Bloemenveld, tuin pastorie OLV-over-de-Dijle, Mechelen. (2013) Foto: © H.F.E.Vermeir
De gulheid van de natuur
" De bloem, vermoeid haar geuren
te aêmen,
buigt neer en vouwt
haar blaadjes zamen."
Johannes IMMERZEEL JR. (1776-1841)
" In het paradijs staat de plant
die openspringt
als de dauwdruppels
van zijn bladeren druppelen."
Ui: Sir Gawayne and the Greene Knight.(p.49)
" Alles waar de mens van droomt,
wat hij zich helder voorstelt,
wat het geloof schept
of waarnaar de liefde verlangt,
bestaat uit verschrikkelijke, vreemde,
sublieme en prachtige vormen."
Percy Bysshe Shelley (1792-1822) p.86.
EGO FLOSS...
"Ik ben een blomme
en doe des morgens open,
des avonds toe mijn blad,
om beurtelings, nadien,
wanneer gij, zonne, zult,
heropgestaan, mij nopen,
te ontwaken nog eens of
mijn hoofd den slaap te biên."
Guido Gezelle (Brugge 1830- 1899)
Tweede strofe van de zeven. In: "De mooiste gedichten van Guido Gezelle", samengesteld door Jozef Deleu, lannoo, 1998, p.56. Gedicht uit 1898.
Ego Flos: Ik ben een bloem (Hooglied 2,1: Ego flos campi, et lilium convallium = ik ben een bloem van het veld, een lelie der dalen) eeuwig onontaard: niet veranderd van aard
Verwijzing: (eerste drie teksten)
Edward Lucie-Smith, "Flora in de kunst en de literatuur", Librero, Hedel, 2001.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten