Rozendaalweg

Rozendaalweg
ECHELPOELHOEVE, Rozendaalweg: landelijk / mooi / historisch, foto: H. Vermeir

donderdag 14 april 2016

Een lied / gedicht per maand: "Schaakspel" van O.M. DE LAEY * *


IN OPBOUW

Omer Karel DE LAEY (Hooglede 1876 - id. 1909)

Vrij snel stond hij in de gunst van schoolbloemlezingen die hem tot ver in de twintigste eeuw hebben geëerd om zijn 'schilderijtjes' van schooiers en soldeniers, van paters die in een kloostercel zitten te schaken, van landelijke tafereeltjes, in een plastische taal:

SCHAAKSPEL


's Avonds, achter 't linnen windschut,

zaten, in een koude cel,
twee gestrenge paters, bij een
druipend waslicht, aan het spel.


Tegen 't schaakbord, op de tafel,

lag een dik getijdenboek,
met een hoornen snuifdoos nevens,
en een rode zakneusdoek.


't Kampte. De elpenbenen stukken,

dreigend voor malkaar opgesteld,
kruisten lijk een legerbende 
't wit en zwart gevierkant veld.


Een der paters, zenuwachtig,

dreelde rond zijn gladde kin
met zijn lange magere vingers
en misschoof zijn koningin.


Hij verloor en, monkelend, gaf een

kopergroene slechte duit,
en de winner, wederjonstig,
stak zijn hoornen snuifdoos uit.

jonstig: gunstige gezindheid
malkaar: elkander
drelen: troetelen, strelen











" Omer werd geboren te Hooglede op 18 september 1876 als de zoon van een welgestelde boer die in zijn streek een christen-democratische voorman was.  Omdat hij leed aan reuma en een hartkwaal had, kon Omer-Karel als kind vaak niet naar school. En toch, in Leuven behaalde hij een licentie in geschiedenis, daarna werd hij doctor in de rechten.
 Zijn dichterlijk talent manifesteerde zich vroeg en bloeide open in studentenkringen en -tijdschriften. Na zeven jaar Leuven volgde hij stage in Antwerpen. Ten slotte moest hij om gezondheidsredenen terug naar zijn dorp. Daar overleed hij op dertigjarige leeftijd, op 16 december 1909."

"In zijn gedichten streefde hij naar objectieve  poëzie, zoals hij het zelf noemde. De wijze waarop hij zijn anekdoten vorm gaf, is door zijn critici altijd weer als 'etsen' getypeerd. Ik verkies 'tekenen', omdat je met de tekenpen meer warmte kunt suggereren. De Laey gaf een persoonlijk, maar geen koud beeld van wat hij scherp had gezien. Zijn taal was door zijn streek gekleurd en in een aantal gedichten was zij helemaal West-Vlaams. Vacancerimen noemde hij die gedichten, alsof hij hun waarde wilde relativeren. Hij kan die 'rijmen' in de vakantie hebben geschreven, maar ze behoren tot zijn allerbeste werk.
Zoals dat buitengewone Durst,
de dorst van de koeien die
' 's nuchtens round de waterpit thoipe kommen' ( 's morgens rond de waterput samenkomen)
en daar staan te drinken alsof zij de brede put willen droog leggen:

Maar, op 't onverwachtsche, springt er
in de pit, ne groene puut
nerewaarts, en al de koeien
zin gestoord en scheeden uut.

pit: put
puut: puit, kikvors
nerewaarts: naar beneden
de koeien zin gestoord: de dieren zijn verstoord
en scheeden uut: stoppen met drinken



Verwijzing

 Gaston DURNEZ, "Felix Timmermans, een biografie", Tielt, lannoo, 2001, p.55

Geen opmerkingen:

Een reactie posten