De derde dag na het Kerstfeest is het de dag van de "Onnozele of Onschuldige kinderen".
Het ontstaan
Het feest heeft zijn oorsprong in het feit dat Herodes, koning van Judea al de mannelijke kinderen van twee jaar en daar onder, te Bethlehem en in het omliggende, deed ombrengen. Op die manier meende hij (volgens de Bijbel) het kindje Jezus te doen verdwijnen, dat als koning van de Joden was gekomen, en Herodes, zoals hij zich inbeeldde naar de kroon zou steken.Volgens Matheus (2: 16-18) (1)(p.?)
De verbeelding: Pieter Brueghel de Jonge
Pieter Brueghel de Jonge, De moord op de "onnozele" kinderen, Wenen, Kunsthistorisch Museum, 1565-1566.(2)(p.302)
Het onderwerp werd door Pieter Breughel de Jonge, 14 keren op doek gebracht.
Het onderwerp is weergegeven in een besneeuwd Vlaams dorp uit de 16-de eeuw en niet naar de periode waarin de bovengenoemde kindermoord zich afspeelde. De soldaten doden zonder onderscheid alle kinderen. Mannen en vrouwen lopen er er angstig en droevig bij. Een groep gepantserde ruiters slaat de slachtpartij gade. De loodrecht opstaande lansen waren die van Spaanse troepen. De in het zwart geklede aanvoerder met witte baard in het midden moet waarschijnlijk de hertog Alva voorstellen. Zo is het schilderij ook een aanklacht tegen de wreedheden van de Spanjaarden tijden de Godsdienstoorlogen in onze gewesten.(3)(p.12)
Er is ook nog een schilderij van Pieter Pauwel Rubens, waar het onderwerp op een erg expressieve wijze wordt uitgebeeld.
De benaming
In Limburg zou men Alderkinderen zeggen;
In Vlaanderen wordt het feest soms omschreven als Allerkinderendag;
In Antwerpen zou het Vaderkens- en Moederkensdag genoemd worden;
en algemeen de dag van de Onnozele kinderen.(4)
Andere benamingen: abtsdag, concedefeest, bisschopsdag, depotuitfeest.
Innocents Day in het Engels.Die dag wordt o.a. in Schotland ervaren als een ongeluksdag, zo'n een beetje zoals een vrijdag die op een dertiende valt.(8)(p.536)
Te Antwerpen en Brugge kozen verklede kinderen vroeger een kinderabt, waarna ze door de straten trokken onder het zingen van walgelijke liedjes.
In vele plaatsen werden vader en moeder buitengesloten en dan snuffelden de kinderen in alle kasten nar wat lekkers, trokken kleren van hun ouders aan en liepen al joelend op de straat.(6)(p.329)
Te Antwerpen zong men:
't Is vandaag Onnozele Kinderdag,
Geef de moerkens een vaarkens wat?
Geeft wat, houd wat,
't Naaste jaar nog wat!
Frans Verschoren, Verhaal uit de bundel: ‘Langs kleine wegen’ en ‘Zonnig leven’ ( beiden 1912).Het boek hierbij noteert 1927.(8)
De auteur had zijn roots te Sint-Katelijne-Waver.
Uitleg: begrip "onnozel" naar "onwetend"
De kerk vereert hiermee de eerste martelaren die voor Christus zijn gevallen.
Het woord "onnozel" in de betekenis van "onschuldig" is niet zo voor de hand liggend.
We spreken wel van "onnozel wicht" of van "onnozel bloed vergieten", meer gebruikelijk is toch de betekenis van noozel als dom, alles geloven, gemakkelijk te bedriegen, enz...
Deze betekenisovergang had te makkelijker spel, daar het grondwoord "nozel" of "nosel" in de betekenis van kwaad, slecht, schuldig, schadelijk, zondig on ons spraak gebruikverloren is gegaan.
We kunnen het niet meer eens zijn met de opmerking van Cats, dat " een regel onnosel leven" de mens ware rust en goede dagen kan geven.
Deze ontwikkeling wordt duidelijk wanneer me ze vergelijkt met het Franse 'simple' (van het Latijnse 'simplex', 'simplices'). In het Nederlands de simpele waarheid; de simpelen van geest, d.w.z. de armen van geest; 'Heureux les simples d'esprit, car le royaume des cieux est à eux'.
We hebben dan ook maar één stap te doen en we zijn bij onnozel dom.
In de Zaanse volkstaal heeft zich het woord nosel, noselijk, naast het werkwoord nosen gehandhaafd in de betekenis van jammer, spijtig, 'zonde', begrotelijk, begroten, bijv.: " 't Is toch zo'n nooslijk gezicht dat alle bloeme stukkend 'ewaoid benne' en: " Het noost me, dat ik dat huis toe niet 'ekocht heb".
zo zijn 'nosel' en 'nosen' it onze taal verdwenen; ze lieten slecht hier en daar een spoortje achter. Het woord was op een bepaald ogenblik niet meer gebruikelijk en verdween uit het taalgebruik.(5)(p.12)
Leo Primavesi, Kindermoord. (7) |
Verwijzing:
Bont Blackburn en Leofranc Holford-Stevens, The Oxford Companion of the Year, Oxford, 1999. (8)
Rose-Marie en Rainer Hagen, Pieter Bruegel de Oudere rond 1525-1569, Taschen/ Libero, Keulen, 2001.(3)
J.A.Meijers, Het woord, Ontstaan, gebruik en ontwikkeling, Prisma-boeken, Utrecht/Antwerpen, 1964.(5)
Jacob STINISSEN, Oude, Vlaamsche Kinderfeestjes en Volksvermaken, L. Opdebeek, Antwerpen, ,1925. (1)+(4)+(7)
André Ver Elst, Folkoristische Tijdspiegel voor België, Brussel, s.d. (6)
Tentoonstellingscatalogus: "Pieter Breughel - Jan Brueghel, une famille des peintres flamands vers 1600", Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen, 1998.(2)
http://schrijversgewijs.be/schrijvers/verschoren-frans/ (8)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten