Voor de vierde maal gaat Mechelen een station bouwen en de omgeving er rond verkeersfunctioneler maken. Maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat men vooral gemotiveerd werd door het nieuwe station van Luik. En als in Luik de zon schijnt dan moet ze in Mechelen schitteren
Prent van L. Ghémar 1819-1873), ca. 1836.(1) |
De eerste van de drie treinstellen kwam op 15 mei 1835 om 13u20 langs de zuidzijde van de vaart aan, na een rit van drie kwart uur, die vertrok in de Groendreef te Brussel. Het eerste stel werd getrokken door de locomotief de "Pijl", daarna kwam het treinstel met de "Stephenson", en later volgde nog de "Olifant". Sommige wagons waren gesloten maar anderen hadden geen dak boven het hoofd van de reizigers.
De passagiers stapten af te midden van de velden, waarna ze met een bootje de Leuvense vaart overstaken om via enkele paadjes de bewoonde wereld te bereiken. De hier bewoonde wereld zien we links in het midden op de prent met links de kerk OLVrouw-over-de Dijle en meer naar rechts de Sint-Romboutstoren met torenuurwerk. We zien ook een aantal huizen met rode en grijze daken en ervoor een redelijk hoge muur. Op de prent meer vooraan merken we en zuil met een zak op. Dat was de plaats waar de locomotief met water werd gevuld. Op de sporen erbij goederenwagens . Op een spoor meer naar links een trein die juist binnenreed, met personenwagons.
Meer naar links voor het dienstgebouw met vier ramen een goederentrein.
Dan weer naar rechts nog een dienstgebouw en dan het hogere gebouw met toren is het eerste station. Helemaal rechts een hoog dienstgebouw met verderop gebouwen die we het arsenaal durven noemen. Tussenin staat de zeven meter hoge mijlpaal. Deze werd bij de eerste treinrit onthuld door de eerste minister Barthélemy de Theux, daar Leopold I niet meegereisd was uit veiligheidsoverwegingen. De mijlpaal was het symbolische nulpunt. Vanaf die plaats gebeurden alle afstandsbepalingen voor de Belgische spoorwegen. De mijlpaal stond tot vandaag op zes plaatsen; hij stond in de wachtzaal van één van de stations en tot nu toe staat hij op een verhoog voor het huidige station dat al vlug onder de slopershamer zal verdwijnen.
In het midden zien we een rode locomotief met een aantal wagons voor personenvervoer. Als we de situatie van de prent nader bekijken, moet er toch al een brug over de vaart zijn geweest.
De expansie van de spoorwegen is groot:
in 1835 waren er een 1/2 miljoen reizigers;
in 1840 " " een 2 miljoen reizigers;
in 1970 " " een 27 miljoen reizigers.(2)(p.98)
Daarvoor waren grote en goed uitgeruste stations nodig.
Mechelen, station en overkoepeling, Bertels, Brussel, 1904. |
De lokettenzaal van het Mechelse station in 2013. Foto: H.F.E. VERMEIR |
Verwijzing:
K., "Het speeltje van Leopold I", in: Knack covert je stad, 13.09.2006. (1)
Karel Van Isacker, Mijn land in de kering, 1830-1950, dl.I : "De ouderwetse wereld 1830 - 1914", Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam,, 1984, vijfde druk. (2)