode van het jaar, hoewel de gemiddelde warmtegraad lager is dan die van juni en juli. Tijdens de Franse Revolutie ontleende ze daaraan haar naam: warmtemaand. Thermidor (oorspronkelijke Franse benaming voor Warmtemaand) valt bijna geheel samen met de Hondsdagen. daar publiceerde ik reeds vroeger over in deze blog), die beginnen op 20 juli en eindigen 18 augustus.(3)(p.76)
Gezelle noemde ze in "Duikelalmanak" koornmaand. Ook het begrip weddemaand vinden we terug in "Rijmsnoer". Wedde naar het Duitse Gewitter, hitte onweer, dat in deze maand meestal voorkomt
Gravure die de sfeer goed weergeeft.
Volksgezegden / Weerspreuken (3)(p.78)
Als augustus sterk dauwen doet
Dan blijft gewoonlijk 't weder goed.
Augustus' eerste weke heet en laf,
Veel wintersneeuw wacht af.
een variante
Zo de eerste weke van oogst is heet,
Dan staat een lange winter gereed.
Half augustus zonneschijn
Verschaft den boer een goed vat wijn.
een variante
In augustus regen
Geeft de wijnoogst zegen.
Augustus vrij van noordenwind,
Zo blijft het weer goed gezind.
Volkswijsheden
Sint-Laurens (10.08.) en Sint-Bartel schoon
Dan draagt de herfst een gouden kroon.
Is 't op Sint-Laureynsdag klaar
Dan is er veel fruit dit jaar.
Is het heet op Sint-Domien (04.08)
Gij zult een strenge winter zien.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Denarius (1)
Gust MüLLER, Van nieuwjaarsochtend tot oudejaarsavond, Goede Pers, Averbode, s.d., p.75,76.(3)
Adolf ULENS, De Tijd in de Folklore, Brecht, 1931, p.70. (4)
Adolf ULENS, De Tijd in de Folklore, Brecht, 1931, p.70. (4)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten