Speelse poëzie en modernisme
begrepen mekaar beter
dan vele geleerde heren...
Zo schreef Paul Van Ostayen
over Guide Gezelle
Guido Gezelle (1830-1899), portret door Hendrik De Pondt.(Kortrijk)
" Plant
fontein
scheut die schiet
straal die spat
tempeest van alle diepten
storm over alle vlakken
wilde rozelaars waaien
stemmen van elzekoningen bloot
Diepste verte
verste diepte
bloemekelk die schokt in de kelke van bei' mijn palmen
en lief als de madelief
Als de klaproos rood
o wilde papaver mijn".
Uit: "Vlaamse Arbeid", juli-augustusnummer, 1926
Paul van Ostayen (1896-1928). De dichter in uniform (WOI)
"Hij beschrijft Gezelle als de bron, de fontein van de dichtkunst,
als de alles overschaduwende/ overwoekerende poëet,
als de allround verzenbouwer van wilde en kleurige bloemen
en van diepe ontboezemingen."
H.F.E. Vermeir (15.06.2017)
Erlkönig (Elzenkoning, juister Elfenkoning) is een ballade, in 1782 geschreven door de Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe.
De ballade vertelt het trieste verhaal van een vader die ’s nachts te paard naar huis rijdt met in zijn armen zijn zoon. De jongen (die vermoedelijk doodziek is) ziet in zijn koortsdromen de elfenkoning, een symbool van de dood, die hem probeert mee te lokken naar de ‘andere zijde’. Het angstige kind roept naar zijn vader om hulp. De elfenkoning probeert het opnieuw, uiteindelijk dreigt hij het kind met geweld mee te nemen. Als de vader en het kind op hun bestemming komen, blijkt de jongen gestorven te zijn. Hij is voor de elfenkoning bezweken.
Het Duitse woord Erle betekent elzenboom. Dit is ontstaan door een foutieve vertaling vanuit de Deense tekst van Johann Gottfried Herder: de oorspronkelijke tekst ging over een elfenkoning. (Jacob und Wilhelm Grimm: Deutsches Wörterbuch 16 Bde. in 32 Teilbänden. Leipzig: S. Hirzel 1854-1960. Band 3. Spalte 906)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten