Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

dinsdag 15 september 2020

Poëzie PAPRIKA HARRY VERMEIR



Paprika   21 321

In het oosten een grazend paard
Maar meer westelijk  was een gaard
Daar groeiden vele groene bomen
En verder liepen er  mensen
Slechts twee of toch meer
Zij boomden
Zij proefden  van lekkere vruchten
Zij Eva was erbij  en leidde en verleidde
Met een kronkelend dier
Het hele gebeuren
Dat Adam verzoende met een dwingende
Toekomst
Steeds anders , steeds meer , NIEUW
maar de made , het virus in de vrucht
verpestte alles in het verdwijnend paradijs

Paradijs  van hemels tot aards gebeuren
Op een wereld in transitie met
Meer auto’s en meer fietsen
Voor een gezonde leefomgeving
Paradijs    ja    neen
Ozon , O Zon
Nog 4 miljard jaren
En dan waren we er.
En het paradijs bleef bedroefd achter
Met een tuin die de schraalheid van ismen
Liet verschijnen

Vrucht uit paradijs van groen tot geel en rood.


 Harry Vermeir, Sint-Katelijne-Waver, 15.09.2020

donderdag 10 september 2020

Kapelletje op de Liersteenweg te St.-Katelijne-Waver gerenoveerd


Her-Inwijding van gerenoveerd Kapelletje
“O Maria Troosteres der Bedrukten”
Liersesteenweg  143b, St.-Katelijne-Waver

Op zondag  4 oktober 2020











 Van 14 uur  tot 14u 30 voor genodigden


Van 14 u 30 tot 17 uur  voor gelovigen, buurt-
bewoners en geïnteresseerden


De kapel  “O Maria Troosteres der Bedrukten”
Liersesteenweg 143b, St.-Katelijne-Waver

Een stukje geschiedenis

In de jaren 1880-1890 was er een katholieke vernieuwing aan de gang en werden er een aantal kerkelijke gebouwen opgericht zoals de parochiekapel(Groenstraat, verdwenen) en later de kerk van de huidige St.- Augustinusparochie.

De familie De Cock die het kasteel van ‘Plaisance’ Rozenhout bewoonde kocht in 1870 de grond voor de kapel  op de Liersesteenweg en bouwde er in 1880-81 het huidige gebouwtje.

De kapel werd gebouwd voor de genezing van mevr. De Cock. Zij plaatste er een piëta die reeds lang familiebezit was.

Het gebouwtje was opgetrokken in papensteen, maar deze werd in 1933-34 bedekt door een bepleistering van cement in opdracht van Burggraaf  Ysenbrand de Lendonck. (begraven op de begraafplaats van de Elzenstraat).

In 1919 werd de kapel verkocht aan Georges Van der Auwera.
Vanaf 1937 zorgde L. Van Dessel , die naast de kapel woonde, voor het gebouwtje. In 1938 bracht hij een deur met traliewerk aan .

Toen in 1970 het provinciebestuur de Liersestwg zou verbreden, kon de eigenaar L. Van Dessel de   kapel redden door het bouwwerk op 3 juni 1971 in het geheel – op rails – enkele 18 meters achteruit te rijden op rails.

De kapel werd bezocht bij vele devoties zoals de processies, er werd zelfs een mis gedaan door pastoor Leysen na de verplaatsing, tijdens de meimaand werden er roezenhoedjes gelezen, de voetgangersprocessie vanuit de Katelijnekerk te Mechelen  op doortocht naar Onze-Lieve-Vrouw van Goede Wil in Duffel hield er halt.
De omwonenden lieten/laten nog wel eens een kaars branden bij het overlijden van iemand uit de buurt.
Sinds de eigenaar naar Mechelen verhuisde, zorgen omwonenden voor het onderhoud van de kapel en voor de kaarsen.

Louisa Segers kocht in 1988 de kapel en schonk ze aan de kerkraad van de St.-Augustinuskerk.
In 2020 bleek in de Erfgoedraad dat de kapel aan een flinke onderhoudsbeurt toe was. De kerkraad gaf opdracht tot aanpak van de werken. Een ondernemer werd aangesproken, verf werd geschonken en een aantal vrijwilligers gingen aan het werk. Het gebouw kreeg langs buiten en binnenin een opfrisbeurt. De zijraampjes werden waterdicht  en de dubbele toegangsdeur kreeg een opfrisbeurt. De inboedel  werd zacht gerestaureerd.

Wij danken alle die zich hier op een voorbeeldige wijze hebben ingezet voor dit waardevol patrimonium. Ook danken we Erf&Heem en het documentatiecentrum “Marcel Dillen” voor de info.
H.F.E.V.


Het kapelletje met binnenzicht : de piëta, O.-L.-Vrouw en de engel met kaarsenstaander.
Toestand september 2020
V.U. : Pastoor Karl Abts





zondag 6 september 2020

Astrid LEOPOLD III Kardinaal Van Roey 1934


Leopold  III en Astrid op bezoek te Mechelen  1934


Kardinaal Van Roey groet de gasten bij het afscheid aan de St.-Romoutskathedraal


Hierbij de belangrijke personen in vooraanzicht

Uit


"Ons Volk", jaargang XX, nr. 50, 16 decemer 1934 (voorkaft)

donderdag 27 augustus 2020

Spreekwoord: Boontje komt m zijn loontje

in opbouw

Boontje komt om zijn loontje

Gezegd van iemand die zijn of haar verdiende loon krijgt voor wat er misdreven werd.

Ontleend aan een oud volkssprookje, waarin de boon het kooltje vuur  dat in het water viel zo luid uitlachte, dat ze barstte.

Ik zal het sprookje van erwtje, boontje, strootje en kooltjesvuur zeggen;
Hoe dat strootje, in plaats van een brug, over een sloot ging leggen;
Daar erwtje over heen rolde, om niet te komen in nood.
Maar met dat kooltjevuur op het midden kwam,
't strootje door en kooltjevuur viel in de sloot,
Waar het zijn ongeluk, als je wel denken kunt, betreurde.
En hoe boontje toen, om kooltjevuurs ongeluk, zo lachte dat zijn buisje scheurde.
Hoe dat boonte toen, om lapje voor zijn buis te krijgen, naar de schoenmaker trad;
Sinds die tijd hebben al de boontjes zwarte lapje aan hun buis gehad.

vrijdag 21 augustus 2020

"Abraham en zijn mosterd" uitdrukking die tot de verbeelding spreekt ,

In Opbouw

Rond de stamvader van de joden zijn er een aantal beeldrijk uitdrukkingen:

1. Hij zit in Abrahams schoot: hij leidt een aangenaam leven. naar Lucas XVI: 22 en 23.
2. Hij heeft Abraham gezien: hij is boven de 50 jaar. naar Johannes VIII: 57.
    Variante: Beste Abraham, deze kaas is niet vet, niet belegen en 50-plus, net als jij. (Nederland)
3. Abrammetje spelen: maar de halve waarheid zeggen. naar Genesis XII: 10-19.
4. Hij / zij weet waar Abram de mosterd haalt: en is op de hoogte van de zaak. naar Genesis XXII.

Dit laatste spreekwoord werd in de XXste eeuw veel gebruikt.
Drie elementen:
 + Mosterd zou staan voor 'mutsaard' en verwijzen naar het gruwelijk leerverhaal waarin Araham zijn eigen zoon Isaak als brandoffer moet slachten. Hij zou naar een 'mutsaard' gezocht hebben. Maar in Genesis XXII,1-14 is geen sprake ven een dergelijk voorwerp: 'Abraham liet zijn zoon het hout voor het brandoffer dragen; zelf droeg hij het vuur en het offermes.
Zo gingen zij samen op weg. Toen zei Isaak tegen zijn vader Abraham (...): "Wij hebben veel vuur en hout, maar waar is het offerdier?" ....

+ Er is ook een Duitse variante : "Er weiss wo Barthel den Most holt", 'Mosterd' zou komen van 'Mosr' dat een verbastering zou zijn van het Jiddische 'moos' dat soms 'geld' betekent. het Nederlands zou 'Barthel' vervangen hebben door 'Abraham'. Hierbij gaat men ervan uit dat de Duitse spreekwijze oorspronkelijker is dan de Nederlandse, maar dat is niet bewezen.

+F.A Stoett ziet in 'Abraham' een willekeurige in het Nederlands veel gebruikte naam, en hij vat 'mosterd' letterlijk op. Mosterd is een alledaags goed dat ook in andere gezegden vorkomt; zo betekende in de 17-de eeuw  'om mosterd gaan' 'gewoon' een boodschap doen.
Als men van iem. beweert  dat hij weet waar Abraham de mosterd haalt, betekent zulks: hij weet wel waar iem. iets kan kopen, hij is op de hoogte van een zaak, hij weet er alles van.
Het Frans heeft: 'Il n'est pas tombé de la dernière pluie';
het Engels: 'He has been around, there is no flie on him', We gaan er niet op in.

Mosterd gezegden

1. Dat is mosterd na de maaltijd: dat helpt niet meer; die hulp komt te laat.

2. Iem. door de mosterd halen: haar/hem scherpe verwijten maken. Als e scherpe mosterd eet , springen de tranen in de ogen.

3. Dat ruikt naar mosterd: dat is ketterij.
    De mutsaard was de brandstapel, waarop de ketters werden verbrand. Bij verbastering  ook: dat ruikt nar mosterd. Het kreeg ook de volgende betekenis: dat is heel duur.

Bronnen:

BART MESOTTEN, Rondneuzen in woorden, 2-de reeks etymologische verkenningen, Pelckmans, Kapellen, 2000, blz. 103.
F.A. STOETT, Nederlandse Spreekwoorden, spreekwijzen uitdrukkingen en gezegden, vierde dr., 1923
K. TER LAAN, Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen, Vierentwintigste druk, Elsevier, 1988.
C.F. ZEEMAN Spreekwoorden aan de Bijbel ontleend, 1876; tweede druk  1888

dinsdag 4 augustus 2020

De kersentijd / Le temps des cerises





Rond, glad, blinkend, roos, rood en zwart, hangen ze smaak te zijn tussen het groen van de kerselaar. Zij zijn als het ware het symbool van de mooie dagen en van de gelukzaligheid van onze jeugd. We worden al bijna melancholisch bij de gedachte dat ze weldra van de markt zullen zijn, maar toch zullen ze volgend jaar wederkeren des te smakelijker en dikker van vorm en nog dieper van kleur.

Het plukken ervan laat ons al genieten van al hetgeen we er zullen kunnen van koken, distilleren, .......
Er worden lekkere taarten mede gebakken en ze worden wel eens samengebracht met alcohol. Zij worden vruchtenmoes, confituur, siroop en limonade. In de Alsace maken ze er lekkere kirsch van.

De kinderen vormen bij het zien van zoveel lekkers zelfs een kersenmond.

Wij eten al lange tijd kersen.
De kerselaar kwam in de eerste eeuw voor Chr. in Egypte reeds in bloei.
Het was de Romeinse generaal Lucullus die in Armenië oorlog voerde , die een plant meenam van Cérase of Cérasonte .... Vandaar de naam.

Lucullus liet de planten die hij meerbacht planten in de tuinen van het Pincio. Hij was fier over die aanplanting.

Volgens Plinius zou de plant reeds 25 jaar later in Bretagne zijn toegekomen.

Er ontstond einde 19de eeuw een uitzonderlijk lied rond de kersentijd

Le temps des cerises
Tekst: Jean-Baptiste Clément - Muziek: Antoine Renard

Het prachtig Frans lied werd op een magistrale manier gezongen door Yves Montand
Vertaling Harry F.E. Vermeir...

De Kersentijd

Wanneer we zingen over de kersentijd

dragen we met ons mee:
De vrolijke nachtegaal en de spottende merel
                        we vieren allen dit feest !
De schoonheden worden een beetje gek
En het hart van de verliefden klopt zonnig!

Wanneer we zingen over de kersentijd,

zal de spottende merel beter fluiten.

Maar de kersentijd duurt niet lang

daar men per twee dromend kersen plukt 
            met kersen aan de oren...



Liefdes kersen zoals de rozen

Al vallend onder de blaren tot rode bloedvlekken...
Maar de kersentijd duurt niet lang,
Hangers van koraal die men oogst al dromend!...

Wanneer we terug in  de kersentijd zullen zijn,

Indien je liefdesverdriet vreest,
          vermijd de schoonheden!

Ik vrees de indringende pijn  niet,

Ik zal niet leven  zonder één dag lijden...
Wanneer we in de kersentijd zijn.
Zullen jullie ook liefdesverdriet kennen!

Ik zal altijd houden van de kersentijd:

het is die tijd die in mijn hart verwijlt
               Een open wonde!
Dame Fortuna aan mij aangeboden,
kan nooit mijn smart beëindigen...
Ik zal altijd houden van de kersentijd:
en de herinnering die ik in mijn hart bewaar!

De tekst werd geschreven door een arbeider in de bronsindustrie.
Hij werd geboren op 31 mei 1836 in Boulogne-sur- Seine.
Na de beëindiging van de 'Commune' te Parijs, waaraan hij deelnam, werd hij ter dood veroordeeld. Hij vertrok in ballingschap  en verbleef in Londen en in Brussel. Het was in de laatste stad dat hij de tekst schreef.
Hij verkreeg gratie in 1880  en vertrok naar Parijs.
Hij overleed in 1903 te Parijs en de stad liet op de 'place de la Butte-Montmartre' een kerselaar planten.


vrijdag 31 juli 2020

Gelukbrengende verjaardagswens





Kaart verstuurd door Charlotte en Pieter aan opa Harry voor zijn verjaardag op 06.07.2020

Halmark kaart  * tekst: Dicht Erbij

dinsdag 7 juli 2020

Heemkunde Gouw Antwerpen Tijdschrift jaargang 57, 2020 nr. 2 verscheen


DE INHOUD

- Ludo Helsen, Wuhan is reeds lang voorbij, p.1.
- Harry F.E. Vermeir, Cultuurdrager: van PESTEPIDEMIE (429 v. Chr.) tot CORONAPANDEMIE (2020), p.3-13.
- Luc Andries, Het Interbellum, Locale geschiedenis drager van de Algemene Geschiedenis, p..14-23.
- Jozef De Cock, Harry Vermeir en Katelijne Weyns, Speelbergse Eieren, p.24/25.
- Marcel Kocken, De zaak Anna Broothuys 1642, p.26/27.
- Hugo Lambrechts-Augustijnen, Valsspelen met dobbelspelen , p.28-32.
- François van der Jeught ,Twee oude kindergedichtjes, p.33-35.
- Philippe De Backer,  Ursulineninstituut Sint-Katelijne-Waver: toeristische ontwikkeling van de site, p.36/37., p.27.
- De redactie, Heemkundige Kring 'Hobonia' Hoogboom-Kapellen opgeheven, p.37.
-  Provinciale perstekst, Sint-Baptistkerk Poederlee - Lille op nieuwe wegen, p.38/39.
- Karel Eyckmans, De tijdschriften van de verenigingen geëxcerpeerd, p.40-44.

Info:

redactie: Harry Vermeir   harry.vermeir@telenet.be
                                     015 31 18 61

dinsdag 30 juni 2020

Betekenis spreekwoord: "Het hoofd boven water houden"

 Onlangs las ik in het boek "Het Kaïnsteken" van Bronislaw GEREK, 1992, blz. 26

Daarin las ik hoe in de 17de eeuw(de Gouden Eeuw) te Amsterdam gevangen armen en  bedelaars door de burgerlijke overheid op een onmenselijk wijze verplicht werden om te werken.

"... In tegenstelling tot de indruk die wellicht is gewekt, deden dergelijke instellingen(hospitalen en gasthuizen) eerder denken aan werkkampen dan aan echte gevangenissen; dikwijls waren ze  opgezet met de bedoeling  de paupers een heropvoeding te geven in arbeidsethos, ook al kwam dat in de praktijk neer op gedwongen opsluiting. In bepaalde gevallen, zoals dat van het Amsterdamse werkhuis , waren de methodes  om de 'luiheid uit te bannen' en de armen aan een werkzaam bestaan te laten wennen behoorlijk wreed: 'Als een arme weigerde te werken , werd hij opgesloten in een souterrain, dat men  geleidelijk liet vollopen met water. De gevangene had de beschikking over een pomp, en als hij het hoofd boven water wilde houden en zijn vege lijf redden, dan restte hem niets anders dan zonder onderbrekingen het water uit de ruimte weg te pompen'.

Van wreedheid gesproken. Geëvenaard door Hitler.

Dit in de "Gouden Eeuw" van Nederland, de periode waarin de VOC op grote schaal bezig was met slavenhandel. De VOC verplaatste ca. 83.000 slaven
 Dit zorgde wel voor de rijkdom van de toen zich vormende burgerij die zich prachtige buitenverblijven kon permitteren en dure schilderijen en neerkeek op de armen, armoede door de rijken gecreëerd en ondersteund door de protestanten voor wie het eigenbelang belangrijker was dan het algemeen welzijn.
























Kaïnsteken:
Het begrip verwijst naar Kaïn, de oudste zoon van Adam, zelfs de eerste vagebond  uit de wereldgeschiedenis. Kaïn was een boerenzoon, die uit het paradijs verdreven werd wegens de moord op zijn broer Abel.
In de middeleeuwse literaire traditie is er sprake van 'weerwolven' die het Kaïnsteken droegen, vagebonden die in de bossen leefden en die de belichaming van huichelarij en bedrog zouden zijn . In de middeleeuwen en erna werden bedelaars die met behulp van bedrog aalmoezen verzamelden beschouwd als nakomelingen van Adams oudste zoon en ook gestigmatiseerd werden met 'Het Kainsteken'. Hier zijn we heel dicht bij de stigmatisering van de Joden met de gele ster.

Omslagillustratie: Pieter Breughel de Oude, De bedelaars (fragment)
Foto achterplat: Sepp Spiegl

donderdag 18 juni 2020

Napoleon Bonaparte 105 jaar geleden verslagen te Waterloo Kritisch kinderrijmpje van 65 jaar geleden


Deze morgen hoorde ik op radio één over de veldslag van 1815  te Waterloo waarbij het leger van de Fransen in de pan werd gehakt door de Geallieerden o.l.v. de Engelsen

Mijn vrouw  José Tonnoeyr (81 jaar) en ik zaten aan het ontbijt en zij reciteerde zo voor de vuist een kinderversje van 70 jaar geleden of meer:

WATERLOO

die schone vlakte
waar Napoleon zijn broek afzakte,
en hij riep met luide stem:
doe de deur toe, 
want ik sta in mijn hem(d)



De veldslag van Waterloo door volkse prentkunst, Imagerie Pellerin te Epinal, in: Collection d'Histoire "1789-1848", door A.-J Tudesco en J. Rudel, Bordas, France, 1964, blz. 324.

Het chauvinisme van de Fransen lijkt uit de prent. Het is alsof Napoleon hier als overwinnaar uit de veldslag komt. Hij wordt toegejuicht door zijn soldaten, zelfs door degene die gewond op de grond ligt. (links vooraan)

De honderd dagen van Napoléon 

Hij vluchtte uit zijn eerste ballingsoord Elba en landde op 1 maart in de golf Juan  nabij Fréjus. Na een triomfantelijke tocht door Frankrijk dringt hij op 20 maart de Tuilerieën binnen. Lodewijk  XVIII had al zijn toevlucht gezocht in Gent. Zonder een schot te lossen was hij terug keizer.

Hij probeert de weg van het liberalisme te bewandelen. Fouché, minister van de politie onderhandelde in het geheim met de Geallieerden.

Napoléon  trok op 15  juni België binnen met zijn leger van 124 000 soldaten.
De geallieerden beschikten over het leger van Wellington, gestationeerd in de buurt van Antwerpen (93 000 man) en dat van Pruisen onder Blücher (120 000 man). En dan was er ook nog Willem met een legertje, darom kreeg ij het koningschap van de Nederlanden toegewezen (1815-1830).

Op 18 juni greep de veldslag plaats in de buurt van Waterloo op het plateau van de Mont-Saint-Jean. Door et slechte weer reden de kanonnen van Napoléon vast in de modder waardoor hij uiteindelijk verloor.

Op 22 juni deed hij troonsafstand  t.v.v. zijn zoon  Napoléon II. Napoleon werd verbannen naar St.-Helena, alwaar hij met dagelijks vergif in zijn voeding definitief werd uitgeschakeld.  Fouché bracht dan Lodewijk XVIII terug aan de macht. Dit zou ook niet lang duren nl. tot Napoléon III de macht overnam. 


De slag bij Waterloo uitgebeeld door een Engelse kunstenaar.

Literatuur

K.C. Peeters, "Soldaten van Napoleon", De Vlijt, Antwerpen, 1977.
A.-J Tudesco en J. Rudel,Collection d'Histoire "1789-1848", uigegeven door   Bordas, France, 1964.