Gerard Huysser, Winterelementen, p.56. |
ULEVELLENWIJSHEID
De mijt was in mijn kaas, zodat 't daar niet veel dogt
Dus bleef 't daar heuvelig staan, omdat dat niemand mogt...
Toen vroeg ik gans verstoord: "Wie of zo krom toch snijdt?"
"Papa" (zei 't jongste kind) "de meid die mijdt de mijt." (p.85)
De Spanjaard zegt: "Wees altoos schouw
voor het achterste van een ezel,
en 't voorste van een vrouw." (p.112)
Wanneer gij zinlijk zijt,
Wil kiesheid daaraan paren;
Als 't eerste u verlokt,
Zal 't laatste u bewaren. (p.123)
Tol, bal en springtouw.Tekenaar, onleesbaar..Wie het weet mag het laten weten. Ook uit onderstaand boek. |
Uit: Ernest VAN DER HALLEN, e.a., "Zonnewijzer", Het Spectrum, Utrecht, 1939.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten