Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

dinsdag 16 december 2014

Eindejaarsfeestdagen , de Dertiendagen: korte beschrijving en betekenis. * *



(2)


De periode van Kerstmis t.e.m de Driekoningen worden nogal al eens aangeduid als de Dertiendagen.
Brachten die geluk...


5 DECEMBER: sinterklaasavond (strooi- of pakjesavond).

Het feest wordt in België en in Nederland gevierd.
Pakjes al of niet vergezeld van een rijm of verpakt als verrassing - worden bij vrienden in de avond voor de huisdeur gelegd of anoniem afgegeven.
In de gezinnen is meestal een mand of zak waarin ieder zijn gaven voor de huisgenoten stopt.
Sinterklaas en Zwarte Piet, in het meervoud, worden zowel in Amsterdam als in Antwerpen een week of drie voor de feiten plechtig ontvangen. Ook op de vooravond was het tot zo'n 15-tal jaar geleden de de gewoonte om Sinterklaas en Zwarte Piet thuis te ontvangen. Er werd dan een brief voorgelezen waarbij werd nagegaan of de "stoute" kinderen recht hadden op de roe of op iets lekkers.
Door de heibel die vooral vorig jaar rond Zwarte Piet ontstaan is vooral in Nederland probeert men in dat land te doen of hun neus bloed.
De nuchtere Vlamingen maakten niet veel woorden vuil aan de Zwarte Piet die door de schoorsteen was gekomen en door het roet zwart werd.

Over Sinterklaas is er een afzonderlijk item op deze blog. Terug bladeren in de tijd a.u.b.


6 DECEMBER: feest van de H. Nicolaas

Kinderen die te jong zijn voor pakjesavond, krijgen op 6 december - op het feest van de sint - hun pakjes. In scholen kregen vroeger, zowel de leerlingen als de leerkrachten, een Sint in speculaas.


13 DECEMBER: feest van St.-Lucia

Lucia was een jonge, Siciliaanse martelares (4de eeuw).Ze wordt vooral gevierd in Finland en Zweden om het feest van het Licht te vieren. Kaarslicht wordt meegedragen o.a. door de Luciabruid in processies en optochten.


21 DECEMBER: feest van de H. Thomas (apostel)

De heilige Thomas moest eerst in de wonde van Christus kunnen voelen vooraleer hij geloofde dat Christus verrezen was. Vandaar het begrip "ongelovige" Thomas.
Rond deze heilige  is veel bijgeloof en een grote verscheidenheid aan gebruiken.
In Engeland werd op deze dag door de armen gebeden om eten voor het kerstfeest.
Tirolerboeren  eten deze avond 'Zelten', gebak van gedroogd fruit, getekend met het kruis en besprenkeld met wijwater.
In Finland worden ramen of deuren getooid met het St.-Thomaskruis.


21/22 DECEMBER: Midwinter (Winterzonnewende)

Kortste, donkerste dag van het jaar.
Vandaar heidense gebruiken die te maken hebben met de dood, de wedergeboorte en het voorbestaan van de zon.
In het oosten van Nederland kende men heel lang het het Midwinterblazen (om de winterduivel te verjagen).

24 DECEMBER: Kerstavond

Vooravond van de geboorte van Christus. De datum is vastgelegd oor de kerk maar is niet de werkelijke datum van de geboorte van Christus.
Deze avond wordt er gevierd, gedineerd en de pakjes worden uitgepakt.
De Joelblok wordt aangestoken, de versieringen  en de kerstboom werden meestal vooraf getooid.
In de Christelijke kerken zijn er nachtdiensten, met vieringen rond de kerststal. Het kerstgebeuren wordt dan uitgebeeld.

25 DECEMBER: eerste Kerstdag

Feest van de geboorte van het kindje Jezus.
Een vrije dag bijna voor iedereen. Niet de Horeca.
Zowel een kerkelijk - als een huiselijk feest.
Diner, geschenken en goedwillendheid.
Pachten werden betaald met Kerstmis.

Een verwijzing: " In 1611 was de Eeckelhoeve, eigendom van Lambrecht van Rijmenant, woonende tot Rosendael oft Waelhem int clooster  en Wouter Blockhuijs, wonende op  sconinx goet, ieder voor de helft. Zij hernieuwden de verpachting  van de hoeve voor 6 jaar aan 152  Karolusgulden per jaar, telkens te betalen met Kerstmis, aan Jan Helmans en elisabeth Van Camp." (1)(p.45)
Situering: zie onderaan.

26 DECEMBER: tweede Kerstdag en het feest van de H. Stefanus.

Er zijn twee heiligen van die naam op die dag.
Eén is de patroon  van de paarden. De paarden werden dan gezegend...
De dag kan gewijd worden aan sport, spel en /of paardensport.
Meestal een vrije dag.
In Engeland Boxing Day geheten. Die dag is er een stormloop op de winkels, wegens lagere prijzen.


27 DECEMBER: feest van de H. Johannes (apostel)

Leerling waarmee Jezus het beste contact had.
Op dit feest worden vrienden opgezocht.
In delen van Duitsland en Oostenrijk werd op deze dag de wijn van de gezinnen gezegend in de kerk.

28 DECEMBER: Onnozele Kinderen

Herinnert aan de kindermoord van Herodes.
Beschouwd als een ongeluksdag.
Oosterse kerken herdenken deze gebeurtenis op de 29ste.
In het Zijden van Nederland en in Vlaanderen trokken als 'grote mensen' verklede kinderen zingend rond en haalden geld op.
Vroeger was in menig gezin op die dag het jongste kind baas in huis.

Over Onnozele Kinderen is er een afzonderlijk item op deze blog. Terug bladeren in de tijd a.u.b.

31 DECEMBER: feest van de H. Sylvester, Oudejaarsavond

Sylvester was paus in de derde eeuw.
In vele delen van Europa wordt hij gevierd.
Het Oude Jaar wordt overal uitgeleid met veel lawaai, vuurwerk, feesten, in huis en buiten.
Het lawaai heeft te maken met het oude bijgeloof dat boze geesten erdoor worden afgeweerd.
In Nederland is het dan oliebollen (of smoutebollen , in Vlaanderen zegt men dat).
In de loop van de avond drinkt men in Nederland bisschopswijn en om 12 uur serveert men  overal ter wereld champagne of cava.

01 JANUARI: feest van de Besnijdenis van Jezus, Nieuwjaarsdag


Oude Nieuwjaarsbrief, geschreven in de lagere school.


Op deze dag probeert men de naaste familieleden nieuwjaar te wensen door ze te ontmoeten of door op 24 uur 's nachts een sms'je te sturen. Vooraf of even enkele dagen later zonden we reeds een kaartje of verstuurden een e-mail waarin we onze wensen mededelen. De kinderen,tot het zesde leerjaar van de langere school, schrijven een nieuwjaarsbrief voor de ouders, de grootouders, de peter en de meter. Deze boodschap van heilswensen worden dan ook verzilverd.

5 JANUARI: Dertienavond, vooravond van Driekoningen

Avond van de dertiende dag na Kerstmis.
Er worden hier en daar door bakkers nog driekoningen taarten gebakken waarin een boon verwerkt wordt. Wie de boon treft, moet trakteren, of mag - juist omgekeerd - gediend worden.

Over Driekoningen is er een afzonderlijk item op deze blog. Terug bladeren in de tijd a.u.b.

6 JANUARI: Driekoningen


Driekoningendag te Brugge. Het juiste aantal koningen was niet van zo'n groot belang. Maar wel of ze een ster bijhadden, een kroon op hadden en speciale kledij droegen, maar niet per sé sjiek..


Herdenking van de aankomst van de drie wijzen bij de stal in Bethelehem.
Oorspronkelijk feest met winterelementen.
Op vele plaatsen in Vlaanderen en Nederland trekken kinderen rond met een schitterende ster en als koningen verkleed, bedelend en zingend langs de huizen.
Ze worden tegenwoordig op afstand vergezeld door een toekijkende vader of moeder.

Over Driekoningen is er een afzonderlijk item op deze blog. Terug bladeren in de tijd a.u.b.


2 FEBRUARI: Maria Lichtmis

Herdenking van Jezus' opdracht in de tempel; reiniging van Maria.
In de kerk worden de kaarsen gezegend voor het komende jaar.


VERWIJZING

Gillian Cooke, "De feestelijke Finale, het handboek voor de decembermaand", Bijenkorf, Amsterdam, 1980, p.9.
Jan Grauls, "Kerstmis in de Taal", in: Het Vlaamsche Kerstboek, Kerstnummer, Brussel, 1929, (3)(p.68)
Sésiré Pissens en Juliaan Festraets, "Taalgroei", bloelezing, Brussel, dl.1, s.d., (2)(p.83)
Francois van der Jeught, "De hoeven in Sint-Katelijne-Waver en in Onze-Lieve-Vrouw-Waver omstreeks 1600", in:  Accenten uit de Geschiedenis van het Waverland, dl. IV, uitgave van ERF en Heem, Sint-Katelijne-Waver, België, 2013, p.45.(1)



BEGRIPSVERRUIMING / SITUERING

De Dertiendagen: " Het tweede deel van Weinachten (kerstmis) is nacht met de betekenis van dag want de Germanen telden immers met nachten. Hun maanjaar was ingedeeld in 12 manen van ieder 29 of 30 dagen en om overeenstemming te bekomen met zonnejaar werden er 12 dagen aan het einde van het jaar ingeschoven. Dit zijn de twaalf nachten waarin aanhoudend feest werd gevierd en welke nu nog de tijd vormen van heel wat folkloristische gebruiken. In de Engelse woorden 'fortnight' = 14 dagen en se(ve)nnight = acht dagen, zien we nog hoe night de betekenis van dag heeft bewaard."(3)(p.68)
Caesar voerde de Juliaanse kalender in. Dit was een overgang van het maanjaar naar het Zonnejaar en de toevoeging van dertien dagen om aan 365 dagen te komen.

De Eeckelenhoeve (ook Eeckelhoef) stond in de huidige straat Zorgvliet in de gemeente Sint-Katelijne-Waver.  (België) (1)(p.44)





donderdag 11 december 2014

Een gedicht / Een lied per maand: "Zang" P.C. Hooft




 in: "De Nederlandse Letterkunde in Honderd Schrijvers"Van F. Bauer, J. Den Haan, e.a., de Sikkel, Antwerpen, 1953, p. 38.








SANG


Klaere, wat heeft uw hartje verlept
Dat het verdriet in vroolijckheidt schept,
En altijd even beneepen verdort,
Gelijck een bloempje, dat dauwetje schort?

Krielt het van vrijers niet om uw deur?
Mooghje niet gaen te kust en te keur?
En doeje niet branden, en blaeken, en braên
Al waer 't u op lust een lonckje te slaen.


Anders en speelt het windetje niet,
Op elsetacken, en leuterigh riet,
Als: lustigjes; lustigjes, Lustighjes gaet
Het watertje, daer 't tegen n't walletje slaet.

Siet d'openhartighe bloemetjes staen,
die u tot alle blijgeestigheidt raên.
Self 't zomertje wenscht' u wel beter te moe,
en werpt u een lieffelick ooghelijn toe.

Maer soo se niet, door al hun vermaen,
Steeken met vreughd uw zinnetes aen,
Soo sult ghij maecken aan 't schrejen de bron
De boomen, de de sujvere zon.

Uit: 'Erotische Gedichten' van P.C. HOOFT (1581-1647),
3de druk, Zutphen, 1956.


Nu wordt dit zeker niet meer ervaren als een "erotisch" gedicht.
Maar laat ons een kijken naar de beeldende kunst van die tijd:


Jan Gossaert, "Adam en Eva", ets, verz. Bondy, Wenen.
In:  "Vijf Eeuwgetijden" van A. Enno Van Gelder, Van Kampen en Zoon, Amsterdam, 1948,  naast p. 37.In de "Gouden Eeuw" werden er heel wat erotische prenten geproduceerd, meestal gedekt door een allegorie of een bijbels tafereel waarin men naakt en erotiek kon uitbeelden. De rijke klasse van kooplieden in Nederland besteedde daar heel wat geld aan.


Pieter Cornelis Hooft (1581 -1647)


in: "De Nederlandse Letterkunde in Honderd Schrijvers"
Van F. Bauer, J. Den Haan, e.a., de Sikkel, Antwerpen, 1953, p
40.

Hij was de zoon van een befaamd Amsterdams burgemeester: drost van Muiden, dichter, historicus, toneelschrijver, de grootste en meest typische vertegenwoordiger van de late Renaissance in de "Lage Landen". Hij reisde (1600) naar Italië zoals toen gebruikelijk was voor kunstenaars en vooraanstaande rijke burgers. Hij woonde trouwens op een burcht/kasteel.
Men moet zich wel voorstellen dat het toen nog niet gedaan was met de militaire strijd tussen het Noorden en het Zuiden, de Spanjaarden. Aan oorlogen zijn er een aantal mensen die daar niet armer van worden.





Het Muiderslot, in Zuid-Holland, zoals P.C. Hooft het bewoonde in 1617.
in: "De Nederlandse Letterkunde in Honderd Schrijvers"
Van F. Bauer, J. Den Haan, e.a., de Sikkel, Antwerpen, 1953, p. 44.

Als aristocraat beminde hij de schone vorm in leven en letteren, maar hij wist bovendien die vorm zinrijk te vullen,"Granida", voltooid in 1605 en uitgegeven in 1615, en het blijspel "Warenar", 1616, behoren tot zijn meest bekende stukken.
Hij schreef veel liederen, en vijftig sonnetten en een overvloed van brieven.
Later (1628-'47) hield hij zich uitsluitend met de geschiedenis bezig in zijn "Nederlandsche Histoorien" .
Zijn proza is kunstig en vormelijk, zijn stijl ingewikkeld, zijn verhollandsing van vreemde woorden dikwijls onverwachts en gezocht. In die tijd van de opbouw van het moderne Nederlands werkte zijn schrijftrant taalvormend.
In het gedicht hierboven is de verkleinvorm schijnbaar een belangrijk stijlelement. Het moet er toe bijdragen dat het zogenaamde "erotische" wat wordt afgevlakt.
Een grote collectie handschriften is in het bezit van de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam.

Verwijzing: "De Nederlandse Letterkunde in Honderd Schrijvers"
Van F. Bauer, J. Den Haan, e.a., de Sikkel, Antwerpen, 1953, p. 40.



zondag 7 december 2014

Luc de Vos op 6 december ZALIG verklaard in Vlaanderen!!!



Als we de laatste dagen de hype zagen rond het overlijden van zanger Luc de Vos hadden we de indruk dat er heel veel geld te verdienen was. Het leek een komkommerperiode waarin niet te negatieve dingen konden verteld en het is een periode waar  men op de gevoelens van de mensen kan spelen, zolang er aan te verdienen is natuurlijk. Als toppunt van menselijke solidariteit zonden op 6 december alle radiozenders op hetzelfde ogenblik de tophit "Mia" van Luc uit. De schreeuw naar de menselijke behoefte aan begrip en samenzijn. Als dat geen groots moment van solidariteit / medeleven was...  Luc zal zich wel eens omgedraaid hebben in zijn sobere kist.

Maar tussendoor werd het heet. Koningin Fabiola overleed. Te veel heet van de naald nieuws. Wat nu...
Het angstzweet brak uit in persmiddens. En maar vertellen wie er aan de poort van het verblijf van Fabiola allemaal aankwam.... En twee notoire vrijzinnigen die waarschijnlijk zichzelf hadden voorgesteld werden gevraagd om iets te vertellen over de overleden koningin. Uiteindelijk zal zij vrijdag een Nationale begrafenis krijgen...

Oei  te veel nieuws! Maar we moeten  besparen...
Maandag,  het grote ogenblik komt er aan.

"God is dood,
 maar de dood werd God." Jan Otten

In elk geval wensen we  Lucs  familie een Christelijke deelneming en aan hem een gelukkig hiernamaals waar hij  Sint-Pieter nog vele mopjes kan vertellen. Het feest in de hemel...

vrijdag 5 december 2014

"Aan een pruimelaar kan men schudden..." : gezegde



AAN EEN PRUIMELAAR KAN MEN SCHUDDEN

In het woordenboek van Dale (1992) vinden we het woord pruimelaar niet terug, maar wel pruimeboom. In Verdam (editie 1911) vinden we prumelaar of prumelarijn of prumerboom.

De betekenis van het gezegde: "Aan een pruimelaar mag men schudden, hij mindert niet."

Aan de betekenis van het gezegde is een mooi oud Vlaams vertelsel verbonden.

" Op een goeie keer, 't is lang geleden, 't was in de tijd dat er al eens heiligen terug op de wereld kwamen, waren Ons Heer en Sint-Pieter samen op wandel, in de streek rond Eeklo.  Gelijk het in 't Meetjesland meestal de gewoonte is, staan boerenwoningen nogal ver op 't hof. Vooraan ligt dan de boomgaard.
't Was juist in de tijd van 't jaar, dat de pruimen rijp zijn. De middagzon had de twee reizigers, om zo te zeggen murw gestoofd, zo heet was 't. En ver of bij was er geen herberg, waar ze zich konden laven.
Daar zag Sint-Pieter op een boerenhof een pruimeboom,
zwaar beladen met grote, gele eierpruimen.
-'t Water komt mij er van om de tanden(1), zei hij tegen zijn meester.
Of 't er om gedaan was, kwam de boerin juist uit de keet(2) met een emmer spoelsel voor een krooi (3) biggen in de boomgaard. - Ksss... ksss... deed ze.
- 'k Zou wel eens vragen, zei Sint-Pieter, of ik eens mag schudden.
- Doe maar, zei ons Heer.
En Sint-Pieter de werf(4) op.
-Zeker, zeker, lachte de vrouw, schud gij maar op en neem voor uw kameraad ook een handsvol mee.
Sint-Pieter liet zijn eigen niet zoeken.(5) Hij pakte de onderste tak beet en ging aan het schudden dat het pruimen regende.
Hm... hm... zo sappig en lekker... wat smaakten ze. Hij stak ook zijn zakken vol en daarbij, hij spreidde zijn grote rode zakdoek uit over 't gras en laadde er zoveel in hij kon.
- Een appeltje voor de dorst, monkelde hij.
Maar nu komt het wonderste van de historie.
Als de boerin een poosje later naar de boom keek, zag ze niet dat de pruimen geminderd waren.
En zo is de spreuk ontstaan en 't gebruik opgekomen.
Maar om de waarheid te zeggen, 't is sedert de laatste oorlog(6) uit de mode."(7)




Tekstverwijzingen:

(1) Wij zouden zeggen: "Het water komt er mij van in de mond."
(2) de keet: gebouwtje van tijdelijke aard en tot tijdelijk verblijf( b.v. van landarbeiders, polderwerkers).
(3) de krooi: nest, troep.
(4) de werf: erf, ook verhoogde grond...
(5) "Sint-Pieter liet zijn eigen niet zoeken": niet dralen om op iets in te gaan.
(6) de laatste oorlog: WO II


Bronverwijzing:

FL. Decraene en A. Vercraeye, Stil en Goed, Van In, Lier, 1949, p.178.

maandag 1 december 2014

28 december: ONNOZELE KINDEREN of ALLERKINDEREN *



De derde dag na het Kerstfeest is het de dag van de "Onnozele of Onschuldige kinderen".

Het ontstaan
Het feest heeft zijn oorsprong  in het feit dat Herodes, koning van Judea al de mannelijke kinderen van twee jaar en daar onder, te Bethlehem en in het omliggende, deed ombrengen. Op die manier meende hij (volgens de Bijbel) het kindje Jezus te doen verdwijnen, dat als koning van de Joden was gekomen, en Herodes, zoals hij zich inbeeldde naar de kroon zou steken.Volgens Matheus (2: 16-18) (1)(p.?)

De verbeelding: Pieter Brueghel de Jonge



Pieter Brueghel de Jonge, De moord op de "onnozele" kinderen, Wenen, Kunsthistorisch Museum, 1565-1566.(2)(p.302)
Het onderwerp werd door Pieter Breughel de Jonge, 14 keren op doek gebracht.
Het onderwerp is weergegeven in een besneeuwd Vlaams dorp uit de 16-de eeuw en niet naar de periode waarin de bovengenoemde kindermoord zich afspeelde. De soldaten doden zonder onderscheid alle kinderen. Mannen en vrouwen lopen er er angstig en droevig bij. Een groep gepantserde ruiters slaat de slachtpartij gade. De loodrecht opstaande lansen  waren die van Spaanse troepen. De in het zwart geklede aanvoerder met witte baard in het midden moet waarschijnlijk de hertog Alva voorstellen. Zo is het schilderij ook een aanklacht tegen de wreedheden van de Spanjaarden tijden de Godsdienstoorlogen in onze gewesten.(3)(p.12)
Er is ook nog een schilderij van  Pieter Pauwel Rubens, waar het onderwerp op een erg expressieve wijze wordt uitgebeeld.

De benaming
In Limburg zou men Alderkinderen zeggen;
In Vlaanderen wordt het feest soms omschreven als Allerkinderendag;
In Antwerpen zou het Vaderkens- en Moederkensdag genoemd worden;
en algemeen de dag van de Onnozele kinderen.(4)
Andere benamingen: abtsdag, concedefeest, bisschopsdag, depotuitfeest.
Innocents Day in het Engels.Die dag wordt o.a. in Schotland ervaren als een ongeluksdag, zo'n een beetje zoals een vrijdag die op een dertiende valt.(8)(p.536)

Te Antwerpen en Brugge kozen verklede  kinderen vroeger een kinderabt, waarna ze  door de straten trokken onder het zingen van walgelijke liedjes.
In vele plaatsen werden vader en moeder buitengesloten en dan snuffelden de kinderen in alle kasten nar wat lekkers, trokken kleren van hun ouders aan en liepen al joelend op de straat.(6)(p.329)

Te Antwerpen zong men:
't Is vandaag Onnozele Kinderdag,
Geef de moerkens een vaarkens wat?
Geeft wat, houd wat,
't Naaste jaar nog wat!


Frans Verschoren, Verhaal uit de bundel: ‘Langs kleine wegen’ en ‘Zonnig leven’ ( beiden 1912).Het boek hierbij noteert 1927.(8)
De auteur had zijn roots te Sint-Katelijne-Waver.

Uitleg: begrip "onnozel" naar "onwetend"
De kerk vereert hiermee  de eerste martelaren die voor Christus zijn gevallen.
Het woord "onnozel" in de betekenis van "onschuldig" is niet zo voor de hand liggend.
We spreken wel van "onnozel wicht" of van "onnozel bloed vergieten", meer gebruikelijk is toch de betekenis  van noozel als dom, alles geloven, gemakkelijk te bedriegen, enz...
Deze betekenisovergang had te makkelijker spel, daar het grondwoord "nozel" of "nosel" in de betekenis van kwaad, slecht, schuldig, schadelijk, zondig on ons spraak gebruikverloren is gegaan.
We kunnen het niet meer eens zijn met de opmerking van Cats, dat " een regel onnosel leven" de mens ware rust en goede dagen kan geven.
Deze ontwikkeling wordt duidelijk wanneer me ze vergelijkt met het Franse 'simple' (van het Latijnse 'simplex', 'simplices'). In het Nederlands de simpele waarheid; de simpelen van geest, d.w.z. de armen van geest; 'Heureux les simples d'esprit, car le royaume des cieux est à eux'.
We hebben dan ook maar één stap te doen en we zijn bij onnozel dom.
In de Zaanse volkstaal  heeft zich het woord  nosel, noselijk, naast het werkwoord  nosen gehandhaafd in de betekenis  van jammer, spijtig, 'zonde', begrotelijk, begroten, bijv.: " 't Is toch zo'n  nooslijk gezicht dat alle  bloeme stukkend 'ewaoid benne' en: " Het noost me, dat ik dat huis toe niet 'ekocht heb".
zo zijn 'nosel' en 'nosen' it onze taal verdwenen; ze lieten slecht hier en daar een spoortje achter. Het woord was op een bepaald ogenblik niet meer gebruikelijk en verdween uit het taalgebruik.(5)(p.12)

Leo Primavesi, Kindermoord. (7)


Verwijzing:

Bont Blackburn en Leofranc Holford-Stevens, The Oxford Companion of the Year, Oxford, 1999. (8)
Rose-Marie en Rainer Hagen, Pieter Bruegel de Oudere rond 1525-1569, Taschen/ Libero, Keulen, 2001.(3)
J.A.Meijers, Het woord, Ontstaan, gebruik en ontwikkeling, Prisma-boeken, Utrecht/Antwerpen, 1964.(5)
Jacob STINISSEN, Oude, Vlaamsche Kinderfeestjes en Volksvermaken, L. Opdebeek, Antwerpen, ,1925. (1)+(4)+(7)
André Ver Elst, Folkoristische Tijdspiegel voor België, Brussel, s.d. (6)
Tentoonstellingscatalogus: "Pieter Breughel - Jan Brueghel, une famille des peintres flamands vers 1600", Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen, 1998.(2)
http://schrijversgewijs.be/schrijvers/verschoren-frans/ (8)

maandag 24 november 2014

Felix BROUWERS: promotor van de tuinbouw.....





Felix Brouwers (Onze-Lieve-Vrouw-Waver 1844 - id. 1917)

Jos Van Rompay publiceerde er over:

Een baanbreker op land- en tuinbouwkundig gebied...
Hij was het zesde kind van de "osseboer" uit de Boterhoek.
Van zesde tot twaalfde  jaar volgde hij les bij kosteronderwijzer  van Roost waar hij steeds de primus van de klas was. Op de prijsuitdelingen en andere feestelijkheden in het dorp moest Felix "bombastische" gedichten voordragen. Daarnaast was de jongen te vinden op het veld  of in het zwingelkot. Hij was heel begaafd en zou van de nood een deugd maken.

Hij zag reeds op die leeftijd dat de oude werkwijzen op het boerenbedrijfje van zijn ouders onvoldoende renderend waren, daarom moest naar nieuwe werkwijzen gezocht worden. Hij zou zich specialiseren in de moes- en fruitboomteelt.( Moestuin - groentetuin)
Op zondagmorgen volgde hij lessen in de Kruidtuin (Botanique) te Mechelen om zich te vervolmaken in de richting van zijn vooropgezet doel. Hij stapte elke week te voet naar Mechelen.

Hij behaalde het diploma dat hem toeliet als lesgever  op te treden bij de landelijke bevolking.
In 1885 werd hij benoemd tot voordrachtgever in de gemeenten Bornem, Duffel en Temse.

Hij zette zijn theoretische kennis zelf in praktijk om en gaf de eerste stoot  om over te schakelen naar de beter opbrengende tuinbouw.


Hoeve van Felix Brouwers op de Dijk, met allereerste proefserre. Hoeve eerst omgebouwd tot herenwoning en nu in de verkaveling van "Felix Brouwershof" als ééngevelgebouw behouden,
hoewel advies was gevraagd aan de Erfgoedraad... (Foto uit: "Bijdrage tot de geschiedenis van Onze-Lieve-Vrouw-Waver", p.335)



Hij voerde hier de tomaten- en bloemkolenkweek in en zette de eerste serre, een gevaarte van  60 bij 7 meter breedte en voor de helft voorzien van een verwarming.

In 1893 was het huis in het dorp te klein geworden. Bovendien had hij negen kinderen. Hij keek uit naar een grotere doening. Een buitenkans deed zich voor toen de boerderij Moeremans op de Dijk te OLVrouw-Waver, boerderij eigendom van een kostganster van de Zusters van Liefde te Antwerpen, ter beschikking kwam. Hij kocht het eigendom met 10 ha landerijen.


Het huis op de Dijk 38. Foto uit de 'inventaris van het onroerend erfgoed Burgerhuis', gemeente Sint-Katelijne-Waver. Dit is het huis waarvan nu nog alleen deze voorgevel overblijft.

"Beschrijving:
Alleenstaand, neoclassicistisch getint dubbelhuis van vijf traveëen en twee bouwlagen onder zadeldak (nog parallel aan de straat, kunstleien) van ca. 1900, op het kadaster vermeld vanaf 1908. Ontpleisterde (?) bakstenen lijstgevel met lichtmiddenrisaliet en hoeklisenen, doorlopende puilijst en houten kroonlijst met dropmotief en tandlijst. Steekbogige muuropeningen met diamantkopsluitsteen. Zijgevels met rondboogvensters. Begraasde voortuin.
Kadaster Antwerpen, mutatieregisters, Sint-Katelijne-Waver, Onze-Lieve-Vrouw-Waver, schetsen 1908/3." (1)

Hier stelde hij tot 20 personen te werk. Hij had 12 koeien en 2 paarden, kalveren, varkens en een neerhof; bovendien  bevorderde hij de fruitbomenkweek en was hij imker. Hij nam honderden proeven inzake inenting, zaadverdeling en bemesting. Hij verkocht veredelde zaden op Liermarkt en bracht scheikundige meststoffen op de markt.(2)(p.335)

Hij schreef een "Handboek voor de Moesteelt" om degenen die naar tuinbouw overgingen een houvast te geven.



Dit blijft er over van het geklasseerde gebouw.
Erfgoed in het verdomhoekje gezet, want wat is nu feitelijk de bedoeling....
Draait Felix zich nu om in zijn graf...?

INFO

" Om een gebouw uit de vastgestelde lijst af te breken is altijd een stedenbouwkundige vergunning nodig. Die wordt door het gemeenteestuur al dan niet afgeleverd, nadat de erfgoedwaarde van het gebouw afgewogen is via een algemene onroerende-erfgoedtoets."(3)(p.66)




VERWIJZINGEN

Kennes H. en Steyaert R., De inventaris van het Onroerend Erfgoed, gemeente Sint-Katelijne-Waver, Turnhout, 1997.(1)
Jozef van Rompay, Bijdrage tot de geschiedenis van Onze-Lieve-Vrouw-Waver, in het Land van Mechelen, Van In, Lier, 1970(?). (2)
De tekst opgesteld door tante Jo en Aloïs van Bosstraeten t.g.v. de 100ste verjaardag van het overlijden Felix Brouwers, werd ook gelezen.
Tijl Vereenooghe, De juridische vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed, in: "Ons Heem", jg. 62, nr. 4. (3)

zaterdag 22 november 2014

Binnen enkele dagen ben ik terug.....



Bijna volledig hersteld van mijn medische ingreep......


"Een anders last 
Weegt minder dan
Wanneer die last
Jou overkwam..."


Peter Boshoef,
Zin in Onzin in Kwatrijnen,
dl. VI,
lannoo,
s.d.
p.44.

vrijdag 26 september 2014

Een gedicht / een lied per maand: Jan Luykens gedicht ... muziek in de oren!


IN OPBOUW



" 't Zedig aangezicht" van Jan Luyken (Nederland) , 2de dr. van 's Menschen Begin, Midden en Eynde,  1719.(1)


La Duchesse Rojaa

In 't rijzen van de koelen dach,
Als yder nog te slapen lach,
Zat Appelonia, die ik sach
('t Zijn my geen dromen)
In de schaauw der bomen,
 En streelde een Luyd,
Terwijl sy uyt
Een heldere boesem song.
Stil hield de tong
Die 't geveert
Van het hele Woud braveert;
Het singen,
't Springen,
't Fluyten,
't Tuyten
En 't Swieren,
Gieren,
Dat
In de 
Linde
Leefde,
Sweefde,
Was nu stil, en sat
Te luysteren;
't Fluyst'ren
Van de blaan ging sacht,
O Goon, 
Zo schoon
Een Zang
Haar dwang
Heeft my verkracht.


Uit: Duitse Lier, T'Amsterdam, 1671, 8-ste verdeling.(2)

Jan Luyken, 1649-1712.
Dichter en etser.
Zijn eerste bundel is een verzameling minneliederen, vol arcadische natuurlyriek, luchtig en lieflijk, zinnelijk en werelds.
Dat was de Duytse Lier (1671). 
Nadat hij o.i.v. de mystieke Jakob Böhme was gekomen, kreeg hij spijt van zijn wuftheid en kocht hij zoveel mogelijk exemplaren van zijn boekje weer op.
Zijn ommekeer weerspiegelt zich in de rest van zijn poëzie: stichtelijke verzen met didactische inslag. Bij deze verzen, op de wijze der dichters van de emblemata, graveerde hij zelf zijn prenten. Daardoor is zijn werk zo fraai: het is in alle opzichten een eenheid.
Met hem eindigt voor lange tijd een eeuwenlange reeks dichters van godvruchtige poëzie.
Hij schreef o.a. Jesus en de Siel (1678), Het Menschelijk Bedrijf (1648),  De Bijkorf des Gemoeds (1711) en vele andere bundels.(3)



Uit: Voncken der Liefde Jesu, 1687. Na Luyken is het met de populaire emblemata-literatuur gedaan.(4)



Verwijzingen

(1) F. Bauer, Jacques Den Haan,J. Hulsker, Ger Schmook en Garmt Stuiveling, De Nederlandse Letterkunde in honderd schrijvers, De Sikkel, Antwerpen, 1953, 2-de dr., p.61.
(2) M.C.A. Van der Heijden, De ziel van den poëet vertoonst zich in zijn dichten, Lyriek van vier Amsterdamse dichter uit de 17de eeuw, Het Spectrum, Antwerpen-Utrecht, 1967, p.296.
(3) F. Bauer, o.c., p.61.
(4) Ibidem.

zondag 14 september 2014

De maand MEI beschreven... in verleden, volkskundig, gravures en met Venus




DE BENAMING

is niet zomaar voor de hand liggend.
Volgens sommige etymologen is het afgeleid van het Latinse Majus, dit op zijn beurt van Magnus(= groot), wat er schijnt naar te verwijzen dat in deze periode van het jaar alles "groot wordt".
De maand werd door de Romeinen toegewijd aan de ouderen, de Majores, ook afgeleid van Majus.
In de Salische wetten is er spraken van Meo.
Volgens de Comptoir-almanak (Brugge, 18de eeuw) is de naam van de maand afkomstig van Maia, de naam van de moeder van Mercurius:
"Mijnen naem gaf 't heydens volk,
  naer Maia de godin van allerlei gewas."

Over de naam zelf:
"Becanus leidt  den naam af van het woord mei, bloemtak, en Wachter laat in 't midden of dit , ofwel het omgekeerde, dal nl. de tak den naam aan de maand ontleent, 't geval is, ... dat beide woorden uit één bron zijn voortgevloeid, t.w. maehen, ons maaien." (1)

Besluit:


Bartholomeus Spranger, Maia, 1580.  http://www.romeinspompeii.net/plaatjesoudnieuws/maia.jp

Volgens de Oud-Romeinse kalender de derde, volgens de Juliaanse de vijfde maand van het jaar; ze telt 31 dagen.
Genoemd naar de Romeinse godin Maia, de godin van de aarde. Hierboven voorgesteld met Vulcanus. Ook in verband gebracht met het Latijnse woordje magnus, (= groot) omdat alles tijdens deze maand in de natuur groter wordt, m.a.w. groeit.
Andere benamingen: Mariamaand, Vrouwenmaand, Bloeimaand, Bloem- of Bloeimaand (in het oud-Fries Blommenmoanne), wonnemaand (= vreugde volgens het Oud-Germaans).(2)


BASISELEMENTEN VAN DE MAAND




Door de kerstening van onze gewesten kreeg Mei  de naam van O.-L.-VROUW- of MARIAMAAND, omdat zij was toegewijd aan de H.Maagd, op wie de verering van Freya, in de Germaanse tijd, was overgegaan. In de Christelijke streken werden vele grote en kleine kapellen en kapelletjes aangebracht langs de wegen op oude hoeven en, de huizen of boomstronken. In de maand mei werden deze moei versierd en werden processies gehouden die die kapelletjes aandeden. Aan elk oord werd dan stilgehouden gebeden en gezongen.

Waar men ga langs Vlaamse wegen,
Oude hoeve, huis of tronk,
Komt men u, Maria, tegen,
Staat uw beeltenis te pronk... (15)


Bedevaartsoorden ter ere  van Onze-Lieve-Vrouw kregen zowat 50 jaar geleden in deze maand een massale toeloop, nu is dat wat minder maar Scherpenheuvel en Hanswijk in Mechelen worden in de maand Mei toch nog druk gefrequenteerd.

De MEIGEBRUIKEN

Meinacht
Meinacht is een wonderlijke nacht. Naar het volksgeloof reden in de Walpurgisnacht (tussen 30 april en 1 mei) katten en heksen op bezemstokken en mestvorken door de lucht. Al bij de Germanen vierde men de heksen-sabbat.
De Luikse meisje plantten dan op de Sint-Walpurgisberg drie twijgen van gelijke grootte. Elke twijg was omwonden met een draadje van verschillende kleur: het zwarte draadje betekende dat ze niet zou huwen,het rode draadje was de uitdrukking van de jongen van haar keuze, de groene draad, het zinnebeeld van de hoop. De twijg die het hoogste groeide, werd door de meisjes beschouwd als een voorteken (omen) van hun komende levenssituatie.(14)


Meiavond/Meivuren
Deze laatste zijn voor onze gewesten terug te voeren tot de oude Germaanse gewoonten bij het Lentebegin.
Op de meiavond vierden de oude Grieken en Romeinen de jonge Mei.
Ook onze Germaanse voorouders organiseerden vreugdefeesten op de Meiavond. Offers van lentegroen werden "Wodan, den eersten dag der Meimaand in Germanië wedergekeerd van zijn huwelijksreis" (5) opgedragen. Op hoger gelegen plaatsen ontstak men Meivuren waarrond gedanst werd.

Op Texel (eiland in Nederland) ontsteekt men nog steeds  een lentevuur, de zogenaamde meierblis.(4)

Elk jaar op 30 april worden tegen zonsondergang op diverse plaatsen op Texel de zogenaamde 'Meierblissen' aangestoken.Cultuur_meierblis
In de weken voorafgaand hieraan wordt door kinderen brandbaar materiaal verzameld. Het bijeengebrachte materiaal wordt op 30 april aangestoken, waarbij de aanwezigen rondom het vuur staan en aan ijzerdraad geregen aardappelen poffen. De kinderen smeren elkaar met roet in. De 'Meierblis' vormt een vreugdevuur, waarmee de komst van de lente en het licht gevierd wordt. 'Blis' is het Texelse woord voor vuur.(6)



Meibruid
Bij de oude Germanen werd de Mei ook gevierd door het feestelijk kronen en plechtig inhalen van een jong meisje, met bloemen versierd en met loverkransen opgesmukt. Zij werd de Meibruid of de Meikoningin genoemd. In Limburg, maar ook Heist-o/d-Berg  was het tot voor enkele jaren het gebruik dat de jongens hun Meikoningin of Meilief kozen op Meiavond. Te Hasselt kozen de gezellen der Rederijkerskamer hun Meigraaf en werd het aloude Meyliedje gezongen. Het Mei-zingen gebeurde nog lange tijd door kinderen.(8)

Meigilden
Deze belastten zich met het planten van de meiboom. Bij deze gelegenheidwerd een meigraaf of meikoning en een meigravin of meikoningin gekozen. Nadat de meigraaf door de leden van de gilde was aangedid en wanneer de mei was geplant werden er liedeen gezongen, terwijl de meigraaf het meisje van zijn keuze twijfelend een loverkrans omhing:

'k Heb een meitak in mijn hand,
Aan wie zal ik hem geven?
Aan mlijn liefste X,
Zal ik hem prezenteren!

In 1830 werden derlijke gilden opgericht te Dendermonde, Gent, Hasselt en Wieze.
Een maal de mei geplant werd er uitbundig gefeest.

De meiboom wordt geplant,
Versierd met groene kransen;
De jonkheid hand aan hand,
Ziet men met vreugde dansen,
Sa, meiskens, wiegij zijt,
Neemt acht op uwe tijd,
Want in de ouderdom,
Krijgt gij geen jeugd weerom!(10)

Meiboom
De versierde meiboom , die men heden ten dage nog veel ziet in Oostenrijk en Beieren had vroeger ook zijn plaats in onze gewesten, bekijk maar eens sommige schilderijen van de Breugels. De boom is een symbool van de vruchtbaarheid  van mens, dier en akker en vindt zijn oorsprong in de Germaanse lentefeesten.In het volksgeloof werd hij gewaardeerd om de heilaanbrengende kracht en daarom werd hij aanvankelijk voor de woning van machthebbers geplant. Dit geschiedde hier te Haacht voor het huis van de koning van de St.-Sebastiaangilde en te Wieze  stak men de mei voor het kasteel in de grond. 
Andere plaatsen waar meibomen geplant werden in de St.-Walpurgisnacht(de heksennacht)  zijn: Aalst, Assent, Brugge, Deftinge, Heist-op-den-Berg, Leuven, Schendelbeke en Tongeren.
Ook op andere tijdstippen werden meien geplant als oogstmei (o.a. te Brussel), als richtmei, als schutsmei(op een huis), als liefdemei en als bruidsmei.(9)

Een liefdemei werd door de jongens voor de woning van hun geliefde geplant.
Een denneboom of een eglantier, een berk of een laurier duidden een blijvende liefde aan,
met de wilg wilde men de babbelzucht van het meisje onderstrepen,
een doorntak wees op haar kwaadaardig karakter,
een vlier of een notelaar op haar ontrouw,
en een populier of een kerselaar op haar onstandvastigheid.
Zij die van geen vrijen wilden weten, werden schimpend een "sloor" genoemd.
De hagedoorn, de hulst of de kale doorn waren de schandmei  voor boosaardige, zotte, nukkige meisjes, met wie geen huis te houden was.
Een stropop werd aan de gevel gehangen van een dartel meisje of een meisje dat het met vele jongens deed of overspelig was. In Idemgem, Moerkerke, Onkerzele en Haspengouw kwam dat voor.
Sommige meien kregen een opschrift mede, zoals:


Hier hebt ge een dorren,
Dan kunt ge knorren.

Het gaat hier waarschijnlijk om een jongen die een blauwtje liep.

Meitak bedelen

Te Hansbeke, het Brugse en het Gentse gingen de kinderen met een meitak van deur tot deur, wijl ze bedelliedjes zongen:

Ik plantte mijn mei,
en ik brak een ei,
en de dochter viel uit mijn schale,
vrouwke, wilde mij geen ander eike geven?
Ik zal uw dochterken niet halen;
schiet diep in de nest,
de zwarte hoenderkens leggen best,
de witte niet te min,
schiet er tot over de kop de elleboog in.
Vrouwke van de neste,
langt er van de beste,
'i Zal er wel verdienen,
'k Zal er mee naar huis gaan
en in mijn moeders koekepanneke slaan! (12)

In Ooost-Vlaanderen klonk het als volgt:


Mei, mei, koele mei,
Vrouwke, geef mei een pasei,
Wilt ge mij iets geven?
Geef er mij een stuk of zes,
Tot mijn korf vol es! (13)

De kinderen kregen dan een ei, een koek of een muntstuk.

.

                                                                                                                                                                                                                                              
Prent met als opschrift hier "De vreugden van het leven" en bijgevoegd uit een middeleeuws boekwerk, in: De sexuele zeden en gewoonten der volkeren in de loop der tijden: AANVAL EN VERDEDIGING, uitgev. Nooitgedacht , Hilversum, s.d. , p. deel 2, p.127.

 In feite gaat het over een prent die één van de Zodiacprenten is van een gravurereeks einde 16-de - begin 17-de eeuw. De voorstelling is die van de maand MEI
Op de prent zijn heel wat koppeltjes weergegeven.
Links vooraan is er  een bad in open lucht  met een naakte man en vrouw. Ze zijn mekaar heel behulpzaam.Bij het bad een oude "kwene" die de badgasten voorziet van spijs en drank.
Vooraan 4 paren die een dansje uitvoeren op de tonen  van de muziek links. Nog meer links drie personen, waarbij de vrouw de man  de kin streelt.Rechts bovenaan een liggend paartje dat de omgeving goed observeert. Het is een prent die inhoudelijk de maand mei weergeeft.
Links en rechts bovenaan de balans en de stier. In het midden Venus met de rug naar ons gekeerden een speer in de hand?

Horoskoop:
- Stier (20 april - 23 mei).
- Tweelingen (24 mei - 22 juni)



VENUS


Onderschrift: "Déesse de l'amour et de la sensualité, Vénus gouverne le Taureau. In:  L'Astrologie, L'histoire, les symboles, les signes, door Solange de Mailly Nesle, éd. Fenand Nathna, s.d., p.135.


WEERRIJMPJES

- Mei koud en nat,
   Vult zak en vat.

- Een natte mei,

   Boter in de wei.

- Meiregen,

   Meizegen.

- Een koude mei,

   Een gouden mei.

- Een goede mei,

   Telt voor drij.(drie)

- Het staartje van mei is het staartje van de winter.


- Is het weer in mei zeer mooi,

   In de schuur weinig hooi.

Bovenstaande weerrijmpjes zie bij André VER ELST.

- Mei koel en nat
   brengt koren in het vat;
   of : vult de schuur en vat.

- Mei koel en wak

   brengt veel koorn inden zak.

- Wil Mei koele zijn,

   hij geeft veel hooi en goeden wijn.

- Is de Mei een hovenier,

   dat is ook boerkens plezier.

- Een bij in den Mei

  Is zo goed als een ei.

Zie bij Adolf Ulens. (3)

- In Mei,
   Leggen alle vogeltjes een ei,
   Behalve de kwartel en de griet,
   Die leggen in de meimaand niet.(11)

Illustratie van Gerard Huysser(7)




VERWIJZINGEN/

(1) F.W. DRIJVER, Mozaïek, I, P. Noordhoff, Groningen, 1898, p. 106.
(2) André VER ELST, Folkloristische Tijdspiegel voor België, Is. Mertens, Brussel 1, s.d., p.150.
(3) Adolf ULENS, De tijd in de folklore, Drukkerij L. Braeckmans, Brecht, 1931, p.67.
(4) Dr. Schrijnen, Nederlandse Volkskunde, I, p.192.
(5) Lod. Rock; in "ons Volk", 1920, p.264.
(6) http://www.texel.net/nl/over-texel/historie/cultuur/
(7) Jan VRIENDS, Juni is de maand der vogels, in: "Zonnewijzer, almanak voor het Katholieke gezin", Spectrum, Utrecht,1939, p.256.
(8) Adolf ULENS, o.c., p.65.
(9) André VER ELST, o.c., p.151
(10) Albert VAN HAGELAND, Hendrik Conscience en het volksleven, Leuven, 1953, p.275..
(11) Tjaard W.R. de HAAN,  Onze Volksrijmen, Het Spectrum, Antwerpen/Utrecht, 1978, p.231.
(12) Laura Hiel, Zing mee,  IV delen, Brussel, 2de dl., 1942, p.385.
(13) Ibidem, p.397.
(14) Lod. Rock, in "Ons Volk", o.c., p.265.
(15) Gust MÜLLER, Van Nieuwjaarsochtend tot Oudejaarsavond, Goede Pers, Averbode, s.d., p.53.

maandag 8 september 2014

Wie weet het antwoord? Het antwoord is er.



In welke stad staat een kerk met :

"quatre sans cloches"

het zou ook kunnen zijn

"quatre cents cloches"

of "één toren met een klok".


Bij oplossing komt een afbeelding van de situatie

Zoek bij de stad DOORNIK .....


De foto verschijnt bij"leven en welzijn" op 20.10.2014

Op dit ogenblik ben ik herstellende van een medische ingreep.





Rond de centrale toren van de OLV-kathedraal staan vier torens waarin geen klok huist.
De middentoren heeft die wel. (15.11.2014)

vrijdag 5 september 2014

ERF & HEEM: " 100 jaar WO I. De gevechten en de gesneuvelden tussen Walem en Lier" SINT-KATELIJNE-WAVER



 Op vrijdag 29 augustus 2014 tentoonstelling in 't Grom.



Vanaf 19 uur werd een replica van een Minerva nr. 7 pantserwagen "automitralleuse"" met soldaten uit 1914, aan de toegang tentoongesteld





Het zaaltje van 't Grom zat weliswaar vol. Er waren naast de burgemeester nog drie schepenen opgedaagd. Ook Harry F.E. Vermeir, voorzitter van de sector Erfgoed van de Provincie Antwerpen was aanwezig.


Voorzitter Jan Segers verwelkomde het talrijke publiek. Hij hield een korte beschouwing over 100 jaar terug en dankte alle medewerkers voor hun belangeloze inzet.


René De Munter schetste chronologisch de evolutie van de eerste twee maanden van de "Groote Oorlog" op Belgisch grondgebied.
Hij had het daarbij natuurlijk over de forten en van Luik, Walem, Lier en sint-Katelijne-Waver.
Het was een levensechte en historisch verantwoorde uiteenzetting. Hij kreeg een waarderend applaus.









Alfons Busschots bracht een dodenappel voor de omgekomen Katelijnenaars, waarvan voor deze gelegenheid  de kruisjes ten toon staan buiten aan 't Grom.


Burgemeester Kristof Sels verklaarde de tentoonstelling voor geopend en als receptie werd er een jenevertje of likeurtje met peperkoek aangeboden door Erf & Heem.

Ook de twee boekdelen werden nog voorgesteld door Willy Van Hoof.
Boekdeel 1: De strijd tussen Walem en Lier
Boekdeel 2: De 1000 gesneuvelden


INFO

Per boek € 25, na de inschrijvingsdatum en niet leden.
rekeningnummer IBAN: BE 16 7330 0078 0474
                         bic: KREDBEBB met vermelding boek 1 - 2 WOI (te verhogen buiten de gemeente) SKW: + € 7 per boekdeel portkosten, tenzij de boeken worden afgehaald tijdens de tentoonstellingsuren of in het Gemeentelijk Documentatiecentrum Marcel Dillen.

Mocht uw vereniging in groep de tentoonstelling bezoeken, dan neem je contact op met René De Munter: rene.demunter@gmail.com of 0485 577 436

maandag 1 september 2014

Een gedicht / een lied per maand: TEERFEESTEN, Sint-Katelijne-Waver, "Elzestraat".



In het midden van de 20-ste eeuw werd er wat af geteerd.
Volgens "van Dale": TEREN:
in het GR. derein (villen); Oudkerkslavisch dirati (scheuren).
1. doen verdwijnen, te niet doen; vgl. terend.
2. verteren (voedsel).
3. in  zijn levensonderhoud voorzien; van de hoge boom teren: op zorgeloze wijze grote verteringen maken, zijn kapiltaal opsoeperen.
4.teren op, steunen op zijn huidige positie, kracht te danken hebben aan.
5.goede sier maken, overdadig leven.
6. verteren van voedsel.
7. verteren verrotten.
8. met teer bestrijken.


In de volkstaal sprak van "tairen", "teiren". Eten en drinken(in Verdam) van de leden van een vereniging, zowel mannen als vrouwen, in overvloedige mate, bij gelegenheid van de jaarlijkse feestmaaltijd, in januari of februari, van eerbiedwaardige verenigingen zoals muziekmaatschappijen, landelijke gilden, supportersclubs e.a.Het "teren" begon altijd met een eucharistieviering.

We brengen u hier gelegenheidspoëzie tgv. zo'n teerfeest op 8/9 januari  1951.


"Zucht naar Kunst"- Elzestraat
 TEERFEEST 1951

wijze: ouwe taaie

1.
Ja, leve de fanfare! hier in ons Elsestraat
De mannen van 't muziek en de mannen van de daad!
Muziek verheft het hart:: gij staat in ieders gunst.
Gij verdient uw naam van Zucht naar Kunst.
   Zucht naar Kunst ja, juppie, juppie, jee. (bis)

2
Den voorzitter zij eer, den Dokter Luysterborgh!
Die aan de leiding wijdt zijn beste kracht en zorg.
Verloor hij zijn humeur, bij zieken in den dag
dan hervindt hij hier zijn gullen lach.
   Heil den Dokter, juppie, juppie, jee. (bis)

3
De voorzitter zijn taak, wordt vriendelijk verlicht
Door Gastonneke Guilmot, die ook voor 't werk niet zwicht.
Daar is geen oefenstond of Guilmot is er bij
En dan is zijn Tinne content en blij.
   Heil Gaston, ja, juppie, juppie, jee. (bis)


4.
Lewieke Verstraeten, de schrijver in 't bestuur,
Besteedt aan zijn fanfare, zo menig vrije uur.
Hij droomt van de muziek, die goeie brave man
En hij doet zijn best zo goed hij kan.
   Heil Lowieke, juppie, juppie, jee. (bis)


5.
En Watje Van Dessel, een flinke financier,
Die zorgt voor zaad in 't bakske en voor een goed glaasje bier.
En als het bakske leeg is, dan weet het heel 't bestuur,
Want dan kijkt ons Watje zo maar zuur.
   Heil ons Watje, juppie, juppie, jee. (bis)


6.
Aan alle bestuursleden brengen wij hulde graag,
Op ons gezellig feestje, ja past het toch wel vandaag
Zij werken met zo'n iever, en allen even puik,
't Zijn zoveel handen op een buik.
   Heil 't bestuur,  ja, juppie, juppie, jee. (bis)


7.
Ja, heil de muzikanten! het kruim van d'Elsestraat!
De chef doet ze marcheren, en hij staat altoos paraat
En plechtige processie, bij ieder feestgetij,
Brengen zij steeds vreugde en luister bij.
   Muzikanten,  juppie, juppie, jee. (bis)



8.
Zij spelen even keurig, de bugel en piston,
De clarinet en tuba, trombon en bombardon.
Om kunstmuziek te maken staan allen in de bres,
Ook de kleine trommels en de grosse caisse.
   Muzikanten, juppie, juppie, jee. (bis)



9.
De trouwe supporters met muzikaal gevoel,
De mannen allen samen, beogen maar één doel:
Van "Zucht naar Kunst" te voeren, steeds hoger, hoger op
en dan stijgt hun vreugde ook ten top.
   Hoger op, ja, juppie, juppie, jee. (bis)



10.
Wij wensen U te samen, een smakelijk souper
en als 't U goed gesmaakt heeft, zingt dan ons liedje mee,
Ja zingen wij te samen, hier op dit vrolijk feest,
Laat ons blijven één van hart en geest.
   Eensgezind ja, juppie, juppie, jee. (bis)

Hendrik VERSTRAETEN, "Geen drank, geen klank",
in: "Pro Memorie", dl. 4, Erfgoedcel Mechelen, 2004, p.7.


De Elzestraat: is een deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver. In die periode stond  de plaatselijke samenleving cultureel op een hoog niveau en er leefden zelfs duidelijke tendensen om af te scheuren van de gemeente Sint-Katelijne-Waver. (Voor de fusies van gemeenten).
De naam "Hellestraete" kwam reeds voor op de kaart van Ferraris 1771.

Op 1 maart 1904 werd de oprichting van de nieuwe fanfare bekendgemaakt.
Voorzitter: E.H. Dobbeleers, onderpastoor;
Ondervoorzitter: Alfons Gaspar;
Muziekchef: Edmond Slagmolen;
Secretaris-schatbewaarder: J. Slickx;
Boetmeester: August De Vos;
Commissarissen: Johannes Cuypers en Jos Faes.
Bestuursleden: Corneel Wiwadier, Jos De Belder, Frans Van Gijsel, Frans Op de Beeck,Johannes Van Loock en G. Andries.

Voor de namen die in het lied vernoemd werden, moeten we terug naar de bestuursverkiezingen  van 6/7 januari 1946 in de zaal "Matador".
Voorzitter: Dr. Luysterborgh;
Ondervoorzitter: G. Guilmot;
Schatbewaarder: E. Van Dessel;
Boetmeester: J. Faes;
Secretaris: L. Verstraeten;
Commissarissen: Frans Mertens en Jozef Van Santfoort;
Bestuursleden: Louis De Vos, J. Andries, F. Bossaerts en J. Claes.
Gaston Guilmot woonde in de Clemenceaustraat 136, Sint-Katelijne-Waver.
Louike Verstraten woonde in de Clemenceaustraat, rechtover de huidige zwemkom. Hij was de vader van Hendrik Verstraeten. En Hendrik Verstraeten is de vader van Luc Verstraeten de huidige beheerden van het Domein Rozendaal.

"Zucht naar Kunst" ging ter ziele in 2007 en het archief kwam terecht in het Gemeentelijk Documentatiecentrum van Sint-Katelijne-Waver.

Verwijzingen:

Hendrik Verstraeten, Beknopte geschiedenis van de Koninklijke Fanfare "Zucht naar Kunst", Elzestraat, 1904 - 1989", extra editie, Erf en Heem, sint-Katelijne-Waver, maart 1989.
en het Tijdschrift van de Kring voor Heemkunde Sint-Katelijne-Waver, 3de jg. nr. 1, 1971.






+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++