de maand MEI
Volgens de Oud-Romeinse kalender de derde , volgens de Juliaanse de vijfde maand van het jaar; ze telt 31 dagen.
Genoemd naar de Romeinse godin Maia, de godin van de aarde. Ook in verband gebracht met het Latijnse woordje magnus (groot), omdat alles tijdens deze maand in de natuur groter wordt, m.a.w. groeit.
Andere benamingen: Mariamaand( de processie van O.-L.-Vrouw van Hanswijk te Mechelen gaat in 2016 op 1 mei uit), Vrouwenmaand, Bloeimaand, Bloemenmaand, wonnemaand (vreugde volgens het Oud-Germaans).
Uit: "Folkloristische tijdspiegel voor België", door André Ver Elst, Brussel, s.d., p.150.
IN BEELD
Gebroeders van Limburg; "Les tres riches heures du Duc de Berry", de maand "mei". Het handschrift werd besteld in 1410. |
Over de identificatie van de gebouwen op de achtergrond bestaat enige
onzekerheid. Het zou een weergave zijn van het kasteel van Riom, de
voormalige hoofdstad van de Auvergne, een provincie die aan de hertog van Berry was geschonken door zijn
vader, Jan de Goede. Het zou, volgens een andere
interpretatie, echter geen gelijkenis vertonen met vergelijkbare afbeeldingen
uit de periode, maar een weergave zijn van het Palais de la Cité in Parijs en enkele
nog steeds bestaande gebouwen op het Île de la Cité, waaronder de Conciergerie.
In het hemelgewelf bovenaan is centraal de zonnegod Helios in zijn
zonnewagen uitgebeeld, met links van hem het sterrenbeeld Stier en rechts Tweelingen."
"Het getijdenboek (het beeldmateriaal) werd tussen 1412 en 1416 door de gebroeders Van Limburg
gemaakt. Zij lieten het boek onafgemaakt achter bij hun dood (én die van de
hertog) in 1416. De koninklijke kunstliefhebber René d'Anjou liet een onbekende kunstenaar (misschien Barthélemy d'Eyck) aan het
boek werken in de jaren 1440-1449 en Karel I van Savoye gaf Jean de Colombe de opdracht
de illustraties af te maken en aan te vullen. Hij werkte hieraan tussen
1485 en 1489."
http://nl.wikipedia.org/...duc de Berry#cite note- 1
DE KALENDER
De maand "mei" in kalendervorm. In: dit nieuw seizoen LENTE, J. Van Laer, e.a.,J. Lannoo, Tielt, 1946, p.115. |
Evermarus: (H.) [ever +mar, beroemd] Fries edelman, op een bedevaart naar het graf van de H. Servatius te Maastricht, door rovers vermoord te Rutten bij Tongeren ca. 700; feest 1 mei . (uit: "Verschuerens Groot Woordenboek",1979)
POËZIE
MEI
De kerselaar zijn trouwgewaad
heeft aangedaan:
vandaag moet hij, meidag is 't,
ter bruiloft gaan.
Elk taksken is een priem nu, die
bewonden, wit,
tot tenden, in een witte schee
van bloemen zit.
Beruwrijmd, was hij schoon, wanneer
de winter woei:
veel duizendmaal is schoonder nu
zijn blomgebloei...
't Is bruiloft, en 't is zonneweêr:
de zomermeid
den bruidegom verwacht, die haar
was toegezeid.
Guido GEZELLE
Op 1 mei werd Guido Gezelle in Brugge geboren.
Hij was priester, maar als dichter scheert hij hoge toppen.
Zijn taal is wondermooi.
De verwachting van de mei wordt hier op een wonderlijke wijze tot uitdrukking gebracht.
Uit: dit nieuw seizoen LENTE, J. Van Laer, e.a.,J. Lannoo, Tielt, 1946, p.114.
MEY
Den coelen mey is nu in sin sezoen;
De velden staan vol sappig groen.
Ic raap de bloemen bij elkaar
en vlecht se in dijn gouden haer.
Felix Timmermans (Lier 5 juli 1886 - id. 1946)
"En dat is de allereerste strofe, de allereerste tekst, waarin Felix Timmermans Lierse dialectvormen gebruikt. Na het lezen van de nagebootste oud-Nederlandse teksten gebruikt hij ook wel eens 'maegd' voor maagd, 'du' voor u of gij, en dies meer."
De romantische inhoud staat hier voorop.
Uit: Felix Timmermans, een biografie, Gaston Durnez, lannoo, 2001, p.49.
MEIBOOM / MINNESPEL / ZANG
Ook op andere tijdstippen of bij andere gelegenheden werden meien geplant als de oogstmei (o.a. te Brussel), de richtmei, de schutsmei, de liefdemei en de bruidsmei.
Rond de meiboom, die het opleven van de natuur symboliseerde, werd gezongen.
In de meinacht zette de jeugd zulke boom op voor het huis van hun "schoon lief".
Een dennenboom of een eglantier, een berk of een laurier duiden een blijvende liefde aan,
een wilg benadrukte de babbelzucht van het meisje,
een doorntak wees op haar kwaadaardig karakter,
een vlier of een notelaar op haar ontrouw,
en een populier of een kerselaar op haar onstandvastigheid.
Daarna werd er berijmd gezongen over liefde.
Middelnederlandse liederen deden dat:
Schoon lieveken, waar waarde gij
den eersten Meinacht,
den eersten Meinacht,
dat gij mij geen Mei en bracht?
Den eersten Meinacht, schoon lief,
dan was ik ziek,
schoon lieveken, ik kon van mijn
beddeken niet.
Schoon lieveken, waar waarde gij
den tweeden Meinacht,
dat gij mij genen Mei en bracht?
De tweeden Meinacht zocht ik
een eglantier,
schoon lieveken, sta op,
en uwen Mei is hier!
In vroegere tijden was het alsof met de meiboom de minne in iemands hart kon worden geplant.
De meiboom symboliseerde ook de overwinning van het licht op de duisternis.
De geliefde die "de mei" bracht, zorgde voor het "onweerstaanbare" licht.
WEERSPREUKEN
" De mei, tot juichmaand uitverkoren,
heeft toch de rijp nog achter de oren."
" 't Staartje van mei,
staartje van de winter."
De boeren waren er niet kwaad om dat de mei nat en koud was, zij beloofde een malse wei en boter, en een rijke oogst en koren:
" Een koude mei
een gouden mei."
" Een natte mei
geeft boter in de wei."
" Een mei koel en nat
veel koren in 't vat."
Donder die met regen gepaard ging, werd als een gunstig voorteken gezien.
" Een onweder in mei
maakt de boeren blij."
want
" Donder in mei
geeft gras in de wei."
maar
" Als het dondert in mei
valt er dikwijls hagel bij."
Uit: dit nieuw seizoen LENTE, J. Van Laer, e.a.,J. Lannoo, Tielt, 1946, p.112.
MEIKEVERS
In "Lebbeke, in 't lang en in 't kort, van Achiel Vermeiren, 1985, p.79.
"... in de mei gingen we langs daar naar school ('t Plathof) om meikevers te schudden in de hagen"
De meikevers hadden in die tijd en vroeger heel wat te lijden van de jeugd: ze werden geschud uit de hagen, in lucifersdoosjes gepropt, een poot werd met een touwtje verbonden, en dan mochten ze rondvliegen. De wreedheid van de mens moest schijnbaar ergens worden afgereageerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten