IN OPBOUW
Meester van Alkmaar, "De zeven werken van Barmhartigheid", het vijfde luik, Het herbergen van de reizigers, uit de folder van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, 2016. # wwwrijksmuseum.nl |
Zij worden ontvangen door een man en een vrouw. Links achteraan zien we een persoon met een dunne baard, waarschijnlijk Jezus. Maar heeft de meester er zich misschien uitgebeeld?
Logo van de brochure van het Aartsbisdom Mechelen. |
De Katholieke kerk is tegenwoordig veel menslievender dan de "rechtse" politiek die nu één en ander probeert uit te vlooien op de kap van de middengroepen en de armen en de belastingontduikers alle vrijheid geeft om naar de Kaaimaneilanden of Panama hun geld, dat zij verdiend hebben dank zij die middengroepen, te versassen om toch maar geen belasting te moeten betalen. Het egoïsme viert hoogtij en is één van de zeven hoofdzonden. En daarna schenken ze dan zogenaamd aan een goed doel. Weer een middel om geen belasting te hoeven te betalen.
De Meester van Alkmaar
Werken tussen 1490-1510
De Meester van Alkmaar (werkzaam 16de eeuw) dankt zijn naam
aan een door hem vervaardigd veelluik met zeven panelen uit 1504 waarop De
zeven werken van barmhartigheid zijn afgebeeld. Deze panelen maakte de
schilder waarschijnlijk in opdracht van de gasthuisheren van het
Heilige-Geest-Hospitaal in Alkmaar.
Twee memorietafels voor een Haarlemse familie suggereren dat
de meester in Haarlem en/of Alkmaar werkzaam was. Hij moet ook inspiratie
hebben opgedaan uit het werk van de twee beroemde Haarlemse schilders Jan
Mostaert en Geertgen tot Sint Jans, maar werkte alleen op een wat lager
kwalitatief niveau.
Het hele paneel: "Herbergen van de reizigers" |
De zeven werken:
- De hongerigen spijzen
- De dorstigen laven
- De naakten kleden
- De vreemdelingen herbergen
- De zieken verzorgen
- De gevangenen bezoeken
- De doden begraven
Dit hoofdstuk van Mattheüs confronteert de lezer - vanuit
het toekomstperspectief van van de Zoon des Mensen - met de kwaliteit van het
eigen doen en laten. Het uiteindelijke criterium van de beoordeling bij de
komst van de Zoon des Mensen is de vraag of men daadwerkelijk heeft omgezien
naar de ander die hulp nodig heeft. In het Mattheüsevangelie worden in dit
kader de volgende groepen genoemd: de hongerigen, de dorstigen, de
vreemdelingen, de naakten, de zieken, en de gevangenen. De zorg voor de
medemens heeft de Meester van Alkmaar in zeven panelen weergegeven. In het
middelste paneel zien we onder de Zoon des Mensen bovendien de zorg voor de
doden afgebeeld. (Tussen haakjes: het begraven van de doden beschouwde men
vanaf de vierde eeuw als het zevende 'werk van barmhartighei. )
Het geheel van de zeven panelen van de Meester van Alkmaar
hing vanaf 1504 tot 1918 in de grote kerk van Alkmaar en was bedoeld als een
spiegel voor de (rijke) toeschouwer. Het werk van de Meester van Alkmaar
behoort nu tot de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.
Wat
ons er ook aan fascineert is de achtergrond, die overduidelijk het decor is van
een toenmalige, redelijk welvarende, Hollandse of Vlaamse stad. Dat zie je aan
de architectuur en aan de kledij. Nu doet ons dat ouderwets aan, waardoor we
het herkennen als een oud schilderij, maar je moet je realiseren dat toen het
geschilderd werd dit de afbeelding vormde van de toenmalige maatschappij. Wat
we zien is niet een verbeelding van het verleden, maar een actualisering van
wat met de zeven werken van barmhartigheid wordt bedoeld.
Verwijzing:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten