in opbouw
Waar is de tijd dat de kinderen niet van 's morgens tot 's avonds op hun digitale toestelletjes bezig waren ... en nog in beweging waren. Bij het 'hinkelen' en het 'touwspringen' waren ze op een eenvoudige manier in beweging, nu kan dat soms op een 'hometrainer'... om wat gewicht te verliezen of te behouden...
Bij het touwspringen hoorden gezongen teksten die de sprongen telden, zoiets zoals een stappenteller, soms was het alleen om het rijm te doen. Hieronder een soort van recitatief.
' Wat doen ze op de vaart?
Visjes vangen.
Wat doen ze met die visjes?
't Vel afstropen.
Wat doen ze met dat vel?
Beursjes maken.
Wat doen ze met die beursjes?
Geld in steken.
Wat doen ze met dat geld?
Kindekens kopen.
Wat doen ze met die kindekens?
Naar school doen gaan.
Wat doen ze in de school?
Ze leren den a,b,c.'
Het alfabet werd dan opgezegd
Liedjes kwamen meer aan bod. Er waren een aantal varianten.
' Ik zou wel eens willen weten met wie ik trouw,
edelman, bedelman, doktoor,
matroos, keizer, koning
schudde met zijn oor. '
Verwijzing:
Marcel Kocken, Marc Wellens, ""Mechelen 1000 jaar Mechelaars en hun volksleven", in de reeks: waar is de tijd, Waanders/Diogenes e.a., Zwolle, 2001, p.110.
Nog andere versjes door kinderen gezongen bij bepaalde gelegenheden te Mechelen:
' Driekoningen, Driekoningen,
Koop mij een nieuwen hoed,
Mijn ouwe is versleten,
Mijn vader mag 't niet weten,
Mijn moeder heeft het geld
Op de rooster geteld!" p.18.
In de paasperiode klonk het als volgt:
' Bim, bam, beieren,
De koster lust geen eieren,
Wat lust hij dan?
Spek in de pan,
O wat een lekkere koster dan!' p.32
De laatste zin lijkt me wat raar en werd er waarschijnlijk niet bij gezongen.
Een Mechels wiegelied met dubbele bodem:
' Des winters als het regent,
dan zijn de paadjes (straatjes) nat.
Dan gaan de voyageurkens niet altijd uit de stad.
En ik zing nog eens van: Mijne man is thuis
en ik zijn in confuis.
Slaap mijn zoete lieve lammekens,
en maak daar buiten geen gedruis!
En achter de deur, daar staat er wijn.
Wij konnen van den avond niet vrolijk zijn.
En ik zing nog eens van: Mijne man is thuis
en ik zijn in confuis.
Slaap mijn zoete lieve lammeken,
een maak daarbuiten zo geen gedruis!
En boven op de zolder, daar hangt er het spek.
En zijde gij voorwaar zo'n grote gek?
En ik zing nog eens van: Mijne man is thuis
en ik zijn in confuis.
Slaap mijn zoete lieve lammeken,
en maak daar buiten zo geen gedruis! '
Uit Volkskude, 1912, p. 232.
Moeder pleegt bij afwezigheid van haar wettige echtgenoot,
haar minnaar te ontvangen.
Aanhef van een oud volkslied
voyageurkens: kleine reizigers.
confuis: verwarring
Verwijzing:
Tjaard W.R. de Haan, "Onze Volksrijmen", Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen , 1978.
Afbeeldingen uit bovenstaand boek van J. de Jong - Brouwer (Jantje III)
Waar is de tijd dat de kinderen niet van 's morgens tot 's avonds op hun digitale toestelletjes bezig waren ... en nog in beweging waren. Bij het 'hinkelen' en het 'touwspringen' waren ze op een eenvoudige manier in beweging, nu kan dat soms op een 'hometrainer'... om wat gewicht te verliezen of te behouden...
Bij het touwspringen hoorden gezongen teksten die de sprongen telden, zoiets zoals een stappenteller, soms was het alleen om het rijm te doen. Hieronder een soort van recitatief.
' Wat doen ze op de vaart?
Visjes vangen.
Wat doen ze met die visjes?
't Vel afstropen.
Wat doen ze met dat vel?
Beursjes maken.
Wat doen ze met die beursjes?
Geld in steken.
Wat doen ze met dat geld?
Kindekens kopen.
Wat doen ze met die kindekens?
Naar school doen gaan.
Wat doen ze in de school?
Ze leren den a,b,c.'
Het alfabet werd dan opgezegd
Liedjes kwamen meer aan bod. Er waren een aantal varianten.
' Ik zou wel eens willen weten met wie ik trouw,
edelman, bedelman, doktoor,
matroos, keizer, koning
schudde met zijn oor. '
Verwijzing:
Marcel Kocken, Marc Wellens, ""Mechelen 1000 jaar Mechelaars en hun volksleven", in de reeks: waar is de tijd, Waanders/Diogenes e.a., Zwolle, 2001, p.110.
Nog andere versjes door kinderen gezongen bij bepaalde gelegenheden te Mechelen:
' Driekoningen, Driekoningen,
Koop mij een nieuwen hoed,
Mijn ouwe is versleten,
Mijn vader mag 't niet weten,
Mijn moeder heeft het geld
Op de rooster geteld!" p.18.
In de paasperiode klonk het als volgt:
' Bim, bam, beieren,
De koster lust geen eieren,
Wat lust hij dan?
Spek in de pan,
O wat een lekkere koster dan!' p.32
De laatste zin lijkt me wat raar en werd er waarschijnlijk niet bij gezongen.
Een Mechels wiegelied met dubbele bodem:
' Des winters als het regent,
dan zijn de paadjes (straatjes) nat.
Dan gaan de voyageurkens niet altijd uit de stad.
En ik zing nog eens van: Mijne man is thuis
en ik zijn in confuis.
Slaap mijn zoete lieve lammekens,
en maak daar buiten geen gedruis!
En achter de deur, daar staat er wijn.
Wij konnen van den avond niet vrolijk zijn.
En ik zing nog eens van: Mijne man is thuis
en ik zijn in confuis.
Slaap mijn zoete lieve lammeken,
een maak daarbuiten zo geen gedruis!
En boven op de zolder, daar hangt er het spek.
En zijde gij voorwaar zo'n grote gek?
En ik zing nog eens van: Mijne man is thuis
en ik zijn in confuis.
Slaap mijn zoete lieve lammeken,
en maak daar buiten zo geen gedruis! '
Uit Volkskude, 1912, p. 232.
Moeder pleegt bij afwezigheid van haar wettige echtgenoot,
haar minnaar te ontvangen.
Aanhef van een oud volkslied
voyageurkens: kleine reizigers.
confuis: verwarring
Verwijzing:
Tjaard W.R. de Haan, "Onze Volksrijmen", Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen , 1978.
Afbeeldingen uit bovenstaand boek van J. de Jong - Brouwer (Jantje III)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten